Zoekresultaten 1821-1830 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:265 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-699/AL/MN

    Verzetsbeslissing. Klager is van mening dat de voorzitter in zijn beslissing zowel een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft aangelegd, als zijn beslissing heeft gebaseerd op onvolledige en onjuiste feiten. De raad volgt klager daarin niet. De raad is van oordeel dat de voorzitter de juiste maatstaf heeft toegepast. In het verzetschrift van klager worden verder geen nieuwe feiten genoemd en daaruit blijkt ook niet dat van onjuiste feiten is uitgegaan. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:259 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-270/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5274

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster is ziek uitgevallen voor haar werk als wijkziekenverzorgende. De bedrijfsarts heeft haar vervolgens gedurende ongeveer anderhalf jaar begeleid in de re-integratie. Klaagster maakt de bedrijfsarts meerdere verwijten over de begeleiding en de door haar gegeven adviezen. Het college komt tot het oordeel dat de bedrijfsartsniet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:266 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-532/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de rechtbank te verzoeken om het kind te horen. Verweerster mocht dit doen ter behartiging van de belangen van de moeder. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:260 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-358/AL/MN

    De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:267 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-444/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:261 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-421/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht van een juridisch adviseur over een advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:268 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-857/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat. Klager heeft verweerder opdracht gegeven tijdig pro forma beroep in te stellen tegen 2 vonnissen. Na ontvangst van de stukken heeft een kantoorgenoot van verweerder – die op dat moment afwezig was - aan klager geadviseerd het hoger beroep niet door te zetten en hem gewezen op de mogelijkheid de zaak voor de eerst dienende dag in te trekken en op de mogelijkheid van de wederpartij om de zaak te vervroegen. De dagvaardingen zijn op verzoek van klager toch uitgebracht. Klager heeft verweerder verzocht hem de originele exploten toe te zenden. Dezelfde kantoorgenoot van verweerder heeft dat geweigerd en aan klager gevraagd wie de opvolgend advocaat was zodat hij ze aan hem/haar kon zenden. Voor de eerst dienende dag heeft de wederpartij in beide zaken een exploot van anticipatie uitgebracht en de zaak vervolgens aangebracht. Klager had daardoor geen belang meer bij afgifte van de originele exploten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:185 Hof van Discipline 's Gravenhage 220321

    Bekrachtiging beslissing raad. De advocaat van de wederpartij werd onder meer verweten dat hij kansloze en nodeloze procedures voor zijn cliënt heeft gevoerd en dat hij daarbij bij herhaling stellingen poneerde waarvan hij de onjuistheid kende. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:186 Hof van Discipline 's Gravenhage 220222

    Bekrachtiging beslissing raad over retentierecht. De raad herhaalt zijn eerdere beslissing van 20 augustus 2012, ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3243. Het hof onderschrijft die beslissing. Met uitzondering van interne memo’s die slechts bestemd zijn als geheugensteun voor de advocaat, heeft de cliënt bij overdracht van het dossier recht op door de advocaat geproduceerde (concept-)stukken waarvoor de cliënt heeft betaald of zekerheid heeft gesteld. Dit geldt zeker voor stukken die bruikbaar zijn voor de opvolgend advocaat. Of die stukken al dan niet voldragen zijn doet daaraan niet af. Het was aan verweerder geweest zijn standpunt dat de concept-memorie bij beëindiging van de opdracht niet meer was dan een interne notitie te onderbouwen. Nu hij dat niet heeft gedaan, wordt zijn standpunt dat er slechts  sprake van een intern document als onvoldoende toegelicht afgewezen. Waarschuwing.