Zoekresultaten 10411-10420 van de 45231 resultaten

  • Tweetrapsmaking. Klaagster stelt dat erflater het zo niet bedoeld heeft. Wilsgebrek en ook overige bezwaren niet voldoende feitelijk onderbouwd. Bij gemotiveerde betwisting op alle punten klacht op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:123 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.167

    Klacht tegen psychiater, die met betrekking tot klaagster een geneeskundige verklaring in het kader van de Wet BOPZ heeft opgemaakt. Klaagster verwijt de psychiater dat zij de geneeskundige verklaring met een onjuiste diagnose naar de rechtbank heeft gestuurd, zonder dat klaagster deze had gezien. Klaagster betwist dat de psychiater een onafhankelijke psychiater is omdat zij werkzaam is bij Antes, waar klaagster ook onder behandeling is. Klaagster vindt daarnaast dat de psychiater meteen met haar in gesprek had moeten gaan toen zij een klacht indiende. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing. Daarbij onderstreept het Centraal Tuchtcollege dat de psychiater weliswaar de onjuiste diagnose heeft aangekruist in de geneeskundige verklaring, maar dat dit een vergissing is geweest en dat de psychiater – zodra zij met de fout bekend raakte – haar excuses hiervoor heeft aangeboden aan klaagster en de fout heeft hersteld door een addendum aan de geneeskundige verklaring toe te voegen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/374474 KL RK 20-100

    Vaststaat dat de notaris klaagster heeft aangeschreven en telefonisch contact heeft gezocht met klaagster en haar voorafgaand aan de afgifte van de verklaring van erfrecht heeft proberen te horen. Dat dit niet tijdig is gelukt, kan de notaris gegeven ook de verdere omstandigheden in deze zaak, niet aangerekend worden. De notaris heeft gedaan hetgeen in dit geval redelijkerwijs van hem verwacht mocht worden. Verder begrijpt de kamer dat klaagster bezwaar heeft tegen het feit dat zij erfgenaam aan de verklaring van erfrecht heeft meebetaald. Deze omstandigheid echter ziet op de onderlinge verhouding tussen de erfgenamen en kan de notaris niet tuchtrechtelijk verweten worden

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:124 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.201

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich bij de huisarts gemeld met een sinds enkele dagen gezwollen testikel. De huisarts heeft antibiotica voorgeschreven. Bijna drie maanden later komt klager bij een collega van de huisarts op consult met dezelfde klachten; de kuur had niet geholpen. Klager is verwezen naar het ziekenhuis waar een testistumor met lymfogene metastasering is vastgesteld. Klager verwijt de huisarts: (1) dat hij klager niet direct heeft doorverwezen naar het ziekenhuis om een echo te laten maken (2) dat in het huisartsenjournaal ten onrechte staat dat klager zich moest melden als na het weekend geen verbetering zou optreden. De huisarts heeft dit volgens klager niet aan hem aangegeven en klager vermoedt dat het huisartsenjournaal later is aangepast. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2021:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 20144

    Gegronde klacht van IGJ tegen (psychiatrisch) verpleegkundige die een relatie is aangegaan met een cliënt van wie zij de persoonlijk begeleider was. Het college volstaat met de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van zes maanden met een proeftijd van twee jaar en publicatie van de uitspraak, nu verweerster ter zitting overtuigend heeft laten blijken dat zij het laakbare van haar handelen heel goed inziet, en zij naar het oordeel van het college passende maatregelen heeft getroffen om het risico op herhaling te minimaliseren. Het college raadt verweerster aan de door haar ingezette behandeling voort te zetten zolang haar behandelaar dat nodig oordeelt en te blijven gebruik maken van de door haar huidige werkgever aangeboden intervisie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.249

    Klacht tegen psychiater. Klager was sinds een aantal jaar in behandeling bij de specialistische GGZ. Vanwege het vertrek van de toenmalig behandelend psychiater van klager, heeft de beklaagde psychiater de behandeling van klager overgenomen. Klager verwijt de beklaagde psychiater dat hij: 1) disproportioneel heeft gereageerd door na het mislopen van twee afspraken met hem de behandelrelatie heeft gestaakt en klager daardoor ernstig heeft benadeeld in zijn behandeltraject, 2) de behandelafspraken niet is nagekomen door de behandelrelatie met klager te staken en daarmee tevens alle andere behandelrelaties heeft gestaakt, ondanks dat er een behandelplan en een plan van aanpak waren opgesteld en klager een jarenlange en betrouwbare behandelrelatie met andere therapeuten had opgebouwd, en 3) klager aan zijn lot heeft overgelaten door hem niet meer te behandelen maar hem naar een andere instelling te verwijzen terwijl hij wist dat daar een wachttijd was en klagers klachten daardoor zouden verergeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing en voegt daaraan toe dat het opbouwen van een band met de behandelaars op zichzelf geen behandeldoel is en dus ook geen grond vormt voor voortzetting van de behandeling.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2021:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 20102b

    Klacht tegen sociaal-psychiatrisch verpleegkundige ongegrond, grotendeels omdat verweerder bij het verweten handelen geen betrokkenheid heeft gehad. Voor zover het gaat om handelen waar verweerder wel bij betrokken was, oordeelt het college dat de door verweerder aan klager geschreven brief de communicatie door klager betreft en niet als dreigbrief kan worden gezien, dat klager niet onnodig met gewijzigde behandelplannen is geconfronteerd en dat klager, blijkens zijn ondertekening van het (besproken) behandelplan met de gewijzigde diagnose, van die gewijzigde diagnose op de hoogte is gesteld.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2021:3 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2020/09 VB 2020/10 VB 2020/11 VB 2020/12

    Op 4 juni 2021 heeft het VBC einduitspraak gedaan in het geschil tussen de stichting Animal Rights en vier dierenartsen die in opdracht van de NVWA in 2016 keuringen hebben verricht van partijen varkens voorafgaand aan vijf transporten over de weg van verzamelcentra in Nederland naar slachthuizen in Belgie. Bij aankomst in België zijn telkens ten aanzien van meerdere dieren onregelmatigheden geconstateerd, van welke onregelmatigheden de Belgische dierenartsen, verbonden aan het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de Voedselketen (FAVV) verslag hebben gedaan. Eerder, op 30 oktober 2021 heeft het VBC beslist dat de stichting kan worden ontvangen in haar klachten en dat de dierenartsen onderworpen zijn aan het veterinair tuchtrecht (ECLI:NL:TDIVBC:2020:9). In de einduitspraak oordeelt het VBC dat de betreffende dierenartsen tekort zijn geschoten in hun zorgplicht voor de betreffende varkens als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet dieren. Aan elk van de dierenartsen is een waarschuwing gegeven.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2316-A2021/008

    Klager heeft een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget aangevraagd in verband met (onder meer) gevoeligheid voor infecties wegens een miltverwijdering. Nadat deze aanvraag is afgewezen, heeft klager bezwaar gemaakt. Verweerder heeft in de bezwaarprocedure klager gehoord en het bezwaar afgewezen. Klager verwijt verweerder een verkeerde beoordeling en een onheuse bejegening. Deels gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:102 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-088/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over uitlatingen in een presentatie kennelijk ongegrond.