Zoekresultaten 521-530 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671248 / DW RK 19/459 LvB/WdJ

      Weliswaar niet gebleken dat niet binnen een redelijke termijn op berichten van klager is gereageerd, maar wel dat de gerechtsdeurwaarder zeer slordig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Tevens is te lang gewacht met terugstorten vakantiegeld. Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/610963 / DW RK 16/672 LV/WdJ

      Beslissing op verzet. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders te hebben meegewerkt aan het creëren dan wel het opeisen van nepleningen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670901 / DW RK 19/444 LvB/WdJ

      Klager beklaagt zich er over dat niet tijdig op zijn klachten is gereageerd, de gerechtsdeurwaarder beslag onder de verkeerde VvE heeft gelegd en hij bij de betekening van het beslag een bedrag aan de gerechtsdeurwaarder heeft overgemaakt. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675199 / DW RK 19/603 LV/WdJ

      Beslissing op verzet. Voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk, want hetzelfde feitencomplex als eerdere klacht. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672102 DW RK 19/486 MK/SM

      Klacht ongegrond. Ten aanzien van een openstaande vordering heeft klager tegenstrijdige mededelingen ontvangen van het gerechtsdeurwaarderskantoor. Dit betrof een vergissing. De gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat, maakt zich daarmee niet zonder meer ook schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Bovendien was er weinig ruimte voor de gerechtsdeurwaarder om de vergissing aan klager uit te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670812 / DW RK 19/437 MK/SM

      Beslissing op verzet. De door klaagster aangevoerde gronden leiden niet tot herziening van de beslissing van de voorzitter.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668951 DW RK 19/349 MK/SM

      Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder had beter moeten opletten bij het overmaken van gelden aan de rechthebbende. Hoewel hij hier steken heeft laten vallen, heeft de gerechtsdeurwaarder – zodra hij op de hoogte was geraakt van zijn omissie – het zo goed mogelijk opgelost.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661653 / DW RK 19/65 MK/SM

      Gelijk aan wat de kamer bij beslissing van 22 januari 2019 en het Gerechtshof bij beslissing van 29 oktober 2019 eerder hebben bepaald (in een andere zaak tegen de gerechtsdeurwaarder) heeft de kamer (opnieuw) geoordeeld dat het vermelden van de kosten van het exploot met verwijzing naar het Btag, in de e-Court procedure, als misleidend moet worden aangemerkt. Ondanks de omstandigheid dat in de onderhavige zaak – anders dan in voornoemde zaken – meerdere gevallen van misleiding betrof, ziet de kamer geen aanleiding een zwaardere maatregel dan (opnieuw) een berisping op te leggen. De kamer heeft het nog wel nodig gevonden om het BFT te wijzen op haar verantwoordelijkheid als bestuursorgaan en onafhankelijk toezichthouder door andermaal aan te geven zorgvuldigheid te betrachten in haar treffen met de pers/media.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672486 / DW RK 19/507

    De gerechtsdeurwaarder heeft onder meer een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672483 / DW RK 19/506

      De gerechtsdeurwaarder heeft een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan, die door hem niet is gemeld, en niet is aangezuiverd. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder een ontoereikende administratie gevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in een groot aantal gevallen bij de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag de termijn van acht dagen zoals bepaald in artikel 475i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering overschreden. Ten slotte heeft de gerechtsdeurwaarder in zijn repertoria exploten opgenomen die zijn uitgebracht door een gerechtsdeurwaarder die tijdens het uitbrengen van de exploten niet aan zijn gerechtsdeurwaarderskantoor verbonden was. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen.