Zoekresultaten 1281-1290 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:298 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-462/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4629

    Klager is vader van twee kinderen. In het kader van de echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing is verweerster via het NIFP verzocht om een civiel forensisch diagnostisch onderzoek te verrichten naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager stelt, samengevat, dat verweerster een ondeugdelijke rapportage heeft opgesteld. Verweerster voert gemotiveerd verweer. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-461/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het door verweerder verstrekken van feitelijke onjuiste informatie bij het Hof van Discipline kennelijk ongegrond. Verweerder heeft een toelichting gegeven op het door hem, in de civielrechtelijke procedure, namens zijn cliënt ingenomen standpunt. Dat stond hem vrij. De voorzitter is van oordeel dat klager misbruik maakt van het klachtrecht, omdat dit klagers vijfde (ongegronde) tuchtklacht tegen verweerder is en klager ook meermaals onterecht heeft gewraakt.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:236 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-091/DH/RO

    Verzet ongegrond. In een beslissing is het niet noodzakelijk dat alle naar voren gebrachte feiten volledig worden weergegeven; een zakelijke opgave van de voor de beslissing meest relevante feiten volstaat. Het staat de voorzitter daarom vrij om uit de gepresenteerde producties die feiten te putten die voor de beoordeling van belang zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4930

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. De psychiater is voorzitter van de raad van bestuur van deze zorginstelling. Klaagster maakt hem meerdere verwijten. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk omdat de klachten niet zien op concreet handelen van de psychiater tegen klaagster. De psychiater is ook niet betrokken geweest bij klaagsters behandeling. Zijn enige betrokkenheid is dat hij klaagster een brief heeft gestuurd in het kader van een aansprakelijkstelling door klaagster van de instelling. Verwijten die hierop zien, kan de voorzitter echter niet uit het (aanvullend) klaagschrift halen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-662/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klaagster verwijt verweerder dat hij eind 2013 met een vervalste en geantedateerde arbeidsovereenkomst het faillissement van HCIN aangevraagd. Vast staat dat klaagster reeds in 2014 kennis heeft genomen van het handelen van verweerder waarover zij zich thans beklaagt. Klaagster heeft zich op 11 december 2022, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerder tot de deken gewend. Omdat de termijn is verstreken zal de voorzitter de klacht niet-ontvankelijk verklaren. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar zou zijn is naar het oordeel van de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:211 Hof van Discipline 's Gravenhage 220344

    In hoger beroep is slechts het klachtonderdeel dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten nog aan de orde. De raad heeft dit klachtonderdeel gegrond verklaard. Het hof verklaart het klachtonderdeel ongegrond; klager heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd. Als gevolg daarvan kan niet worden vastgesteld wat zich heeft voorgedaan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:212 Hof van Discipline 's Gravenhage 230248

    Beklag art. 13 Advw. Op verzoek van klager is door de deken een advocaat toegewezen aan klager. Dat de advocaat vervolgens een voor klager negatief procesadvies heeft afgegeven, betekent niet dat klager ex art. 13 Advw het recht heeft op aanwijzing van een andere advocaat. Immers, voor de vraag of zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 13 Advw is niet beslissend of de rechtzoekende een advocaat kan vinden die bereid is te doen wat de rechtzoekende van zijn advocaat verlangt. Klager slaagt er voorts niet in aan te tonen dat de procedure die klager wenst te voeren wel een redelijke kans van slagen heeft. Gelet hierop heeft de deken het tweede verzoek tot aanwijzing van een advocaat  op goede gronden afgewezen. Beklag ongegrond. 

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:45 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425380 / KL RK 23-101

    Het verzoek tot wraking is afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-209/DB/ZWB

    Klacht tegen de advocaat die heeft opgetreden als voorzitter van een hoorcommissie in bezwaar. Omdat geen sprake is van een onafhankelijke bezwaaradviescommissie uit artikel 7:13 Awb, is niet vereist dat verweerster onafhankelijk is. De kernwaarde partijdigheid weerhoudt verweerster in dit geval niet om de hoorcommissie te leiden. Er wordt gehandeld volgens de ruimte die de Awb biedt, voor zover de tuchtrechter daarover kan oordelen. Verder heeft verweerster niet onprofessioneel of vooringenomen gehandeld. Klacht ongegrond.