Zoekresultaten 171-180 van de 573 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:273 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20223/6722

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de chirurg dat hij ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte en zich beperkt heeft tot pijnbestrijding. Het college overweegt dat een hulpverlener in beginsel de wens van de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt volgt, tenzij die wens niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Het college is van oordeel dat de chirurg heeft kunnen besluiten tot de zorg waarvoor hij (in samenspraak met het team) heeft gekozen. Door de chirurg is in aanmerking genomen de leeftijd en conditie (zowel fysiek als mentaal) van de patiënt, de medische voorgeschiedenis, de breuk, en een mogelijke operatieve ingreep inclusief de risico’s die samenhangen met een operatie. De chirurg heeft de verschillende opties overwogen (en op een later moment zo nodig heroverwogen) en kon op goede gronden besluiten tot de gekozen behandeling. Deze beslissing vond ook steun in de adviezen vanuit onder meer de afdelingen geriatrie en anesthesie. De chirurg heeft voorts juridisch advies ingewonnen en overlegd met het bestuur van het ziekenhuis. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling / verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7182

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld. Klager verwijt de huisarts niet dat hij van de wachtlijst is afgehaald, maar wel dat de huisarts niet heeft doorgepakt, ze had moeten doorverwijzen en er achteraan moeten blijven gaan. Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door meteen contact op te nemen met het ziekenhuis toen er onduidelijkheid bestond over de plaats van klager op de wachtlijst. De huisarts heeft vervolgens in gang gezet dat in het ziekenhuis zou worden uitgezocht waarom hij van de wachtlijst is gehaald. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7245

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klachten over het niet gebruiken van de SOAP-methode en het niet geven van uitleg over het dossier van zijn ex-partner, omdat klager geen rechtstreeks belanghebbende is. De klacht gaat ook over feitelijke onjuistheden in het dossier. Voor zover de klacht gaat over aantekeningen waarin klager wordt genoemd, is klager wel ontvankelijk Dit klachtonderdeel is echter ongegrond, omdat voldoende blijkt dat het gaat om informatie die de ex-partner aan de verloskundige heeft verteld. Geen blijk van een oordeel. Klager deels niet-ontvankelijk en klacht deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:270 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7246

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klachten over het niet gebruiken van de SOAP-methode en het niet geven van uitleg over het dossier van zijn ex-partner, omdat klager geen rechtstreeks belanghebbende is. De klacht gaat ook over feitelijke onjuistheden in het dossier. Voor zover de klacht gaat over aantekeningen waarin klager wordt genoemd, is klager wel ontvankelijk Dit klachtonderdeel is echter ongegrond, omdat voldoende blijkt dat het gaat om informatie die de ex-partner aan de verloskundige heeft verteld. Geen blijk van een oordeel. Klager deels niet-ontvankelijk en klacht deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:271 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7190

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft klager, destijds zeventien jaar, esthetisch behandeld aan zijn bovengebit door facings te plaatsen en frontelementen te verlengen en te verbreden. Klager vindt dat er geen behandelplan met risico’s en gevolgen is opgesteld. Hierdoor heeft klager ingestemd met een behandeling waarvan hij van tevoren niet wist wat deze behandeling precies inhield en die verder ging dan zijn oorspronkelijke hulpvraag. Voor het college staat vast dat de meningen verschillen over wat er precies is besproken. Wel blijkt uit het dossier (attentieteksten) dat de tandarts niet onvoldoende informatie heeft gegeven. Het college vindt dat de tandarts in eerste instantie een minder invasieve behandeling had moeten voorstellen. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:265 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7046

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager nam contact op met de praktijk van de huisarts vanwege aanhoudende oorklachten (suis/piep). Klager verwijt de huisarts dat zij klager tot twee keer toe naar huis heeft gestuurd met serieuze klachten aan zijn oor en hem niet heeft doorverwezen naar de KNO-arts in een fase waarin dit nog verschil had kunnen maken voor zijn behandeling van de gehoorschade. De huisarts is slechts bij één consult betrokken geweest. Naar het oordeel van het college heeft ze volgens de NHG-standaard Slechthorendheid gehandeld. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:266 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7163

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster vindt dat er in haar medisch dossier ten onrechte vermeld staat dat bij haar sprake zou zijn van een psychose. Het college volgt de huisarts dat hem geen verwijt kan worden gemaakt van het opnemen van de diagnose ‘verdenking psychose’ in het dossier nu hij niet degene is die dit geregistreerd heeft en ook niet bekwaam is om de juistheid ervan te beoordelen. De reflectie van de huisarts dat hij dit achteraf bezien beter met klaagster had kunnen bespreken en uitleggen, is terecht. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Gelet op de vertrouwensbreuk en de problemen die klaagster naderhand heeft ondervonden met het vinden van een nieuwe huisarts, betreurt de huisarts het dat hij niet de overdracht naar een huisarts (van de andere maatschap) binnen de praktijk heeft gefaciliteerd.Het college is van oordeel dat dit een terechte reflectie van de huisarts is, geen tuchtrechtelijk verwijt. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:267 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7181

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager zit in een detentiecentrum. Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld. Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door klager tijdens het consult door te verwijzen naar de afdeling heelkunde in het ziekenhuis. Dit was, gelet op de huidige klachten van klager en de voorgeschiedenis, een correcte en adequate verwijzing. De huisarts is niet betrokken geweest bij het bepalen van het behandelbeleid van de chirurg. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6848

    Klacht tegen een huisarts gegrond. De vader van klaagsters is overleden aan de gevolgen van longfibrose. Klaagsters verwijten de huisarts, samengevat, dat zij hun vader en klaagsters onvoldoende heeft betrokken in het beleid, inadequaat medicatie heeft voorgeschreven, de zorg bij het einde van hun vaders leven onvoldoende heeft afgestemd en onvoldoende zelfreflectie heeft getoond. Het college is van oordeel dat weliswaar het ingezette beleid en de voorgeschreven medicatie goed gevolgd kunnen worden, maar dat op enkele belangrijke onderdelen de communicatie en dossiervorming over het ingezette (palliatieve) beleid en medicatie niet voldoende waren en legt de maatregel van een waarschuwing op. Het klachtonderdeel dat de huisarts onvoldoende blijk geeft van zelfreflectie en onvoldoende nazorg heeft geboden, acht het college ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6849

    Klacht tegen een huisarts gegrond. De vader van klaagsters is overleden aan de gevolgen van longfibrose. Klaagsters verwijten de huisarts, samengevat, dat hij hun vader en klaagsters onvoldoende heeft betrokken in het beleid, inadequaat medicatie heeft voorgeschreven, geen controles heeft gedaan en onvoldoende zelfreflectie heeft getoond. Het college is van oordeel dat weliswaar het ingezette beleid en de voorgeschreven medicatie goed gevolgd kunnen worden, maar dat op enkele belangrijke onderdelen de communicatie en dossiervorming over het ingezette (palliatieve) beleid niet voldoende waren en legt de maatregel van een waarschuwing op. Het klachtonderdeel dat de huisarts onvoldoende blijk geeft van zelfreflectie en onvoldoende nazorg heeft geboden, acht het college ongegrond.