ECLI:NL:TNORARL:2021:74 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/390896 / KL RK 21 - 118

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:74
Datum uitspraak: 06-12-2021
Datum publicatie: 01-09-2022
Zaaknummer(s): C/05/390896 / KL RK 21 - 118
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Verzet ongegrond
Inhoudsindicatie: De kamer overweegt dat ook een rechtzoekende met een indirect of afgeleid belang bij de klacht, als belanghebbende aangemerkt kan worden. Dit neemt echter niet weg dat het moet gaan om een eigen belang van de rechtzoekende. Daarvan is in het geval van klager geen sprake. Het gaat klager immers om de tijd en moeite die hij heeft besteed aan de behartiging van het eigen belang van klaagster. Ook voelt klager zich samen met zijn echtgenote persoonlijk verbonden met de geschiedenis van klaagster. Deze omstandigheden maken echter niet dat het belang van klaagster in deze klachtprocedure tevens zou hebben te gelden als een eigen belang van klager bij deze klachtprocedure. Klager is daarom terecht niet in zijn klacht ontvangen. Verzet ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerknummer: C/05/390896 / KL RK 21/118

Beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden op het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 1 juli 2021 (C/05/356395 KL RK 19 - 98) van

1) wijlen [V.],

laatstelijk wonende te […],

2) mr. P.H.M. Essink,

advocaat te Ooij,

gemachtigde van klaagster sub 1),

tegen

[N.],

notaris te […],

gemachtigde: mr. A.M.T. Weersink,

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

 

1.1 Voor het verloop van de procedure tot aan voormelde beslissing van de voorzitter van

1 juli 2021, verwijst de kamer naar hetgeen daarin dienaangaande is overwogen. 

 

1.2 Bij e-mail ingekomen 12 juli 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen voornoemde

beslissing van de voorzitter. Klager heeft de gronden van zijn verzet toegelicht bij schrijven met bijlagen van 30 september 2021.

2. De feiten

Voor de feiten gaat de kamer uit van hetgeen is overwogen in de beslissing van de voorzitter

van 1 juli 2021 aangezien daartegen door klager geen bezwaren zijn ingebracht.

Wel heeft klager in (de toelichting op zijn) verzet de in de beslissing van 1 juli 2021 opgenomen

feiten van aanvullend commentaar voorzien. Dit commentaar is echter niet gericht tegen de

juistheid van de in de beslissing van 1 juli 2021 opgenomen feiten, zodat die hier één op één

worden overgenomen. Voor aanvulling van de feiten in de door klager voorgestelde zin ziet de

kamer geen aanleiding aangezien de door klager gestelde feiten en omstandigheden, zoals

hierna zal blijken, niet van belang zijn voor de beoordeling van het verzet tegen de

voorzittersbeslissing.

 

3. De beoordeling van het verzet

3.1 Tijdigheid van het verzet

Het afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van 1 juli 2021 aan klager verzonden. Het verzetschrift is door de kamer ontvangen op 12 juli 2021. Het verzet is derhalve binnen de verzettermijn van veertien dagen van artikel 99 lid 15 van de Wet op het notarisambt (Wna) ingesteld. Klager is dan ook ontvankelijk in zijn verzet.

3.2 Gronden van de voorzittersbeslissing

Het verzet richt zich tegen de voorzittersbeslissing van 1 juli 2021 waarbij de klacht van klager kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond  is verklaard. De voorzitter heeft daarbij

- kort samengevat - overwogen dat er in de voorliggende zaak geen aanknopingspunten zijn om tot ontvankelijkheid van de klacht te concluderen dan wel te komen tot een (hernieuwde) behandeling van de (hernieuwde) klacht en/of het herzieningsverzoek.

3.3 Het standpunt van klager

Klager is het op een aantal punten oneens met de voorzittersbeslissing. Samengevat gaat het daarbij om de volgende onderwerpen.

Klager stelt zich op de eerste plaats op het standpunt dat de voorzittersbeslissing ten onrechte voorbijgaat aan de vraag of klager als dan niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Wna.

Klager stelt voorts dat de aard van de zaak zich niet leent voor een beoordeling bij een voorzittersbeslissing. De feiten en omstandigheden zijn daarvoor te ingewikkeld. Bovendien is er wel degelijk sprake van relevante nieuwe feiten omstandigheden, op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat de notaris destijds onvoldoende zorgvuldig te werk is gegaan bij het vaststellen van de wilsbekwaamheid. De voorzittersbeslissing gaat er bovendien ten onrechte aan voorbij dat de  (onzorgvuldige) werkwijze van de notaris in de tuchtzaak het beoordelingscriterium zou moeten zijn. Dit is volgens klager ook de reden dat de voorzitter destijds zijn beslissing ten onrechte heeft aangehouden in afwachting van de uitkomst van de civiele procedure.

3.4 De norm

3.4.1 Ingevolge artikel 99 lid 11 Wna kan de voorzitter na een summier onderzoek de klacht terstond bij met redenen omklede beslissing afwijzen indien hij van oordeel is dat deze kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond is, of van onvoldoende gewicht. In verzet moet getoetst worden of deze beslissing op goede gronden gegeven is.

3.5 Toetsing

De kamer is van oordeel dat het verzet, met verbetering van de gronden van de voorzittersbeslissing, ongegrond verklaard dient te worden, waarvoor het volgende redengevend is.

3.5.1 Klager is van mening dat hij wel degelijk belanghebbend is in de zin van de Wna en dus zelfstandig klachtgerechtigd, ook al is klaagster sub 1 inmiddels overleden.

3.5.2 De kamer overweegt als volgt. Het belanghebbende begrip van artikel 99 lid 1Wna moet blijkens de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie ruim worden opgevat. Zo kan ook een rechtzoekende met een indirect of afgeleid belang bij de klacht, als belanghebbende aangemerkt worden. Dit neemt echter niet weg dat het moet gaan om een eigen belang van de rechtzoekende. Daarvan is in het geval van klager geen sprake. Het gaat klager immers om de tijd en moeite die hij heeft besteed aan de behartiging van het eigen belang van klaagster. Ook voelt klager zich samen met zijn echtgenote persoonlijk verbonden met de geschiedenis van klaagster. Deze omstandigheden maken echter niet dat het belang van klaagster in deze klachtprocedure tevens zou hebben te gelden als een eigen belang van klager bij deze klachtprocedure. Klager kan daarom niet in zijn klacht worden ontvangen.

3.5.3 Aangezien klager niet in zijn verzet kan worden ontvangen, komt de kamer niet toe aan een inhoudelijke bespreking van de overige gronden van het verzet. Dit betekent dat de gronden van de voorzittersbeslissing verbeterd dienen te worden in die zin dat klager middels de voorzittersbeslissing uitsluitend kennelijk niet ontvankelijk verklaard had moet worden. Bij gebrek aan ruimte voor een inhoudelijke beoordeling van de klacht had de kennelijke ongegrondverklaring daarvan in de voorzittersbeslissing achterwege moeten blijven. Dit neemt echter niet weg dat de klacht gezien het voorgaande terecht op de voet van artikel 99 lid 5 Wna bij voorzittersbeslissing is afgewezen, zodat het verzet ongegrond verklaard dient te worden.

4.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

            - verklaart het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer van

1 juli 2021 ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. I.C.J.I.M van Dorp, H.J.T. Vos en F. Drost en in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 6 december 2021.

secretaris                                                                     voorzitter

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open