ECLI:NL:TGDKG:2023:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716473 / DW RK 22/150 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:74
Datum uitspraak: 30-10-2023
Datum publicatie: 30-10-2023
Zaaknummer(s): C/13/716473 / DW RK 22/150 LvB/WdJ
Onderwerp:
  • Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
  • Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brieven van 27 december 2021 aan klagers te betekenen. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. Het was niet aan de gerechtsdeurwaarder om te controleren of incassokosten waren verschuldigd en of aan klagers sub 4 en 5 de zogenoemde veertiendagenbrieven zouden moeten worden verzonden. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder gelet op de inhoud van de e-mail van de gemachtigde van klagers van 10 januari 2022 niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de e-mail enkel door te sturen naar de opdrachtgever.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 oktober 2023 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/716473 / DW RK 22/150 LvB/WdJ ingesteld door:

1. [  ],

2. [  ],

3. [  ],

4. [  ],

5. [  ],

klagers,

gemachtigde: [  ],

tegen,

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 15 april 2022, hebben klagers een klacht ingediend tegen [  ] en bovengenoemde gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op  8 augustus 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De gemachtigde van klagers heeft de klacht aangevuld bij e-mail met bijlage, ingekomen op 13 september 2023. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 september 2023 alwaar klager sub 4 met de gemachtigde van klagers en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 30 oktober 2023.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Bij exploot van 18 augustus 2020 heeft een collega-gerechtsdeurwaarder een brief van [  ] van 12 augustus 2020 aan klager sub 5 betekend en gesommeerd om binnen drie dagen een bedrag van € 192.351,60 op zijn derdengeldenrekening over te maken.

-           Bij exploten van 6 januari 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder op verzoek van [  ] brieven van 27 december 2021 met bijlagen aan klagers betekend en gesommeerd om binnen drie dagen een bedrag van € 226.488,41 op de derdengeldenrekening van de gerechtsdeurwaarder over te maken.

-           Bij e-mail van 10 januari 2022 heeft de gemachtigde van klagers namens

klager sub 5 op het exploot met bijlagen van 6 januari 2022 gereageerd.  

3. De klacht

De gemachtigde van klagers beklaagt zich samengevat over het volgende.

a. In de door de gerechtsdeurwaarder betekende brief van 27 december 2021 wordt gebruik gemaakt van zeer intimiderend taalgebruik, zeker gelet op de betaaltermijn van drie dagen en de hoogte van de vordering. Dit geldt in het bijzonder voor de privé personen, te weten klagers sub 4 en 5.

b. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd de vordering van [  ] op [  ] marginaal te toetsen: uit niets blijkt dat klagers een relevante relatie hebben tot [  ]. Het bijgevoegde betekeningsexploot van 18 augustus 2020 aan klager sub 5 levert geen rechtens relevante juridische relatie op. De betreffende brief van 12 augustus 2020 is niet bij de exploten gevoegd. Indien de gerechtsdeurwaarder deze brief zou hebben opgevraagd bij de opdrachtgever, zou hij hebben kunnen vaststellen dat de vordering geen betrekking had op klager sub 5. De gerechtsdeurwaarder had tevens de hoogte van het bedrag dat genoemd is in het exploot van 18 augustus 2020 marginaal moeten toetsen aan het bedrag zoals dat vermeld is in de brief van 27 december 2021.

c. Op grond van het bepaalde in artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek had de schuldeiser eerst nog een veertiendagenbrief aan de consument/schuldenaar moeten verzenden.

d. De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op de e-mail van de gemachtigde van klagers van 10 januari 2022.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. De klacht is tevens gericht tegen bovengenoemde gerechtsdeurwaarder die zich heeft opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a. wordt het volgende overwogen. De gerechtsdeurwaarder heeft in opdracht van [  ] bij deurwaardersexploot de door [  ] opgestelde brieven van 27 december 2021 aan klagers betekend en hen gesommeerd binnen drie dagen de vordering te voldoen. De gerechtsdeurwaarder heeft de brieven weliswaar aan klagers betekend,  maar is niet verantwoordelijk voor de inhoud van die brieven. Hij dient echter wel marginaal te toetsen of de inhoud van de brief voldoet aan algemeen geldende fatsoensnormen. Naar het oordeel van de kamer is daarvan sprake. Het taalgebruik is immers vrij standaard juridisch en voldoet naar het oordeel van de kamer aan de fatsoensnormen. Dit geldt eveneens ten aanzien van de betalingstermijn van drie dagen.

5.3.1 Ten aanzien van klachtonderdeel b. overweegt de kamer dat een gerechtsdeurwaarder ingevolge artikel 11 van de Gerechtsdeurwaarderswet in beginsel verplicht is om ambtshandelingen, waartoe deze bevoegd is, te verrichten indien hierom wordt verzocht, maar dat er wel altijd een marginale toetsing dient plaats te vinden. De gerechtsdeurwaarder mag dan ook niet zonder enig eigen onderzoek afgaan op de mededelingen van de opdrachtgever.

5.3.2 De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brieven van 27 december 2021 aan klagers te betekenen. Hiermee is immers enkel voor de opdrachtgever de zekerheid gesteld dat de betreffende brieven aan klagers zijn bezorgd. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. In de betekende brieven van 27 december 2021 zijn klagers sub 4 en 5, als Ultimate Beneficiairy Owner (UBO), eigenaar, aandeelhouder en bestuurder van [  ] alsmede klagers sub 1, 2 en 3, verzocht tot betaling van een vordering die [  ] van [  ] overgenomen zou hebben over te gaan. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder marginaal heeft getoetst of [  ] daadwerkelijk een vordering op [  ] heeft en of klagers daadwerkelijk enige betalingsverplichting jegens [  ] hebben. Dit kan in ieder geval niet worden vastgesteld uit de betekende brieven van 27 december 2021. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder klagers sub 4 en 5 in persoon gesommeerd tot betaling van de vordering over te gaan kennelijk zonder zich daarbij te realiseren dat klagers sub 4 en 5 als UBO, eigenaar, aandeelhouder of bestuurder van [  ] zijn aangeschreven om een betaling te verrichten, maar dat daaruit niet automatisch volgt dat zij ook in persoon aansprakelijk zijn voor betaling van een schuld van [  ]. Daarom had de gerechtsdeurwaarder klagers sub 4 en 5 niet zonder nader onderzoek in persoon mogen en kunnen sommeren tot het verrichten van een betaling op zijn derdengeldrekening, waartoe zij zonder meer niet rechtens zijn gehouden.

5.3.3 Ten aanzien van de hoogte van het bedrag merkt de kamer op dat in de brief van 27 december 2021 de hoogte van de vordering is beschreven. Het is noch aan de gerechtsdeurwaarder noch aan de kamer om inhoudelijk in te gaan op de vordering. Indien klagers het niet eens zijn met de vordering dienen zij zich te wenden tot de civiele rechter.

5.4 Ten aanzien van klachtonderdeel c. overweegt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder slechts belast was met de betekening van de brieven. Hij was niet belast met executie van de vordering. Het was daarom niet aan hem om te controleren of incassokosten waren verschuldigd en of aan klagers sub 4 en 5 de zogenoemde veertiendagenbrieven zouden moeten worden verzonden. Dit te meer nu uit de brieven van 27 december 2021 kan worden opgemaakt dat het een onbetaald gelaten vordering uit 2013 betreft, waarvoor klagers sub 4 en 5 reeds eerder waren aangeschreven. Voor het toewijzen van incassokosten ten laste van klagers sub 1, 2 en 3 als niet-natuurlijke personen is het versturen van een veertiendagenbrief sowieso geen vereiste.

5.5 Ten aanzien van klachtonderdeel d. wordt het volgende overwogen. Ingevolge vaste jurisprudentie mag van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij

e-mails en brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde dossier binnen een redelijke termijn, te weten ongeveer twee weken, beantwoordt. Niet betwist is dat de gerechtsdeurwaarder niet op de e-mail van de gemachtigde van klagers van 10 januari 2022 heeft gereageerd. De kamer overweegt dat nu de inhoud van de e-mail van 10 januari 2022 slechts bestaat uit mededelingen en uit de e-mail niet kan worden afgeleid dat de gemachtigde van klagers een antwoord verwachtte, het niet tuchtrechtelijk laakbaar is dat de gerechtsdeurwaarder de e-mail enkel heeft doorgestuurd naar de opdrachtgever.

5.6 De kamer zal de klacht gelet op voorgaande gedeeltelijk gegrond verklaren. De kamer acht de maatregel van berisping in dit geval passend en geboden.

5.7 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor klagers worden die begroot op totaal € 350,-, aan kosten van klagers vastgesteld op een forfaitair bedrag van € 50,- en kosten van verleende rechtsbijstand ad € 300,- (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt € 150,-).Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500,-.

5.8 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klagers het betaalde griffierecht vergoedt.

5.9 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ten aanzien van de sommatie tot betaling van de vordering gegrond;
  • verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
  • legt de gerechtsdeurwaarder voor het gegronde deel van de klacht de maatregel van berisping op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klagers, te begroten op € 350,-, te betalen na onherroepelijk worden van deze uitspraak;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, begroot op € 1.500,-, met aanzegging dat de ex artikel 43 lid 6 van de Gerechtsdeurwaarderswet te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder het bedrag van de kostenveroordeling moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per brief aan de gerechtsdeurwaarder zal worden medegedeeld;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klagers het betaalde griffierecht

ad € 50,- vergoedt, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. C.W.D. Bom en mr. O.J. Boeder, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.