Zoekresultaten 1421-1430 van de 1867 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:4 Hof van Discipline 's Gravenhage 230048

    Klacht over onvoldoende zorgvuldige belangenbehartiging door eigen advocaat. Verweerder heeft niet gewezen op risico’s van huuropschorting en over het hoofd gezien dat bij een zitting van de Huurcommissie twee zaken werden behandeld in plaats van één. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, met dien verstande dat de maatregel wordt gematigd tot berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:368 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-215/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Door niet tijdig namens klager hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de politierechter en door zijn keuze om geen hoger beroep in te stellen niet schriftelijk aan klager te bevestigen, heeft verweerder in de gegeven omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:369 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-316/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de ex-partner van klaagster bij te staan, waardoor verweerder gelet op de omstandigheden van dit geval, waaronder vooral de dubbelrol van zijn echtgenote (vriendin van de ex-schoonmoeder van klaagster en juridisch medewerker op het kantoor van verweerder), onvoldoende onafhankelijk kan optreden ten opzichte van klaagster en de familiekwestie tussen zijn cliënt en klaagster. Met zijn handelen heeft verweerder de kernwaarde onafhankelijkheid geschonden. Klacht op dit punt gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:363 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-105/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klacht over het handelen van een advocaat in een strafzaak ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1893

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts was vanaf 2016 tot 2022 eigenaar van de huisartsenpraktijk. Daarna heeft zij de praktijk overgenomen en is zij als waarnemend huisarts aan de praktijk verbonden gebleven. Klager staat sinds juni 2017 in de praktijk ingeschreven. Er hebben veel consulten van klager bij de huisarts plaatsgevonden vanwege uiteenlopende lichamelijke en psychische (angst)klachten. Klager verwijt de huisarts (onder meer) dat zij a) heeft geweigerd onderzoek te verrichten naar blijvende schade als gevolg van een vitamine B12-tekort, b) klager vaak heeft geweigerd en telefonische afspraken niet nakwam, c) klagers oogklachten in februari 2021 niet serieus heeft genomen, zodat klager uiteindelijk zelf de oogarts moest bellen en met spoed geopereerd moest worden aan een netvliesloslating, d) heeft achtergehouden dat de aorta van klager te groot is, e) klager probeerde te dwingen om naar de GGZ te gaan en f) klager niet heeft geholpen bij het vinden van een andere huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2003

    Klacht tegen apotheker. Klaagster gebruikt sinds 2003 bloeddrukverlagende medicatie. Zij is ontevreden over de levering van haar medicatie door de apotheker, omdat de apotheker volgens klaagster stelselmatig probeert merkmedicijnen te vervangen door een generiek medicijn, met schade voor de gezondheid van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klaagster voor een deel kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige deel kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:364 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-285/AL/GLD

    Raadbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klaagster is ontevreden over de wijze waarop verweerster haar heeft bijgestaan in een huurconflict. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij geen plan van aanpak had en termijnen heeft laten verlopen en dat zij klaagster niet serieus heeft genomen. De raad overweegt dat op momenten de communicatie tussen verweerster en klaagster over en weer niet altijd helemaal is geweest wat het wellicht had moeten zijn. Klaagster en verweerster zaten niet altijd ‘op hetzelfde spoor’, zonder dat zij dit van elkaar door hadden. Daardoor ook hadden zij van elkaar verschillende verwachtingen. Dat is op zichzelf spijtig, maar in dit geval niet klachtwaardig. Verweerster had wel degelijk een plan van aanpak en heeft dit ook direct met klaagster gedeeld. Verweerster heeft de zaak voortvarend en serieus opgepakt. Er zijn ook geen termijnen verlopen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5832

    Klacht tegen psychiater. De minderjarige dochter van klaagster was vrijwillig opgenomen. Tijdens haar opname heeft de dochter meermalen (ernstig) geweld gepleegd dan wel daarmee gedreigd. Na een ernstig incident heeft de geneesheer-directeur besloten dat de opname moest worden beëindigd en heeft zij de psychiater om een second opinion gevraagd. Klaagster verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld en in zijn rapportage een onvoldoende gefundeerde en foutieve diagnose heeft gesteld. Klacht gegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1846

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft eerder een klacht ingediend tegen een bij de instelling werkzame gz-psycholoog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de gz-psycholoog een waarschuwing opgelegd. De gz-psycholoog heeft naar het oordeel van het college verzuimd om klaagster toestemming te vragen om informatie aan Veilig Thuis te verstrekken of ten minste de inhoud van de door de gz-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie vooraf met klaagster te delen, zodat zij daarop had kunnen reageren. De gz-psycholoog heeft klaagster daar ook achteraf niet over geïnformeerd. Het college heeft zich niet uitgelaten over de juistheid van de verstrekte informatie. De psychiater is werkzaam als directeur zorg bij de instelling en als psychiater BIG-geregistreerd. Klaagster verwijt de psychiater (en een collega, eveneens aangeklaagd: C2023/1847) dat zij de genoemde uitspraak van het college niet heeft nageleefd. Klaagster wil dat de psychiater op grond van deze beslissing onderschrijft dat de door de gz-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie uit het dossier wordt verwijderd. Voorts verwijt klaagster de psychiater dat er bij de instelling protocollen ontbreken hoe om te gaan met schending van het beroepsgeheim en dat daardoor een datalek is veroorzaakt, alsmede dat afspraken hieromtrent met ketenpartners ontbreken. Daardoor heeft klaagster het door de instelling veroorzaakte datalek zelf moeten dichten. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk omdat de psychiater uitsluitend in haar bevoegdheid als bestuurder heeft gereageerd op de verzoeken van klaagster. Dit handelen, en wat klaagster de psychiater verwijt te hebben nagelaten, heeft bovendien onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:365 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-242/AL/MN

    Verzetbeslissing. De klacht houdt in dat verweerder het strafdossier (in hoger beroep) van klager niet aan klager heeft verstrekt, ook niet na de beëindiging van de opdracht. De voorzitter heeft enkel beslist op het punt dat verweerder ná beëindiging van de opdracht het dossier niet aan klager (of een opvolgend advocaat) heeft gestuurd. Ten aanzien daarvan is de klacht kennelijk ongegrond verklaard, omdat verweerder geen zodanig verzoek had ontvangen, althans dat is niet komen vast te staan. De klacht zag volgens klager echter ook op de periode rond de overdracht van het dossier door de voormalige advocaat van klager aan verweerder. Ook toen heeft klager zijn dossier niet ontvangen. Daarop is door de voorzitter niet beslist. De raad doet dat alsnog en verklaart eerst dit deel van het verzet gegrond en vervolgens de klacht ongegrond. Het verzet wordt voor het overige ongegrond verklaard.