Zoekresultaten 2041-2050 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:22 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1016.2012

      Beslissing op verzet. Het verzet is buiten de daarvoor geldende termijn ingesteld en klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet916.2012

      Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaard het verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet951.2012

      Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er over dat de gerechtsdeurwaarder zich heeft schuldig gemaakt aan misleiding door aan klager mee te delen dat de buitengerechtelijke verklaring van de bank de verklaring derdenbeslag vervangt. De door klager in verzet aangevoerde gronden werpen geen nieuw licht op de zaak werpen waarover de voorzitter heeft beslist. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet949.2012

      Beslissing op verzet. Verschil van mening over de uitleg van compensatie van kosten door de rechter. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaard het verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:23 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1027.2012

      Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet dan wel onjuist heeft uitgebracht.   De Kamer overweegt dat een exploot van dagvaarding een authentieke akte is waarvan de bewijskracht op voorhand vaststaat totdat tegenbewijs is geleverd. Het afschrift van het exploot van dagvaarding geldt als bewijs van bezorging. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW628.2012

      Naar het oordeel van de Kamer had de gerechtsdeurwaarder wel sneller kunnen reageren, maar de termijn gelegen tussen 16 juni 2012 en 3 juli 2012 is niet dermate lang dat kan worden geoordeeld dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Dat klaagster niet op de hoogte is gesteld van het onder de belastingdienst gelegde beslag staat op grond van de inhoud van de brief van 3 juli 2012 vast.  In die brief neemt de gerechtsdeurwaarder het standpunt in dat hij in verband met het vermijden van onnodige kosten na een beslaglegging pleegt te wachten met de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag tot hij weet of het beslag effect heeft gehad. Bij beslissing van de Kamer van 8 mei 2012, gegeven naar aanleiding van een eerdere tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht, is deze werkwijze als tuchtrechtelijk laakbaar aangemerkt. Dit klachtonderdeel is gegrond. Geen maatregel omdat de gerechtsdeurwaarder zijn werkwijze heeft aangepast en in deze zaak het beslag is gelegd vóór de uitspraak van de Kamer.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet957.2012

      Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte een notariële akte ten uitvoer tracht te leggen. Nu de besloten vennootschap failliet is verklaard en de curator niet kenbaar heeft gemaakt de onderhavige klachtprocedure te willen voortzetten kan niet meer worden vastgesteld welke eigen belangen klaagster nog heeft om als belanghebbende in de tuchtprocedure te kunnen worden aangemerkt. Evenmin kan de gemachtigde van klaagster de tuchtprocedure op zijn naam voortzetten. Gelet op de feiten richten de ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder zich tegen de besloten vennootschap en niet tegen de enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap in persoon. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW849.2012

      Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op haar e-mail heeft gereageerd; b: de gerechtsdeurwaarder de verkeerde beslagvrije voet heeft toegepast en de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten niet in verhouding staan tot de hoofdsom. Het feit dat de gerechtsdeurwaarder per abuis niet op een enkele e-mail heeft gereageerd is in het algemeen niet zonder meer tuchtrechtelijk laakbaar. Ten aanzien van de beslagvrije voet geldt dat de gerechtsdeurwaarder, zodra klaagster de gevraagde gegevens had verstrekt, binnen een redelijke termijn op haar verzoek tot aanpassing heeft gereageerd en de beslagvrije voet met terugwerkende kracht heeft aangepast. Met betrekking tot de verhouding tussen de kosten geldt dat het niet gaat om de vraag of de gemaakte kosten in verhouding staan tot de hoofdsom. Immers, de executiekosten zijn vaste, op het Besluit ambtshandelingen tarieven gerechtsdeurwaarders, berustende bedragen en bij kleine vorderingen al snel hoger dan de oorspronkelijke hoofdsom. Deze kosten worden niet hoger of lager wanneer de hoofdsom hoger of lager is. Het gaat om de beoordeling van de vraag of de kosten onnodig zijn gemaakt. Dat kan uit de klacht en de overgelegde producties niet worden opgemaakt. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:24 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1028.2012

      Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager beklaagt zich er samengevat over dat er geen rechtsgrond aanwezig is voor het leggen van beslag roerende zaken en er sprake is van ongeoorloofde intimidatie van de zijde van de gerechtsdeurwaarder. Klager stelt zich op het standpunt dat het pand en de roerende goederen zijn eigendom zijn en niet in eigendom aan zijn zoon toebehoren. Daarop mag geen beslag worden gelegd, aldus klager. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.   De Kamer overweegt dat anders dan klager heeft aangevoerd er een geldige titel aanwezig was voor het aangekondigde beslag, namelijk een ten nadele van de zoon van klager gewezen vonnis. Wanneer een gerechtsdeurwaarder aankondigt beslag te komen leggen op zaken waarvan een derde stelt eigenaar te zijn, noopt die enkele aanspraak de gerechtsdeurwaarder niet om op voorhand van het beslag af te zien. In dit geval was daarvoor des te minder reden, omdat - zoals klager ter zitting heeft erkend - roerende zaken van de zoon van klager op zijn adres aanwezig waren. Het verzet wordt, met aanvulling van de motivering, ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:7 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW658.2012

      De gerechtsdeurwaarder heeft voorafgaande aan het EK-2012 een brief verzonden aan diverse debiteuren voorafgaande aan het EK met een tekst die volgens klager, de KBVG, klachtwaardig is. De Kamer is van oordeel dat de gewraakte brief overduidelijk bedoeld was om bij de geadresseerde debiteuren de indruk te wekken – en in vele gevallen ongetwijfeld ook de indruk gewekt heeft – dat zij de EK-wedstrijden niet op hun televisie zouden kunnen volgen, als zij de bij de gerechtsdeurwaarder in behandeling zijnde vordering niet op korte termijn zouden voldoen. Dat is een onjuiste indruk en de gewraakte brief dient als een vorm van oneigenlijke drukuitoefening worden aangemerkt. Om die reden is de EK-beslagcampagne van de gerechtsdeurwaarder klachtwaardig.  Daar komt bij dat de actie en de bedoelde brief getuigen van een slechte smaak welke voor een gerechtsdeurwaarder in zijn ambtsuitoefening niet gepast is. Dat wordt er niet beter op nu de gerechtsdeurwaarder de actie heeft willen rechtvaardigen met de kwalificatie van “een licht creatieve aanpak”. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.