Zoekresultaten 3221-3230 van de 42816 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5087

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij de professionele grenzen heeft overschreden, onder meer door veelvuldig (seksueel getint) WhatsApp-contact. De huisarts erkent dat het appcontact tussen hem en klaagster uit de hand is gelopen. De huisarts ontkent seksuele handelingen of onderzoek met seksuele intenties. Het college verklaart de klacht gegrond. De huisarts is al uitgeschreven uit het BIG-register. De ernst van de hier aan de orde zijnde normoverschrijdingen rechtvaardigt naar het oordeel van het college dat dit zo blijft en dat de huisarts zich niet opnieuw in het BIG-register kan inschrijven. Alleen op deze wijze kan risico op herhaling worden voorkomen. Het college betrekt hierin dat de huisarts op geen enkel moment gedurende het jarenlange appcontact zelf tot het inzicht is gekomen dat wat hij deed niet door de beugel kon. Tot dit besef kwam hij pas toen klaagster een procedure was gestart. Het college heeft niet de overtuiging gekregen dat de huisarts achteraf het volstrekt ontoelaatbare van zijn gedrag inziet. De wijze waarop de huisarts de achtergrond en redenen van zijn handelen heeft toegelicht, brengt het college tot de overtuiging dat het bij de huisarts ontbreekt aan een doorleefd besef van de ernst en de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag. Het college ontzegt aan de huisarts het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1581

    Klacht tegen internist. Klaagster klaagt over de behandeling van haar overleden echtgenoot (patiënt). Het eerste consult met de internist was in november 2016. Tijdens dit consult heeft de coassistent onder supervisie van de internist een uitgebreide anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek verricht. De internist heeft de bevindingen daarvan met de patiënt besproken. Het tweede consult was in december 2016 toen de uitslagen van de uitgevoerde onderzoeken, waaronder de beenmergpunctie, bekend waren. Na het tweede consult heeft de internist de behandeling overgedragen aan de hematoloog en geen zorgcontact met patiënt meer gehad. Klaagster verwijt de internist dat hij 1) een verkeerde diagnose heeft gesteld, namelijk de ziekte van Kahler, die hij ondanks aanhoudende klachten niet wilde herzien,2) klaagster en patiënt nooit serieus heeft genomen en 3) heeft geweigerd een collega van een ander medisch centrum te woord te staan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20225121

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts in opleiding tot psychiater. Klaagster is opgenomen in een kliniek voor acute psychiatrie. Klaagster verwijt de arts valsheid in geschrifte, omdat zij ten onrechte beweert dat klaagster twee keer brand heeft gesticht waardoor zij in de isoleercel is geplaatst. Voorts stelt klaagster dat de arts feiten verdraait met betrekking tot uitlatingen die klaagster zou hebben gedaan over een medepatiënt. Het college is van oordeel dat de arts het gedrag van klaagster terecht kon aanmerken als brandstichting en dat uit het medisch dossier blijkt dat dit al een keer eerder had plaatsgevonden. Dat klaagster naar aanleiding van haar gedrag gesepareerd is, acht het college in de gegeven omstandigheden een proportionele maatregel. Niet is gebleken dat klaagster hierover onjuist heeft genoteerd in het dossier van klaagster. Het dossier bevat verder geen enkel aanknopingspunt of aanleiding om te veronderstellen dat de arts de feiten met betrekking tot de uitlatingen van klaagster over de medepatiënt zou verdraaien.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:15 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 725812 / DW RK 22/434 LV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder weigert de beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen. Indien klager het met de uiteindelijk berekende beslagvrije voet niet eens is, dient hij zich te wenden tot de gewone civiele rechter. De kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4631

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster heeft ingestemd met vrijwillige opname in een kliniek. Vanwege plaatsingsgebrek is klaagster in een andere locatie geplaatst. Klaagster verwijt de arts onder meer dat een alcoholverslaving is aangegrepen om haar plaatsing bij de andere locatie te rechtvaardigen, terwijl van een alcoholverslaving geen sprake was, zij op een onjuiste behandellocatie terecht is gekomen en de beoordeling niet zorgvuldig is geweest. Deze verwijten gaan niet op. De arts heeft de diagnose alcoholverslaving niet gesteld. De problematiek kon goed in de kliniek worden behandeld. Het college heeft geen aanwijzingen dat de beoordeling onzorgvuldig is geweest. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1701

    Klacht tegen arts. Klaagster is de partner van een inmiddels overleden patiënt die leed aan een in de longen, botten en lymfeklieren gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom. De arts heeft de patiënt aangemeld voor immunotherapie, bestaande uit een combinatie van de medicijnen nivolumab en ipilimumab. De arts heeft de patiënt uitgelegd dat dit een levensverlengende behandeling betrof. Klaagster verwijt de arts dat zij nalatig is geweest bij het monitoren van de immunotherapie, omdat zij de dosering van de medicatie niet heeft aangepast op het verminderde gewicht van patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5115

    Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. Klaagster is aangemeld bij de polikliniek waar de psychiater werkzaam was. Klaagster is daar uiteindelijk niet behandeld, waarop het dossier is afgesloten en de psychiater de huisarts van klaagster heeft geïnformeerd. Klaagster verwijt de psychiater valsheid in geschrifte en het stellen van fictieve diagnoses. Dat er sprake is geweest van valsheid in geschrifte, is het college niet gebleken noch aannemelijk geworden. Van het stellen van fictieve diagnoses is ook geen sprake, nu de psychiater zelf geen diagnose(s) heeft gesteld en in de huisartsenbrief alleen eerder gestelde diagnoses (automatisch) zijn opgenomen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/711711/ DW RK 21/583 LV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De kamer stelt vast dat in de door de gerechtsdeurwaarder opgemaakte en uitgebrachte exploten onjuiste bedragen zijn opgenomen en dat het een onjuistheid betreft die door de gerechtsdeurwaarder gemakkelijk hadden kunnen worden opgemerkt en waarover hij zijn opdrachtgeefster had moeten bevragen. Gelet op de cruciale rol van exploten in het rechtsverkeer – zij leveren immers dwingend bewijs op – is het van groot belang dat de gerechtsdeurwaarder bij het uitbrengen hiervan uiterste zorgvuldigheid betracht. In de zelfde mate geldt dat voor de inzet van een ingrijpend middel als beslaglegging.*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 19 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3158], [- vernietigt de bestreden beslissing, voor zover het betreft de aan de gerechtsdeurwaarder opgelegde maatregel;en, in zoverre opnieuw beslissende:- legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;- bevestigt de bestreden beslissing voor het overige.]*****

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-053/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond bij gebrek aan onderbouwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-054/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in diverse zaken kennelijk ongegrond.