Zoekresultaten 31-40 van de 45179 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-356/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Uit het advies van verweerster aan haar cliënte blijkt niet dat verweerster heeft geadviseerd om paulianeus te handelen. Niet gebleken dat verweerster de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig zonder redelijk doel heeft geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2695

    Klacht is door het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam deels gegrond verklaard zonder oplegging van maatregel. Klager komt tijdig in beroep maar voert onvoldoende beroepsgronden aan. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De gedeeltelijke gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel blijft in stand.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:125 Hof van Discipline 's Gravenhage 240378

    Wederzijds beroep met betrekking tot een klacht over de eigen advocaat. Het hof is met de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) van oordeel dat verweerder de norm van gedragsregel 15 heeft geschonden. Voor het overige ziet het hof op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht van klaagster te komen dan de raad. Dat verweerder (ongeoorloofde) druk op klaagster heeft uitgeoefend of zich schuldig heeft gemaakt aan ouderenmishandeling, is ook het hof niet gebleken. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, inclusief de maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7362

    Gedeeltelijk gegronde klacht (doorhaling) van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige stelde voor verschillende zorgaanbieders (thuis)zorgindicaties. De gegrond verklaarde klachtonderdelen gaan over het afgeven van indicaties die n iet voldeden aan de daaraan te stellen eisen en het niet beschikken over een deugdelijke zorgadministratie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:126 Hof van Discipline 's Gravenhage 250212

    Afwijzing verzoek tot verwijzing. De deken vervult de functie van vooronderzoeker in de tuchtprocedure. De deken ontleent zijn bevoegdheden aan de Advocatenwet. Artikel 46c van de Advocatenwet biedt geen grondslag om het vooronderzoek naar de klacht van klager over mr. S. door een andere deken dan verweerster te laten verrichten. Ook staat niet bij voorbaat vast dat verweerster de expertise mist om de klacht die klager heeft ingediend over mr. S. te behandelen. Ten slotte is met de uitkomst van het vooronderzoek de klachtprocedure niet beëindigd. Klager heeft dan de mogelijkheid zijn klacht over mr. S. in te dienen bij de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7361

    Gegronde klacht (doorhaling) van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was eigenaar/bestuurder van een onderneming die (thuis)zorg verleende. De gegrond verklaarde klachtonderdelen gaan over het declareren van niet geleverde zorg, het declareren van zorg die niet voor vergoeding in aanmerking komt en het niet voldoen aan de dossierplicht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7920

    (Kennelijk) ongegronde klacht van patiënt (vertegenwoordigd door zijn vader) tegen een kinderarts. Klager werd vanwege het vermoeden van een insult gezien op de SEH. Verwijt gaat over het stellen van een onjuiste diagnose en verlenen van onjuiste zorg als gevolg van het afzien van beeldvormend onderzoek. Het college oordeelt dat de werkdiagnose obstipatie met overloopdiarree niet onzorgvuldig was en dat beeldvormend onderzoek niet geïndiceerd was.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7457

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Bij klager is in 2017 door de orthopedisch chirurg een heupprothese geplaatst. De operatie verliep voorspoedig en er waren geen complicaties. Wel kreeg klager na enige tijd (ernstige) rugklachten, waarvoor hij meerdere keren bij de orthopedisch chirurg op consult kwam. De orthopedisch chirurg heeft klager onderzocht en naar diverse specialisten verwezen. Klager verwijt de orthopedisch chirurg, samengevat, dat hij de operatie onzorgvuldig heeft uitgevoerd en niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7127

    Een klacht tegen een gz-psycholoog wordt ongegrond verklaard.Klager is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Verweerder was van juli 2020 tot en met mei 2024 zijn hoofdbehandelaar. Klager verwijt verweerder dat hij beloftes over het deelnemen van de reclassering aan de gesprekken met klager en het tijdstip van het insturen van de verlofevaluatie van klager niet is nagekomen en diens huidige verlofmachtiging heeft laten verlopen.Het college acht klager ontvankelijk in zijn klachten omdat deze betrekking hebben op de individuele gezondheidszorg. De door klager gestelde feiten zeggen namelijk iets over de huidige status en voortgang van de behandeling van klager. Uit de stukken blijkt echter niet dat verweerder de door klager gestelde beloftes heeft gedaan of de verlofmachtiging van klager heeft laten verlopen. Deels blijkt daaruit eerder het integendeel. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is. De klacht is daarom ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7441

    Klager wordt in een klacht tegen een chirurg gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht wordt gedeeltelijk ongegrond verklaard. Verweerder voert in 2014 een fundoplicatie bij klager uit. Dat is een chirurgische operatie waarbij de bovenkant van de maag als een “manchet” om de onderkant van de slokdarm wordt gewikkeld. Op deze manier wordt voorkomen dat de maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm. Klager dient in 2024 een klacht in over het vooronderzoek, de operatie en de nazorg. Het college oordeelt dat een aantal klachtonderdelen te laat is ingediend en daarom verjaard zijn en dat de andere klachtonderdelen geen steun vinden in het dossier en klager deze ook niet aannemelijk heeft gemaakt.