Zoekresultaten 10571-10580 van de 45244 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2021:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-126a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klacht deels verjaard. Klager verwijt beklaagde in feite dat hij niet heeft begrepen dat klager een hulpvraag wilde stellen. Het College kan op grond van het dossier niet vaststellen dat beklaagde in 2011 onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van hetgeen klager heeft verteld over zijn verleden. Ook kan niet worden vastgesteld dat beklaagde dit gesprek ten onrechte heeft opgevat als een gesprek over het verleden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2021:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-160

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Het College komt tot het oordeel dat de huisarts klaagster te laat naar de uroloog heeft verwezen. De huisarts heeft onvoldoende onderkend dat microscopische hematurie (onzichtbaar bloed in de urine) ook hematurie is. De persisterende microscopische hematurie zonder tekenen van infectie was een indicatie voor verwijzing naar een uroloog. Nu die verwijzing pas in juni 2020 heeft plaatsgevonden, heeft de huisarts onvoldoende zorgvuldig gehandeld. Uit het dossier blijkt dat de huisarts steeds urineonderzoek heeft ingezet en soms ook bloed- en lichamelijk onderzoek, dat er een SOA-test is gedaan, dat er geregeld consulten hebben plaatsgevonden en dat er medicatie is voorgeschreven. Het College kan daarom niet – los van de te late verwijzing – vaststellen dat de huisarts klaagster of haar klachten niet serieus zou hebben genomen. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-289/DB/OB

    Het staat een advocaat vrij om op grond van de door zijn (aspirant) cliënt aan hem verstrekte en uit openbare registers verkregen informatie een analyse van een zaak heeft op te stellen. Verweerder mocht bij het opstellen van de analyse afgaan op de juistheid van de door zijn (aspirant) cliënten verkregen informatie. Niet gebleken dat de advocaat zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van afpersing, smaad en laster.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2021:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-115b

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Beklaagde heeft gesteld dat hij klager heeft uitgelegd dat bij een pleurodese (plakken van een long) de beide longbladen aan elkaar worden geplakt met als doel dat daarna een klaplong aan de desbetreffende kant niet meer kan ontstaan. Dit gaat bijna altijd gepaard met een pijnlijk, zeurend gevoel aan de kant van de operatie. Dit gevoel kan korter of langer duren. Klager is daarom verwezen naar het longrevalidatieprogramma. Het College volgt de uitleg en de toelichting van beklaagde dat de klachten van klager zijn ontstaan door de ontwikkeling van de COPD en de longoperaties en dat er geen verband is tussen de problemen in het maag/darmstelsel en de operaties uit 2018. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:101 Raad van Discipline Amsterdam 20-647/A/A

    Herstelbeslissing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:91 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-324/DB/LI/W

    Verzoek tot wraking deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/65

    Klaagster verwijt de notaris (kort gezegd) dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de totstandkoming van het testament van erflater. Bij dat testament heeft erflater klaagster, met wie hij een niet-geformaliseerde LAT-relatie had, tot zijn enige erfgename benoemd. De kamer overweegt dat op een notaris een zwaarwegende zorgplicht rust om al datgene te verrichten wat nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de rechtshandeling. De wensen van een testateur dienen te worden geïnventariseerd en overeenkomstig de bedoeling dient een uiterste wilsbeschikking te worden geredigeerd. Het is daarbij aan de notaris om de testateur te wijzen op de gevolgen van de wijze waarop diens laatste wil in een uiterste wilsbeschikking wordt vastgelegd. Mede gelet op het vertrouwen dat de deelnemers aan het rechtsverkeer moeten kunnen stellen in een notariële akte, geldt deze verplichting jegens alle belanghebbenden - waaronder klaagster - en niet slechts jegens de partijen bij de in de notariële akte opgenomen rechtshandelingen. Vast staat dat de notaris bekend was met het feit dat erflater en klaagster een niet-geformaliseerde LAT-relatie hadden en dat zij dus niet werden aangemerkt als partners in de zin van de Successiewet 1956 (hierna: Sw). Op grond van artikel 32 lid 1 sub 4 onder a Sw is tot een aanzienlijk bedrag vrijgesteld hetgeen wordt verkregen door een partner in de zin van die wet en valt het vrijgestelde bedrag voor iemand (zoals klaagster) die wordt aangemerkt als overige verkrijger in de zin van artikel 32 lid 1 sub 4 onder f Sw daarbij in het niet. De zwaarwegende zorgplicht van een notaris brengt naar het oordeel van de kamer mee dat de notaris in het onderhavige geval zich een globaal beeld van de financiële situatie van erflater had dienen te vormen en erflater had moeten wijzen op de voor klaagster te verwachten hoge heffing aan erfbelasting, als gevolg van het feit dat zij niet werd aangemerkt als partner in de zin van de Sw. De notaris heeft ter zitting te kennen gegeven dat zij niet bekend was met (de omvang van) het vermogen van erflater en zij heeft niet aangetoond dat ze met erflater heeft gesproken over de gevolgen van de niet-geformaliseerde LAT-relatie voor de erfbelasting. Het betoog van de notaris dat aan haar slechts een beperkte opdracht - namelijk een kleine aanpassing van het eerdere testament van erflater, bestaande uit het opnemen van een legaat in erflaters testament - is gegeven en de erfstelling niet is gewijzigd, ontslaat haar niet van het nakomen van eerder genoemde zwaarwegende zorgplicht. De klacht wordt gegrond verklaard en aan de notaris wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/70

    De vader en twee broers van klaagsters werkten in maatschapsverband samen met het oog op de gezamenlijke exploitatie van een agrarische onderneming. Ter voorbereiding op de algehele terugtrekking van vader uit de maatschap hebben de broers en/of vader een adviseur ingeschakeld, die vervolgens een beroep heeft gedaan op de notaris. De notaris heeft - met gebruikmaking van de door vader en de broers getekende volmachten - op 23 december 2016 twee akten van levering gepasseerd. Bij de ene akte heeft vader bedrijfsgebouwen en landerijen geleverd aan de broers, zulks ieder voor de onverdeelde helft. In de akte staat vermeld dat de tegenprestatie door de broers is voldaan door verrekening. Bij de andere akte heeft vader een woning geleverd aan één van de broers. Ook in die akte staat vermeld dat de koopprijs is voldaan door interne verrekening. Klaagsters verwijten de notaris (kort gezegd) dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de totstandkoming van de twee akten van levering. De onzorgvuldigheid zit hem volgens klaagsters in het volgende. De notaris heeft naar vader toe niet voldaan aan zijn informatie- en waarschuwingsplicht. De notaris heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de onafhankelijke wilsvorming van vader. De notaris heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de in de akten van levering opgenomen tegenprestaties en de wijze waarop die tegenprestaties precies zijn voldaan. De kamer verklaart de klacht gegrond. De kamer is van oordeel dat de notaris met zijn handelwijze zijn kerntaken als notaris heeft veronachtzaamd. Notariële kernwaarden als ‘onafhankelijkheid’, ‘onpartijdigheid’ en ‘zorgvuldigheid’ zijn door de notaris op ernstige wijze geschonden. Bij de totstandkoming van de akten van levering heeft de notaris niet aan zijn zorg-, voorlichtings- en onderzoeksplicht voldaan. De notaris heeft niet met de in dit geval vereiste hoge mate van zorgvuldigheid onderzocht of vader, die op leeftijd was en samenwoonde met broer 2, zijn wil vrij kon vormen en uiten. De notaris heeft geen oog gehad voor de kwetsbare positie van vader, laat staan dat hij zijn handelen daarop heeft afgestemd. Door enkel en alleen af te gaan op de informatie van de adviseur en de broers (de broers zijn samen nota bene direct belanghebbenden bij één van de akten en broer 2 is ook direct belanghebbende bij de andere akte), heeft hij zich niet kritisch opgesteld ten opzichte van diensten die van hem werden verlangd. De kamer is van oordeel dat de notaris door zijn handelwijze niet heeft gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en de belangen van vader ernstig heeft veronachtzaamd. Daarmee heeft de notaris voor klaagsters het vertrouwen in het notariaat schade toegebracht. De kamer legt aan de notaris de maatregel op van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/68

    Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig, afhankelijk en partijdig heeft gehandeld. De klacht, die uit meerdere onderdelen bestaat, heeft betrekking op de door de notaris gepasseerde huwelijksvoorwaarden van vader en zijn tweede echtgenote en op de werkzaamheden die de notaris na vaders overlijden heeft verricht. De kamer heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek om (schade)vergoeding en heeft de klacht voor het overige ongegrond verklaard

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/72 en 73

    Klager verwijt de notaris en de kandidaat-notaris dat zij onzorgvuldig, afhankelijk en partijdig hebben gehandeld bij de overdracht van de woning en de garages, die in eigendom toebehoorden aan klager en zijn ex-echtgenote. De meeste klachtonderdelen worden niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze (ruim) na het verstrijken van de vervaltermijn van drie jaren (artikel 99 lid 21 Wna) bij de kamer zijn ingediend. Eén klachtonderdeel, dat betrekking heeft op de uitbetaling van de onder de notaris gedeponeerde tegoeden, wordt ongegrond verklaard