Zoekresultaten 10761-10770 van de 43384 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-230a
- Datum publicatie: 11-08-2020
- Datum uitspraak: 11-08-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:93
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het voorschrijven van salbutamol in combinatie met de problematiek waar klaagster bekend mee is, is op zichzelf gezien niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klaagster heeft haar klacht verder niet feitelijk onderbouwd. Het College oordeelt, mede gelet op hetgeen in het dossier beschreven staat, dat beklaagde geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Dit oordeel berust niet op het uitgangspunt dat het woord van klaagster minder geloof verdient dan dat van beklaagde, maar op de omstandigheid dat onvoldoende aannemelijk is dat wat in het patiëntdossier staat vermeld een onjuiste weergave is van de gang van zaken. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-260
- Datum publicatie: 11-08-2020
- Datum uitspraak: 11-08-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:87
Gegronde klacht tegen een huisarts. In dit geval ging het om het verstrekken van medische gegevens van klaagster op vraag van de medisch adviseur van een arbeidsongeschiktheidsverzekeraar. Uit tuchtrechtelijke uitspraken en de ‘KNMG-Richtlijn omgaan met medische gegevens’, KNMG, 2018, volgt een helder kader voor artsen hoe om te gaan met het verstrekken van medische gegevens aan derden. De gegevensverstrekking moet zich in een dergelijk geval beperken tot het beantwoorden van een specifieke vraagstelling en het geven van feitelijke, relevante informatie. Wanneer een vraagstelling onduidelijk of te ruim is, dient een arts eerst om verduidelijking te vragen. Een arts dient verder altijd behoedzaam en uiterst zorgvuldig om te gaan met het verstrekken van medische informatie aan derden. Gelet op de vraagstelling van de medisch adviseur en de verstrekte machtiging door klaagster, heeft beklaagde verwijtbaar onzorgvuldig gehandeld door het gehele patiëntendossier van klaagster vanaf 2003 te verstrekken. Beklaagde heeft zijn fout erkend en benadrukt dat hij in zijn praktijk nog extra zorgvuldig omgaat met het verstrekken van gegevens aan derden. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing. Ter publicatie aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-031
- Datum publicatie: 11-08-2020
- Datum uitspraak: 11-08-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:88
Ongegronde klacht tegen een huisarts. De kern van het eerste klachtonderdeel ziet op het missen van de juiste diagnose door beklaagde. Op zichzelf behoeft het missen van de juiste diagnose niet doorslaggevend te zijn voor het slagen van de klacht. De klacht is pas gegrond, als vast komt te staan dat de wijze waarop beklaagde tot de diagnose is gekomen in strijd is met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam beroepsgenoot mag worden verwacht. De handelwijze van beklaagde bij het komen tot de door haar gestelde diagnose kan niet onzorgvuldig worden genoemd, zodat haar geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. De mogelijke onzorgvuldigheid dat beklaagde niet opnieuw contact met klager heeft gezocht, nadat zij hem eerder telefonisch niet kon bereiken, maakt niet dat beklaagde een tuchtrechtelijk verwijt treft. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:15 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/69
- Datum publicatie: 10-08-2020
- Datum uitspraak: 03-07-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:15
Klager heeft vele bezwaren geuit aan het adres van de notaris. Kort gezegd komen deze bezwaren er op neer dat klager de notaris verwijt dat hij in zijn hoedanigheid van vereffenaar van erflaatsters nalatenschap onzorgvuldig, partijdig, afhankelijk en misleidend heeft gehandeld en misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden. De kamer stelt vast dat klager eerder een klacht heeft ingediend tegen de notaris. In die eerdere klachtprocedure heeft de kamer op 20 januari 2020 uitspraak gedaan. De klachtonderdelen 1 en 2 van de onderhavige klacht houden in essentie dezelfde twee verwijten in als die eerdere klacht en/of borduren daar op voort, terwijl klager in de onderhavige klacht geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht die hij niet ook al bij de eerste klacht naar voren had kunnen brengen. Voor zover klager in de eerdere klachtprocedure over deze onderwerpen niet volledig is geweest, komt dat voor zijn rekening en heeft klager zijn recht verloren om hierover nog een keer te klagen (‘ne-bis-in-idem-beginsel’). Dit betekent dat klager niet-ontvankelijk is in de klachtonderdelen 1 en 2. De overige klachtonderdelen (3 tot en met 12) zijn niet-ontvankelijk dan wel ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674980 DW RK 19/594
- Datum publicatie: 07-08-2020
- Datum uitspraak: 06-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:49
beslissing op verzet. klaagster heeft in verzetfase nieuwe klachten ingediend, daarin kan zij niet worden ontvangen. Voorzitter heeft juiste maatstaf toegepast in de oorspronkelijke beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.332
- Datum publicatie: 07-08-2020
- Datum uitspraak: 07-08-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:125
Klaagster verwijt de psychiater een onnodige behandeling en het verstrekken van onnodige medicijnen. Het college begrijpt dat de psychiater in de kern wordt verweten de voorgeschreven lithium door een andere stof te hebben vervangen waardoor klaagster allerlei vervelende bijwerkingen heeft gekregen. Volgens klaagster heeft de psychiater aan de apotheek andere recepten doorgestuurd dan voor lithium. Klaagster weet dit zeker omdat zij nu weer lithium gebruikt en geen bijwerkingen ervaart. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:126 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.362
- Datum publicatie: 07-08-2020
- Datum uitspraak: 07-08-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:126
Klager, piloot, dient een klacht in tegen een bedrijfsarts, werkzaam als onderdeelsarts op de vliegbasis. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij 1) onjuiste informatie heeft toegevoegd aan het medisch dossier van klager, 2) zijn beroepsgeheim heeft geschonden, en 3) zich niet heeft verantwoord voor zijn doen en laten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1 en 3 gegrond verklaard, de arts ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd, en de klacht voor het overige afgewezen. Het beroep van de arts richt zich tegen de gegrondverklaring van de klachtonderdelen 1 en 3 en de opgelegde maatregel. Het incidenteel beroep van klager richt zich tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 2. Het Centraal Tuchtcollege laat het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege in stand, behalve voor wat betreft de opgelegde maatregel: in dit specifieke geval kan volgens het Centraal Tuchtcollege worden volstaan met oplegging van de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:50 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/662655 DW RK 19/639
- Datum publicatie: 07-08-2020
- Datum uitspraak: 06-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:50
Verzet is te laat ingediend. Niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.167
- Datum publicatie: 07-08-2020
- Datum uitspraak: 07-08-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:120
Klacht tegen bedrijfsarts. Na klagers ziekmelding bij zijn werkgever heeft de bedrijfsarts klager gedurende zes maanden, tot en met oktober 2015, begeleid. In november 2015 heeft de bedrijfsarts klager verwezen naar een Medisch Centrum voor een expertise. In december 2015 is de begeleiding van klager overgenomen door een opvolgend bedrijfsarts. In juni 2016 is het expertiserapport uitgebracht. De bedrijfsarts heeft de werkgever van klager over dit rapport geïnformeerd. Klager verwijt de bedrijfsarts 1. dat hij vertrouwelijke medische informatie aan de werkgever van klager heeft verstrekt terwijl hij niet meer de bedrijfsarts van klager was en 2. de bedrijfsarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op. In beroep erkent de bedrijfsarts dat hij klachtwaardig heeft gehandeld, toont hij ook inzicht in zijn handelen en heeft hij op dit handelen gereflecteerd, zodat het Centraal Tuchtcollege van oordeel is dat kan worden volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:127 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.016
- Datum publicatie: 07-08-2020
- Datum uitspraak: 07-08-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:127
Klaagster is werkzaam als productiemedewerkster. De aangeklaagde bedrijfsarts begeleidt klaagster al meerdere jaren. In de afgelopen jaren hebben er meerdere re-integratieperiodes plaatsgevonden. Klaagster heeft een suïcidepoging gedaan. Klaagster verwijt de bedrijfsarts – zakelijk weergegeven - dat de bedrijfsarts haar psychische klachten niet serieus neemt en haar ten onrechte volledig arbeidsgeschikt heeft verklaard. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1076
- Pagina: 1077
- Pagina: 1078
- ...
- Pagina: 4339
- Volgende pagina zoekresultaten