Zoekresultaten 251-260 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:74 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/390896 / KL RK 21 - 118

    De kamer overweegt dat ook een rechtzoekende met een indirect of afgeleid belang bij de klacht, als belanghebbende aangemerkt kan worden. Dit neemt echter niet weg dat het moet gaan om een eigen belang van de rechtzoekende. Daarvan is in het geval van klager geen sprake. Het gaat klager immers om de tijd en moeite die hij heeft besteed aan de behartiging van het eigen belang van klaagster. Ook voelt klager zich samen met zijn echtgenote persoonlijk verbonden met de geschiedenis van klaagster. Deze omstandigheden maken echter niet dat het belang van klaagster in deze klachtprocedure tevens zou hebben te gelden als een eigen belang van klager bij deze klachtprocedure. Klager is daarom terecht niet in zijn klacht ontvangen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:75 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/ 356395 KL RK 19 - 98

    De voorzitter overweegt dat de door (de gemachtigde van) klaagster overgelegde getuigenverhoren uitsluitend zien op feiten en omstandigheden die ten tijde van de indiening van de oorspronkelijke klacht van klaagster reeds bekend waren en deze feiten en omstandigheden zijn ook aan de oorspronkelijke klacht ten grondslag gelegd en bij de beoordeling daarvan meegenomen.Het enkele gegeven dat bedoelde feiten en omstandigheden nadien door de getuigenverhoren nader zijn ingekleurd brengt in het voorgaande in beginsel geen verandering. Bedoelde feiten en omstandigheden waren bovendien bij (de gemachtigde van) klaagster en de tuchtrechter bekend voorafgaand aan en ten tijde van de uitspraak. Er is dus geen grond om aan te nemen dat de tuchtrechter op grond van de door de getuigenverhoren nader ingekleurde feiten en omstandigheden tot een andere uitspraak zou zijn gekomen. Geen grond daarom voor herzieningsverzoek en vanwege ne-bis-in-idem beginsel ook niet voor indiening nieuwe klacht. Voorzitter verklaart klager niet-ontvankelijk althans klacht /herzieningsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:16 Kamer voor het notariaat Amsterdam 709196 / NT 21-56 704691 / NT 21-39

    De kern van de klacht van klager, die klager in verzet heeft herhaald, vormt de bepaling over de kostenverdeelsleutel met betrekking tot de servicekosten, zoals deze kennelijk sinds 1962 voor de flatbewoners geldt en die ongewijzigd is gehandhaafd in de splitsingsakte.5.6.      Dat de notaris uit eigen beweging erop had moeten toezien dat deze kostenverdeelsleutel in de splitsingsakte (of de akte van statutenwijziging) werd aangepast volgt de kamer niet. De notaris is gehouden zijn ministerie te verlenen conform artikel 21 Wna tenzij naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde of wanneer hij gegronde redenen voor weigering heeft. Daarvan was in het gegeven geval geen sprake. Nu de notaris in opdracht van het bestuur van de CFV, dat geacht mag worden de CFV rechtsgeldig te kunnen vertegenwoordigen, de akte statutenwijziging en de splitsingsakte heeft opgemaakt en gepasseerd en er geen gegronde redenen aanwezig waren om zijn ministerie te weigeren, heeft de notaris naar het oordeel van de kamer niet verwijtbaar gehandeld. Dat de notaris gehouden was in te grijpen om het kennelijk bestaande conflict tussen klager en het bestuur van de CFV op te lossen valt niet in te zien. Indien klager wijziging van de bepaling(en) omtrent de kostenverdeelsleutel wenst, dient hij daarvoor ofwel het bestuur van de CFV te adresseren ofwel zich te wenden tot de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TNORARL:2022:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05392891 / KL RK 21-132

    Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris zijn werkzaamheden in deze zaak niet volledig naar behoren verricht. Daarbij gaat het er gelet op de beperkte opdracht van de notaris (afgifte verklaring voor erfrecht) op zich zelf beschouwd niet om dat de notaris -hoewel dat geen schoonheidsprijs verdient- het legaat aan zoon [Z.] te laat heeft gesignaleerd.Wel verwijtbaar is het dat de notaris zonder nader overleg met de kinderen tot afgifte van de verklaring van erfrecht is overgegaan, terwijl hem ondertussen duidelijk was geworden dat de kinderen ten tijde van de ondertekening van de akte aanvaarding en de boedelvolmacht niet van het legaat en de gevolgen daarvan voor de nalatenschap op de hoogte waren. Onder deze omstandigheden had de notaris, alvorens tot afgifte van de verklaring van erfrecht over te gaan, eerst contact behoren op te nemen met de kinderen. In ieder geval om te verifiëren of zij, gegeven het bestaan van het legaat en de (mogelijke) implicaties, hun instemming met de akte van aanvaarding en de boedelvolmacht gestand wensten te doen. Klacht deels gegrond, maatregel waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:27 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/54

    Tweede klacht van klager tegen (inmiddels uit het ambt ontzette) oud-notaris over handelwijze rond verbetering van akte van levering en uitblijven van herstel van eerder gemaakte fouten. Dat geen afschrift van het proces-verbaal van verbetering aan klager is gestuurd, is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht verder deels niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem en overigens ongegrond. Geldboete van € 100,00 en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2022:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-11

    Het is klager niet duidelijk welk kantoor verantwoordelijk is voor de hypotheekakte; de notaris of het kantoor dat de correspondentie heeft gevoerd en de hypotheekakte heeft opgesteld.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2022:13 Kamer voor het notariaat Den Haag 21-24

    Klaagster verwijt de notaris dat hij de identificatieplicht heeft geschonden.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2022:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-01 en 22-02

    Samengevat komen zij erop neer, dat de notaris en de kandidaat-notaris in alle acht dossiers naar het oordeel van klager hun poortwachtersverplichtingen onvoldoende (aantoonbaar) hebben vervuld.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:26 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/9

    De klacht gaat over de voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot de splitsing in appartementsrechten van een registergoed. Klagers verwijten de notaris dat zij de splitsing niet voortvarend afhandelt, dat de splitsingstekening steeds moest worden aangepast en dat zij is tekortgeschoten in de communicatie jegens klagers.De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2022:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/387179/KL RK 21-66

    Bij de beoordeling van de vraag of een testament overeenkomt met de wil van een testateur/erflater komt het volgens vaste rechtspraak in eerste instantie aan op de eigen waarneming van de notaris, die daarbij een redelijke beoordelingsvrijheid toekomt. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen. Het Stappenplan biedt hiervoor een handreiking.Het feit dat het testament met de bewindsbepaling en tweetrapsmaking voor klaagster sub 3) tot een uitzonderlijke positie leidt, vormt op zich zelf beschouwd geen grond om aan de hierop gerichte wil van erflater te twijfelen. Ook verder geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit dat zou volgen.