Zoekresultaten 1851-1860 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:240 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5300

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij betrokken was bij een – in haar ogen – ten onrechte aangevraagde zorgmachtiging. Ook zou hij ten onrechte haar vrijwillige opname van een week niet hebben verlengd. De psychiater heeft aangevoerd dat de stukken met betrekking tot aanvraag van de zorgmachtiging op geen enkele wijze blijk geven van enige betrokkenheid van zijn kant. Het college onderschrijft dit. De psychiater heeft verder uiteengezet dat hij als geneesheer-directeur klaagsters bezwaar tegen het ontslag ongegrond heeft verklaard. Het betrof een time-out van één week, die niet werd verlengd vanwege het groepsontwrichtende en onhandelbare gedrag van klaagster. Het college ziet geen reden om aan de zorgvuldigheid van het besluit van de psychiater te twijfelen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:198 Raad van Discipline Amsterdam 23-130/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/5

    Klagers verwijten de notaris dat zij:1. onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater toen zij op 15 maart 2019, 9 september 2019 en 4 juni 2020 zijn testamenten passeerde;2. onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de op 15 oktober 2020 door Y afgegeven ruimschoots-verklaring ten aanzien van erflaters nalatenschap;3. ten onrechte de op 29 oktober 2020 opgemaakte verklaring van erfrecht ten aanzien van erflaters nalatenschap heeft afgegeven.Een van de klagers is een VOF. Deze klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in de klacht, omdat de VOF geen indirect of afgeleid belang heeft bij de klacht. De kamer acht een rechtstreeks, een indirect of afgeleid (financieel) belang van de overige klagers bij de klachtonderdelen 2 en 3 evenmin aanwezig. Zij worden daarom niet-ontvankelijk verklaard in de klachtonderdelen 2 en 3. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716473 / DW RK 22/150 LvB/WdJ

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brieven van 27 december 2021 aan klagers te betekenen. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. Het was niet aan de gerechtsdeurwaarder om te controleren of incassokosten waren verschuldigd en of aan klagers sub 4 en 5 de zogenoemde veertiendagenbrieven zouden moeten worden verzonden. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder gelet op de inhoud van de e-mail van de gemachtigde van klagers van 10 januari 2022 niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de e-mail enkel door te sturen naar de opdrachtgever.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:119 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-312/DB/LI

    Klacht over de eigen advocaat. Het stond verweerster vrij zich terug te trekken. Verweerster heeft daarbij niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen. Het lag op verweersters weg om duidelijk te communiceren en schriftelijk vast te leggen dat zij de schuldeisers van klaagster nog niet had aangeschreven. Niet gebleken dat verweerster onvoldoende kennis had, haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden of haar dossiers niet op orde had. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-356/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft verzuimd om van het door haar ontvangen verzoekschrift direct een afschrift naar klager (haar cliënt) te sturen. Waarschuwing. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716474 / DW RK 22/151 LvB/WdJ

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Geldboete van € 250,- opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brief van 12 augustus 2020 aan klaagster te betekenen. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. Verder zijn de kosten van het sommatie-exploot ten onrechte aan klaagster doorberekend. Niet gebleken is dat sprake is van een consumentenkoop, zodat een veertiendagen brief zou moeten worden verzonden. Er is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de Brp te verifiëren alvorens het exploot te betekenen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:143 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1826

    Klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de opdracht gekregen om een medisch advies uit te brengen over de vraag of er causaal verband bestaat tussen de klachten en de beperkingen van klaagster en de werkvloer. De verzekeringsarts heeft in zijn rapport geconcludeerd dat hij voor een volledige en zorgvuldige beeld- en besluitvorming meer informatie nodig heeft. Volgens klaagster is het advies frauduleus en had de verzekeringsarts voldoende informatie. Ook verwijt zij de verzekeringsarts dat hij heeft nagelaten om het medisch advies uit te leggen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.  Klaagster is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:219 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-428/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft in een conflict tussen twee bedrijven meermalen mededelingen aan de rechter gedaan over de inhoud van schikkingshandelingen, waarmee zij Gedragsregel 27 heeft overtreden, ook nadat klager haar daarop had gewezen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:120 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-294/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klager verwijt verweerder dat hij zich in de randnummers 4 en 7 van het verweerschrift van 21 september 2022 onnodig grievend over klager heeft uitgelaten en feitelijke informatie heeft verstrekt waarvan hij wist of kon weten dat die onjuist was. Hoewel de raad zich kan voorstellen dat klager door de in de randnummers 4 en 7 geponeerde stellingen gegriefd is en gelet op het van toepassing zijnde toetsingskader van een familierechtadvocaat mag worden verwacht dat die zich terughoudend opstelt, geldt dat onwelgevallige uitlatingen van een wederpartij niet zonder meer ontoelaatbaar zijn. Daarvan is pas sprake als uitlatingen bijvoorbeeld apert onjuist zijn of in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan het debat. Dit is de raad niet gebleken. Ongegrond.