Zoekresultaten 81-90 van de 42185 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 230376

    Beklag art. 13.  Deken heeft op juiste gronden het verzoek van klager om toewijzing van een advocaat heeft afgewezen. Voor het doen van een aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat nodig. De deken heeft in haar afwijzende beslissing van 6 december 2023 er verder terecht op gewezen dat klager zo nodig hulp kan inroepen van een (niet) jurist of een andere gemachtigde bij het doen van aangifte. Artikel 13 Advocatenwet biedt dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klager. Beklag ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-661/AL/MN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerster in strijd met de waarheid heeft gesteld dat zij bepaalde stukken van klager, de wederpartij van haar cliënte, niet had ontvangen. De raad acht dat onzorgvuldig, mede omdat de rechtbank klager had veroordeeld om op straffe van een hoge dwangsom (onder meer) die stukken te overleggen. In het voordeel van verweerster houdt de raad er rekening mee dat zij niet eerder door de tuchtrechter in veroordeeld. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, is de raad van oordeel dat het opleggen van een waarschuwing passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-778/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft nagelaten bewijsstukken die voor klager belangrijk waren in te dienen bij het gerechtshof. Ook heeft verweerder nagelaten om klagers medische onderbouwing aan de verzekeraar te sturen en de vragen van klager te beantwoorden, ondanks vele herinneringen. Verweerder heeft op geen moment gereageerd op de ingediende tuchtklacht. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder legt de raad de maatregel van schrapping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A23023/5641

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klager in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de eerder gestelde diagnose Autismespectrumstoornis bevestigd en dat in een gesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager verwijt de psychiater dat zij een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en die hem schade heeft berokkend en dat de psychiater hem tijdens het gesprek onheus heeft bejegend. Het college heeft geen aanwijzingen dat het onderzoek van de psychiater onzorgvuldig is geweest; de diagnose kon uit haar bevindingen volgen. Het college kan niet vaststellen dat klager onheus is bejegend. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 230176

    Klacht tegen advocaat wederpartij. De advocaat van de man wordt verweten in een procedure over het gezag van de dochter een tweetal verklaringen van een psycholoog van de man in het geding te hebben gebracht terwijl zij wist dat voor een van de verklaringen de psycholoog door het regionaal medisch tuchtcollege is berispt. Het hof volgt de raad dat het (ongeclausuleerd) overleggen van de verklaringen waarin grievende uitlatingen over de vrouw staan, onnodig waren. De belangen van klaagster zijn daardoor nodeloos geschaad. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-163/AL/MN

    Voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Klaagster wordt in een aantal klachten kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat die klachten het algemeen belang betreffen en de deken daarover alleen kan klagen. Overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 240029

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 230151

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder mocht niet optreden in een geschil tegen klaagster over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door een advocaat die later zijn kantoorgenoot is geworden. In de opdrachtbevestiging had die advocaat de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat het verweerder als huidige kantoorgenoot van de advocaat die destijds de overeenkomsten had opgesteld, ook niet vrij stond om tegen klaagster op te treden. Toen verweerder op hoogte raakte van de verplichting van zijn kantoorgenoot had hij zich moeten terugtrekken om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739725 / DW RK 23/340 EV/SM

    Beslissing op verzet. Een deel van de klachten van klager kunnen niet meer in behandeling worden genomen nu de gewraakte handelingen de (redelijke) termijn van drie jaar overschrijden nadat klager hiervan kennis heeft kunnen nemen. Voor het overige is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder kosten heeft gemaakt die hij niet heeft mogen maken. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-024/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerster heeft gedurende een periode van circa vijf jaar in een zeer groot aantal (circa 2500) dossiers bij de indiening van gemeenschappelijke echtscheidingsverzoeken louter als doorgeefluik gefungeerd, zonder dat sprake is geweest van enige inhoudelijke betrokkenheid van verweerster bij de dossiers en zonder dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende verplichtingen. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met artikel 10a Advocatenwet, de artikelen 7.1 en 7.5 Voda en de gedragsregels 1, 2, 12, 14 en 16. Verweerster heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet en bovendien niet deskundig en niet integer gehandeld in de zin van artikel 10a Advocatenwet.  Verweerster heeft met haar handelen, dat gedurende meerdere jaren heeft voortgeduurd en in een groot aantal dossiers heeft plaatsgevonden, haar taak als advocaat miskend en het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 12 weken.