Zoekresultaten 281-290 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700662 / DW RK 21/146 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder zonder aankondiging beslag op zijn bankrekening heeft gelegd. De voorzitter heeft overwogen dat de gerechtsdeurwaarder uitvoering heeft gegeven aan zijn ministerieplicht. Daarbij maakte het op grond van artikel 3:276 van het Burgerlijk Wetboek niet uit of er al beslag lag op het inkomen van klager. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:83 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709985 / DW RK 21/519 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft zonder wettelijk grondslag de beslagvrije voet van klager op nihil gesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/691395 / DW RK 20/521 MdV/SM

    Beslissing op verzet. In verzet heeft klaagster aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder disproportioneel beslag heeft gelegd op alle bankrekeningen, waaronder ook op de rekeningen van de kinderen. De kamer merkt onder meer op dat voorafgaand aan het bankbeslag bij de gerechtsdeurwaarder niet bekend is of de schuldenaar verschillende rekeningen bij de bank houdt. Dit maakt evenwel geen verschil. Er wordt namelijk beslag onder de bank gelegd en niet op een specifieke rekening. De kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de door klaagster aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/681592 / DW RK 20/127 KM/WdJ

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft niet inzichtelijk gemaakt waar de kosten uit bestaan. De kamer volgt verder het standpunt van klager dat de pictogrammen in de brief van 27 mei 2019 intimiderend zijn en niet kloppen. Deze klachtonderdelen zijn gegrond. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/681586 / DW RK 20/126 KM/WdJ

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/681593 / DW RK 20/128 KM/WdJ

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700470 / DW RK 21/139 KM/WdJ

    Het is aan klager een civiele procedure te starten als hij het niet eens is met de vordering. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder zich agressief richting klager heeft uitgelaten. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tijdig op een e-mail van klager gereageerd. Klacht is gedeeltelijk gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/699327 / DW RK 21/114 KM/WdJ

    Het is aan klager een civiele procedure te starten als hij het niet eens is met de vordering. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder zich agressief richting klager heeft uitgelaten. De gerechtsdeurwaarder heeft steeds en binnen een redelijke termijn op e-mailberichten van klager gereageerd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705623 / DW RK 21/350 KM/WdJ

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/684180 / DW RK 20/240

    De gerechtsdeurwaarder is ter executie van een vonnis naar een bedrijfspand gegaan om te ontruimen. In plaats daarvan heeft hij, na overleg met aanwezige partijen, de sloten van het pand vervangen zonder de zaken van klaagster uit het bedrijfspand te verwijderen en zonder daar evenmin beslag op te leggen. Tussen partijen is terplaatse een mondelinge overeenkomst gesloten, die de gerechtsdeurwaarder niet heeft vastgelegd in het proces-verbaal. Daarop is onduidelijkheid ontstaan over de vaststellingsovereenkomst. De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens tegenover klaagster stellige beweringen gedaan over de vaststellingsovereenkomst die niet bleken te sporen met de uitleg van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder heeft aldus naar oordeel van de kamer onzorgvuldig gehandeld. De kamer verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van berisping op. ***** UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 26 april 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1220.  Het hof:- vernietigt de bestreden beslissing voor zover het betreft de gegrondverklaring van het verzet met betrekking tot klachtonderdeel a., de ongegrondverklaring van klachtonderdeel a. alsmede de opgelegde maatregel;en, opnieuw beslissende:- legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;- bevestigt de bestreden beslissing voor het overige. *****