Zoekresultaten 2421-2430 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-235/AL/MN

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4484

    Klacht tegen een revalidatiearts, kennelijk ongegrond. De revalidatiearts heeft op verzoek van een collega een second opinion verricht bij klager die in 2011 is gediagnosticeerd met het Guillain-Barré Syndroom (verder: GBS) en een klinisch en poliklinisch revalidatie traject heeft doorlopen bij deze collega. Nadien heeft klager een klacht over de revalidatie arts ingediend bij haar werkgever. Klager verwijt de revalidatiearts dat zij onzorgvuldig en onvolledig onderzoek heeft gedaan naar zijn situatie, geen zelfstandige en gedetailleerde mening heeft gegeven over de revalidatiemogelijkheden, zich in de klachtenprocedure wel heeft geëxcuseerd voor haar handelen, maar niet oprecht en puur om ‘haar straatje schoon te vegen’ en als laatste klager onvoldoende als bron van informatie heeft gebruikt. Het college is van oordeel dat gezien de vraagstelling  bij een second opinion die enerzijds betrekking had op de functionele prognose  en anderzijds op de therapeutische principes die klager nodig had om het huidige niveau van functioneren te behouden, verder lichamelijk onderzoek dan de revalidatiearts heeft verricht niet nodig was. Ook is het college van oordeel dat de beoordeling van de revalidatiearts voldoende onderbouwd was en dat er geen enkel aanknopingspunt is dat de revalidatiearts niet zelfstandig tot haar beoordeling is gekomen. Tenslotte oordeelt het college dat de revalidatiearts klager tegemoet is gekomen en zeer accuraat heeft gehandeld door in het kader van de klachtenprocedure een gesprek bij klager thuis te voeren. Het verwijt dat de aangeboden excuses niet oprecht zijn geweest, is kennelijk de opvatting of het gevoelen van klager waarover het college dan ook geen oordeel kan geven. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5276

    Klacht tegen GZ-psycholoog kennelijk ongegrond. De klacht gaat over een rapport dat de GZ-psycholoog over klager heeft uitgebracht. Klager is door de GZ-psycholoog onderzocht en daar is een rapport van gemaakt. Klager stelt dat er geen, althans onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en het uitbrengen van een advies. Het college oordeelt dat de GZ-psycholoog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023-5557

    Voordracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot doorhaling vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van arts. Bij de arts is sprake van vroege remissie bij langdurige chronische verslavingsproblematiek met meermalen recidive, meestal binnen een jaar. Het college oordeelt dat de arts weliswaar op de goede weg lijkt te zijn, maar dat er op dit moment nog onvoldoende tijd is geweest om blootstelling aan de risico’s van verslaving en de kans op terugval in misbruik te kunnen beoordelen. Er is op het moment van de beoordeling door het college onvoldoende vertrouwen om te kunnen stellen dat de verslaving en het daarmee gepaard gaande gedrag dermate onder controle is dat er in de nabije toekomst geen risico zal zijn voor de patiëntveiligheid. Volgt doorhaling inschrijving in BIG-register en directe schorsing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:45 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/715080 / DW RK 22/104 LvB/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) op e-mails van klaagster gereageerd en pas in het verweerschrift de gevraagde informatie gegeven. De gerechtsdeurwaarder heeft met het leggen van het beslag op de onroerende zaak van klaagster niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. De klacht is gedeeltelijk gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5001

    Klacht tegen neuroloog. Zonder toestemming door patiënt gemaakte video-opname mag in beginsel worden gebruikt in tuchtprocedure. Geen bewijs dat de neuroloog de patiënt bewust verkeerd heeft ingelicht. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/712543 / DW RK 22/18 LvB/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder mocht beslag op de (oude) auto van klager leggen en hoefde het beslag niet aan te kondigen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4605

    Klacht tegen huisarts ongegrond. Klagers moeder (hierna: patiënte) was bekend met dementie. Vanwege een val van een krukje had zij pijnklachten en is zij enkele dagen later op vrijdag door verweerder gezien. Hij onderzocht patiënte en adviseerde om haar paracetamol te geven tegen de pijn. Daarnaast werd na intercollegiaal overleg besloten om patiënte op de transferafdeling van een zorgcentrum te laten opnemen. Hier kon zij de volgende maandag terecht. Vanaf dat moment viel zij niet meer onder de huisartsenzorg van verweerder. Omdat de pijnklachten in de periode daarna bleven aanhouden, zijn uiteindelijk een CT-scan en röntgenfoto van de onderrug gemaakt met als conclusie gekend hoogteverlies van L1 (maar progressief ten opzichte van 2019) en een nieuwe compressiefractuur L2. Niet veel later is een palliatief beleid ingezet en is patiënte overleden. Klager verwijt verweerder onder meer dat hij niet de juiste diagnose heeft gesteld bij patiënte, onvoldoende/niet het juiste onderzoek heeft verricht en dat patiënte onnodig veel pijn leed. Ook verwijt klager verweerder dat hij na het consult op vrijdag geen contact meer heeft opgenomen. Het college komt tot het oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/717650 / DW RK 22/187 LvB/WdJ

    Er bestaat voor de gerechtsdeurwaarder weliswaar geen wettelijke verplichting om een schuldenaar voorafgaand het leggen van beslag aan te schrijven, maar nu klager bijna vier jaar niets meer over de vordering heeft vernomen had het in dit geval op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om klager voorafgaand het leggen van het beslag in de gelegenheid te stellen de vordering te betalen dan wel een regeling te treffen. Dit om te voorkomen dat de kosten onnodig zouden oplopen. Klacht is gedeeltelijk gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten. *****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 26 maart 2021, ECLI:NL:GHAMS:2024:732, [- bevestigt de bestreden beslissing]*****

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5046

    Klacht tegen arts in forensisch psychiatrische kliniek kennelijk ongegrond. Verweerder levert huisartsenzorg in de forensisch psychiatrische kliniek waar klager verblijft. Omdat klager ’s nachts last heeft van rugpijn, slikt hij elke avond 400 mg ibuprofen. Klager verwijt verweerder dat zijn rugklachten niet verholpen kunnen worden met fysiotherapie en ook verwijt hij verweerder dat hij geen oplossing biedt in de vorm van een nieuw matras. De verwijten zijn niet terecht. Verweerder heeft adequaat gehandeld door klager te adviseren de fysiotherapie te hervatten en bij persisterende rugklachten terug te komen. Daarnaast vallen de matrassen binnen de kliniek onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsmanager en kan niet aan verweerder worden verweten dat klager geen nieuw matras krijgt.