Zoekresultaten 43451-43500 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0192 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/081

    Klacht tegen arts-assistent interne geneeskunde. Klacht gaat over medisch handelen, informatieverschaffing en overdracht aan collega. Beslissing van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is wordt in hoger beroep bevestigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0432 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5720

    Hoger beroep tegen beslissing van de raad waarin opheffingsverzoeken van schorsing voor onbepaalde tijd (60b) werd afgewezen. In hoger beroep schorsing opgeheven. Schorsing werd door de deken op één grond verzocht en door de raad op deze grond opgelegd. Deze grond was vervallen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0193 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/080

    Klagers verwijten longarts onzorgvuldig en nalatig handelen bij beoordeling longfoto’s. Anders dan Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld gaat het handelen van de arts volgens het Centraal Tuchtcollege verder dan intercollegiaal overleg en is het tuchtrechtelijk toetsbaar. Arts had in de beschreven omstandigheden niet met de door hem telefonisch aan een nog onervaren arts-assistent doorgegeven beoordeling mogen volstaan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0433 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5628

    Schorsing 60b blijft in stand. Praktijkvoering onvoldoende. Faillissement van de praktijk B.V..

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0194 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/047

    Klager verwijt de huisarts dat hij hen met hun ernstig zieke dochtertje te lang op het consult heeft laten wachten, een onjuiste diagnose heeft gesteld en niet adequaat hebben gereageerd toen zij op de hoogte werden gesteld van het ziektebeloop (hersenontsteking). Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ten dele gegrond en legt de huisarts een waarschuwing op. Zowel de arts als de klager komen in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het principaal beroep van de arts gegrond en het incidenteel beroep van de klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0188 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/150

    Bij de echtgenoot van klaagster is een openhartoperatie verricht. De operatie is zonder complicaties verlopen . De patiënt is echter overleden. De cardiopulmonaal chirurg heeft als vertegenwoordiger van het ziekenhuis in de civiele procedure een aantal notities opgesteld. De arts wordt verweten dat deze notities tegenstrijdigheden en onjuistheden bevatten en dat de arts heeft bijgedragen aan het stellen van een onjuiste diagnose met als gevolg de fatale afloop. Het RTG heeft klaagster deels niet-ontvankelijk en de klacht deels ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege heeft bij tussenbeslissing de zaak tot een nader te bepalen datum aangehouden teneinde de advocaat van de arts in de gelegenheid te stellen relevante stukken te overleggen en een bij de zaak betrokken longarts als getuige te horen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0434 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5716

    In hoger beroep tegen schorsing voor onbepaalde tijd (60b) gelast hof in tussenbeslissing een nadere rapportage naar aanleiding van verweer dat ten tijde van opstelling rapportage (60c) nog niet werd gevoerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0195 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/046

    Internist komt in beroep van het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht dat hij (1) ten onrechte is blijven vasthouden aan een onjuiste diagnose en (2)de patiënt en familie onheus heeft bejegend grotendeels gegrond is en van de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege rekent de arts tuchtrechtelijk aan dat hij te lang is blijven vasthouden aan de aanvankelijk door hem gestelde diagnose diverticulose en dat hij de mogelijkheid van vaatlijden niet in de differentiaal diagnose heeft opgenomen en geen gericht specialistisch onderzoek heeft ingezet. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste onderdeel zij het op enigszins andere gronden dan het Regionaal Tuchtcollege gegrond maar acht de klacht over de bejegening ongegrond. De opgelegde maatregel van waarschuwing wordt gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0189 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/149

    Bij de echtgenoot van klaagster is een openhartoperatie verricht, De operatie is zonder complicaties verlopen. De patiënt is echter overleden. De arts assistent wordt verweten dat zij niet heeft onderkend dat er sprake was van een nabloeding, te kort is geschoten in de verslaglegging en in een civiele procedure onwaarheden heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten als kennelijk ongegrond verworpen. Het Centraal Tuchtcollege heeft bij tussenbeslissing de zaak tot een nader te bepalen datum aangehouden teneinde de advocaat van de arts in de gelegenheid te stellen relevante stukken te overleggen en een bij de zaak betrokken longarts als getuige te horen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0430 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5414

    Advocaat aansprakelijk gestelde arts deelt inhoud medische rapportage met andere arts. Machtiging te ruim uitgelegd. gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0196 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/002

    Internist wordt verweten onvoldoende zorg te hebben besteed aan scherpere instelling van de bloedsuikerwaarden. In beroep wordt geoordeeld dat de internist door onvoldoende in te grijpen in de daling van de bloedsuikerwaarden te kort is geschoten in de zorg jegens klaagster. Maatregel van waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/120

    Klager verwijt de uroloog dat hij hem op onjuiste wijze heeft geopereerd waardoor klager onnodig lang pijn heeft ervaren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat de operatie lege artis is uitgevoerd en heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0431 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5460

    Waarneming door verweerster van praktijk geschorste patroon. Zonder instemming van cliënt een regeling aanvaard, na - achteraf gebleken - onjuiste mededeling van de patroon. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/001

    Gynaecoloog wordt verweten onvoldoende zorg te hebben besteed aan scherpere instelling van bloedsuikerwaarden. In beroep wordt geoordeeld dat na verwijzing van patiënte naar de internist voor behandeling van hoge bloedsuikerwaarden de verantwoordelijkheid voor die behandeling in de eerste plaats bij de internist ligt. Gynaecoloog heeft mogen volstaan met het signaleren dat de bloedsuikerwaarden hoog bleven en de internist daarop te attenderen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/082

    Klacht tegen arts-assistent interne geneeskunde. Klacht gaat over (1) medisch handelen, (2) informatieverschaffing en (3) beslissing patiënte te ontslaan. In beroep bestrijden klagers het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is en leggen door het Regionaal Tuchtcollege onbesliste klachtonderdelen ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voor. De arts-assistent komt incidenteel in beroep tegen oordeel dat klachtonderdelen (1) en (3) gegrond zijn en tegen de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is en dat de arts-assistent ten aanzien van haar handelen jegens patiënte geen tuchtrechtelijk verwijt treft. De opgelegde maatregel vervalt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/248

    Klager verwijt de gynaecoloog dat hij in verband met een door hem gewenste geslachtsverandering van vrouw naar man onzorgvuldig heeft geopereerd waardoor naderhand een interne bloeding is opgetreden. Hierdoor was, tegen de uitdrukkelijke afspraak in, een vervolgoperatie via de buikwand noodzakelijk. Het Regionaal Tuchtcollege legt de arts een waarschuwing op omdat hij tekortgeschoten is in zijn informatieverplichtingen. De arts komt hiertegen in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de arts gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 083/2009

    Klacht tegen huisarts. Klaagster heeft klachten van pijn op de borst. Zij bezoekt daarvoor haar huisarts en meerdere artsen van de huisartsenpost. Gedacht wordt aan spierpijn. Zij krijgt vervolgens een hartinfarct. Zij verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en haar haar niet eerder heeft doorgestuurd naar de cardioloog. Het college is van oordeel dat, nu sprake was van atypiche klachten en klaagster bekend was met forse spanningsklachten, verweerder niet bedacht hoefde te zijn op cardiale problematiek. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 239/2008

    Klacht tegen arts van huisartsenpost. Verweerder legt 's nachts visite af in verband met klachten van pijn op de borst. Klaagster verwijt verweerder dat hij te weinig actief en onprofessioneel is opgetreden. Het college oordeelt dat verweerder gelet op de klachten had moeten denken aan cardiale problematiek en meteen AED moeten meenemen. Verweerder heeft onvoldoende lichamelijk onderzoek gedaan. Verweerder heeft ten onrechte AED niet gebruikt. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0427 Raad van Discipline Amsterdam 09-123A

    Voorzittersbeslissing. Verzoek tot herziening van onherroepelijke beslissing door klager niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0428 Raad van Discipline Amsterdam 09-306U en 09-307U

    Klacht en dekenbezwaar van gelijkluidende strekking. Verweerder heeft nadat hij de maatschap heeft verlaten de bankgegevens van zijn ex-compagnons bekeken. Klacht op grond van de door het hof van discipline ter zake aangelegde maatstaf over tuchtrechtelijke klachten tussen ex-compagnons niet-ontvankelijk. Dekenbezwaar gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0429 Raad van Discipline Amsterdam 09-308U en 09-312U

    Diverse dekenbezwaren. Bezwaar dat verweerder niet is komen opdagen op een eerdere belangrijke zitting van de raad ongegrond. Bezwaar dat verweerder in strijd met zijn schorsing uitspraken op televisie heeft gedaan over de praktijk van zijn kantoor gegrond. Bezwaar dat verweerder een in een 60b-beslissing voorzien voorschot niet heeft voldaan ongegrond. Bezwaar dat verweerder in een procedure ten onrechte informatie uit een ander door zijn kantoor behandeld dossiers heeft gebruikt gegrond. Maatregel: drie maanden schorsing.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0456 Raad van Discipline Arnhem 09-68

    Verweerder is onvoldoende adequaat en actief opgetreden om de aanspraken van klaagster op kinderalimentatie zeker te stellen. Verweerder heeft op de vele pogingen van klaagster om contact te krijgen eveneens onvoldoende adequaat gereageerd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0417 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch X 131 - 2009

    Advocaat in hoedanigheid van lid raad van discipline zich niet zodanig gedragen dan wel misdragen, dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is ondermijnd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0457 Raad van Discipline Arnhem 09-103

    Niet instellen van verzet/hoger beroep en onvoldoende communiceren met client. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 2 weken met proeftijd van 2 jaar. Bij opleggen van maatregel heeft meegewogen dat verweerder zijn praktijkvoering tot bepaald rechtsgebied zal beperken en de deken bereid is toezicht uit te oefenen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0418 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 206 - 2009

    Bij voortduring in woord en geschrift onnodig grievend uitlaten en de professionele distantie, die een advocaat dient te bewaren,volledig uit het oog verliezen,betaamt een behoorlijk advocaat niet. Bij de oplegging van de maatregel heeft de raad rekening gehouden met de omstandigheid dat sprake is van volharding in onbetamelijk gedrag en dat de beklaagde advocaat reeds meerdere malen tuchtrechtelijk is veroordeeld . Klacht gegrond. Schorsing van een jaar.

  • ECLI:NL:TADRARN:2009:YA0454 Raad van Discipline Arnhem 08-71

    Het past een advocaat niet de wederpartij uit te lachen, wanneer deze ter terechtzitting het woord voert. Klacht over de intimiderende wijze waarop verweerster deskundige behandelaars van klaagster en haar kind heeft benaderd niet-ontvankelijk omdat daarover alleen die deskundigen kunnen klagen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0458 Raad van Discipline Arnhem 10-13

    Verweerder heeft zijn financiële problemen willen oplossen door € 21.500,00 van een cliënte te lenen, notabene zonder deugdelijke afspraken over terugbetaling, en heeft nadien bij herhaling zijn toezeggingen tot terugbetaling geschonden. Bovendien in voor haar behandelde zaken beroepsfouten gemaakt. Daarnaast nalatig gebleven om aan de deken inzicht te geven in de financiële positie van zijn praktijk. Onder deze omstandigheden moet gevreesd worden dat verweerder zijn cliënten niet langer de vereiste zorg kan bieden en zijn verplichtingen uit hoofde van de Verordeningen niet kan nakomen. Meerdere door artikel 46 Advocatenwet beschermde belangen dreigen te worden geschaad; tenminste één van deze belangen is dat reeds. Schorst verweerder met onmiddellijke ingang in de uitoefening van de praktijk op grond van artikel 60ab Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0403 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 087

    Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij klaagster niet goed heeft voorgelicht over de risico’s en bijwerkingen van het middel Dermalive, een middel dat hij volgens klaagster niet had mogen gebruiken. Voorts wordt de plastisch chirurg verweten dat hij het middel in strijd met de voorschriften van de fabrikant heeft ingespoten en dat hij het, anders dan afgesproken, ook in de neus- en mondplooien heeft geïnjecteerd. Daarnaast verwijt klaagster de plastisch chirurg o.m. dat hij niet heeft voldaan aan de dossierplicht en dat hij klaagster in de bejegening niet serieus heeft genomen. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0419 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 181 - 2009

    Niet opheffen van beslag, ondanks schriftelijke toezegging daartoe, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, omdat niet verweerder maar zijn cliënte naliet tot opheffing van de beslagen over te gaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2009:YA0455 Raad van Discipline Arnhem 09-77

    De klacht betreft de wijze van behartiging van de belangen van klager in een strafzaak. Verweerster heeft ter zitting meegedeeld dat voldoende bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring te komen, terwijl klager meent dat hij moest worden vrijgesproken. Verweerster heeft er voor gekozen dat zij en klager elk hun eigen visie ten aanzien van de ten laste gelegde strafbare feiten ter zitting naar voren hebben gebracht. Door voor deze aanpak te kiezen heeft verweerster haar rol als advocaat in een strafzaak waarbij zij uitsluitend de belangen van klager heeft te behartigen miskend. Zij had hetzij klagers standpunt moeten verwoorden hetzij de behartiging van zijn belangen tijdig moeten neerleggen. Omdat zij geen van beide heeft gedaan is de klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0426 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch X 95 - 2009

    Verzet in zaak waarin werd geklaagd over onpartijdigheid van advocaat als lid van de raad van discipline. Hiervan is niet gebleken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0421 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 147 - 2009

    Na ontvangst voorschot niets, althans te weinig gedaan en te weinig voortvarende behandeling van de zaak. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0425 Raad van Discipline Amsterdam 09-288A

    Marginale toetsing bij advocaat die als arbiter optreedt. Verzet gegrond, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0420 Raad van Discipline Amsterdam 09-232A 09-233A 09-234A

    Advocaat heeft de rechter niet misleid over vermeende domiciliekeuze, omdat hij onkundig blijkt over de betekenis van het begrip domiciliekeuze. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0422 Raad van Discipline Amsterdam 09-259A

    Cliente zou bij aanvraag toevoeging hebben gekregen, ook al kwam zij vermogend over. Geen voorlichting over recht op toevoeging; klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0423 Raad van Discipline Amsterdam 09-088A

    deels gegrond. Advocaat executeert incassovonnis voortvloeiend uit dubieuze werkzaamheden van ex-kantoorgenoot. Hoewel incassovonnis onherroepelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat advocaat kon weten dat verwijten aan ex-kantoorgenoot goede gronden hadden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0424 Raad van Discipline Amsterdam 09-210A

    DEELS GEGROND. ONVOORWAARDELIJKE SCHORSING VAN 3 MAANDEN. Misleidende informatie over aanhangig zijn van procedure.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0412 Raad van Discipline Amsterdam 09-245A

    Klacht tegen advocaat wederpartij in echtscheidingsprocedure. Verweerder wordt verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan heling door voor klager bestemde post in de onderhandelingen te betrekken die door de ex-echtgenote van klager zouden zijn onderschept. Daarnaast zou verweerder valse stukken aan de rechtbank hebben overgelegd. Tenslotte wordt verweerder verweten stellingen te hebben ingenomen waarvan hij wist of zou moeten weten dat deze onjuist waren. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0413 Raad van Discipline Amsterdam 09-247A

    Klacht tegen advocaat wederpartij in echtscheidingsprocedure. Verweerster wordt verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan heling door voor klager bestemde post in de onderhandelingen te betrekken die door de ex-echtgenote van klager zouden zijn onderschept. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0423 Kamer van toezicht Breda KL 19/2010

    De door de notarissen als hiervoor aangevoerde omstandigheden disculperen hen daarvoor niet. Deze omstandigheden kunnen en mogen nimmer reden zijn voor het doen ontstaan van bewaringstekorten, zeker niet van een (structurele) omvang als door klager is geconstateerd. De notarissen, en met name notaris mr. [naam], verliezen bij de door hen geschetste omstandigheden die volgens hen tot die tekorten hebben geleid, uit het oog, dat deze in hoofdzaak zijn ontstaan door opnames van notaris mr. [naam] van de kwaliteitsrekening gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 oktober 2009 van in totaal het aanzienlijke bedrag van ca. € 290.000 aan managementsfees. Deze opnames waren, gelet op het negatieve kantoorresultaat, volstrekt onverantwoord en notaris mr. [naam] heeft daarmee het kantoor in een zeer risicovolle positie gebracht. Dit handelen en nalaten getuigt van gebrek aan inzicht van hetgeen een goed notaris betaamt en moet, gelet op de maatschappelijke vertrouwenspositie die een notaris inneemt, als hoogst tuchtrechtelijk laakbaar worden aangemerkt. Dit klemt nog temeer nu bij gelegenheid van de mondelinge behandeling de notarissen, niettegenstaande de reeds op 22 december 2009 ingediende klachten en ondanks hun eerdere toezeggingen, nog steeds niet zijn overgegaan tot het aanzuiveren van het tekort, maar hebben volstaan met hun verklaring dat dit alsnog op uiterlijk een termijn van 14 dagen zal plaatsvinden, waartoe inmiddels opdracht aan de bank zou zijn verstrekt. Zij zijn daarmee blijven handelen in strijd met de hiervoor genoemde regelgeving en hebben op volstrekt onaanvaardbare wijze hun verplichting om ontstane tekorten onmiddellijk aan te vullen, verzaakt en evenmin oog gehad voor de positie van hun cliënten. De klacht is dan ook ten aanzien van beide notarissen gegrond. De kamer stelt zich ten aanzien van notaris mr. [naam] op het standpunt dat zijn handelen/nalaten hem dusdanig ernstig moet worden aangerekend, dat ter zake daarvan aan hem de zwaarst mogelijke tuchtmaatregel van ontzetting uit het ambt moet worden opgelegd. Naast de omstandigheid dat in het hiervoor genoemde tijdvak is gebleken van aanzienlijke structurele tekorten en nog steeds door hem niet is voldaan aan het aanzuiveren daarvan, rekent de kamer hem in hoogst ernstig mate aan dat deze tekorten voornamelijk door zijn opnames van aanzienlijke bedragen aan managementfees zijn veroorzaakt, dit niettegenstaande de uiterst zorgelijke financiële positie van het kantoor. Uit de omstandigheid dat notaris mr. [naam] desondanks en ten onrechte die tekorten voornamelijk wijt aan het handelen van zijn inmiddels gedefungeerd associé, getuigt volgens de kamer van gebrek aan ieder inzicht in de ernst van zijn eigen handelen en nalaten. Dit handelen en nalaten tast naar het oordeel van de kamer niet alleen de integriteit van de notaris zelf aan, maar ook die van de beroepsgroep. De kamer laat daarbij voorts nog meewegen de omstandigheid dat de notaris ter zake van eerdere tuchtrechtelijke verwijten, overigens van een andere strekking als het onderhavige, tot tweemaal toe de maatregel van waarschuwing is opgelegd, hetgeen klaarblijkelijk niet aan het thans geconstateerde verwijt, in de weg heeft gestaan.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0414 Raad van Discipline Amsterdam 09-246A

    Verweerder wordt verweten tegenover klager onduidelijkheid te hebben laten bestaan over de vraag of hij al dan niet als advocaat optrad voor de ex-echtgenote van klager door vanhoedanigheid te wisselen. Voorts wordt verweerder verweten zijn bijstand aan deex-echtgenote van klager vorm te hebben gegeven op een onbetamelijke, ongeoorloofde en zelfs strafbare wijze. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0424 Kamer van toezicht Breda KL 18/2010

    Omdat in die splitsingsakte, welke onlosmakelijk is verbonden met de levering van de betreffende appartementsrechten, het kettingbeding integraal als verplichting voor de eigenaren van de appartementsrechten is opgenomen, kan dit tot geen andere conclusie leiden dan dat dit beding onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, zodat het opnemen van dit beding in de akte als bijzondere verplichting de notaris en kandidaat-notaris niet kan worden tegengeworpen. Bovendien vloeide het opnemen van het beding in de leveringsakte voort uit de ter zake in de splitsingakte ten aanzien van het beding opgenomen bepaling dat ter waarborging van de continuïteit van hoogwaardige woon- en zorgvoorzieningen het beding in (onder meer) de akten van overdracht van de betreffende appartementsrechten woordelijk dient te worden opgenomen. De klacht, voor zover door klager gebaseerd op voormeld standpunt, mist dan ook in zoverre een deugdelijke feitelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0415 Raad van Discipline Amsterdam 09-272U

    klachtonderdeel c is ingetrokken ter zitting. Diverse klachten over optreden voormalig advocaat. Nu de raad niet is gebleken dat verweerder tekort is geschoten in de behandeling van de zaak, worden de klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0425 Kamer van toezicht Breda KL 20/2010

    Evenals in de bij de kamer van toezicht te ’s-Hertogenbosch voorliggende casus het geval was, moet ook de onderhavige in voormelde zin door de notaris gebruikte domeinnaam als strijdig met de hiervoor genoemde beroeps- gedragsregel worden aangemerkt. Ook hier doet zich immers de situatie voor dat het kantoor van de notaris niet het enige kantoor is in de plaats van vestiging van de notaris, in casu [plaatsnaam], zodat het gebruik van die domeinnaam bij het publiek voor verwarring kan zorgen. De kamer volgt dan ook niet de notaris in zijn opvatting dat dit standpunt inmiddels achterhaald zou zijn. Evenmin doet hieraan af de door notaris opgeworpen omstandigheid dat klager zelf, althans zijn kantoor, gebruik maakt van een soortgelijke domeinnaam ([e-mailadres]). Nog daargelaten dat klager ten aanzien daarvan heeft verklaard dat hij van het gebruik van die naam zelf nimmer op de hoogte is geweest en dat hij, na het bekend worden daarmee, onmiddellijk dat gebruik heeft laten staken, rechtvaardigt die omstandigheid niet -naar de kamer het ter zake door de notaris gevoerde verweer begrijpt- de daaraan door de notaris verbonden conclusie, dat daarmee klager zijn recht op het indienen van de onderhavige klacht heeft verwerkt. Daarnaast kan in het gebruik door ook andere notarissen van soortgelijke domeinnamen geen rechtvaardigingsgrond voor het gebruik van de onderhavige domeinnaam worden gevonden. Dit disculpeert de notaris niet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0416 Raad van Discipline Amsterdam 10-078A

    60B. ; schorst verweerster met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk als advocaat.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0426 Kamer van toezicht Breda KL 15/2010

    Ter beantwoording staat de vraag of het handelen dan wel nalaten van de notaris en kandidaat-notaris in het kader van de afwikkeling van de in kwestie zijnde nalatenschap strijd oplevert met de in artikel 98, lid 1 van de Wet op het notarisambt neergelegde tuchtnorm en meer specifiek, wat betreft de notaris, of dit mede het geval is met betrekking tot de door hem verleden testamentaire akte. Wat betreft dit laatste is naar het oordeel van de kamer onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers moeder ten tijde van het passeren van de testamentaire akte, waarbij zij haar eerdere testament heeft gewijzigd, daartoe niet de wilsbekwaamheid bezat, dan wel dat in ieder geval door de notaris daaraan moest worden getwijfeld. De ernstige ziekte van zijn moeder, de omstandigheid dat de akte bij haar thuis is verleden en dat zij enkele weken later is overleden, zijn daarvoor een onvoldoende aanwijzing, zo ook de door klager tevens aangevoerde en overigens door de notaris betwiste omstandigheid dat was afgesproken dat bij twijfel een geriater zou worden geraadpleegd. Ervan uitgegaan moet dan ook worden dat de notaris op grond van zijn eigen bevindingen over de wilsbekwaamheid van klagers moeder tot het passeren van de akte heeft mogen komen. Dit onderdeel van de klacht is daarmee ongegrond. Dit lot treft eveneens klagers overige verwijten. Uit de onweersproken gebleven stellingen van de notaris en kandidaat-notaris is naar voren gekomen dat zij zich, anders dan klager aanvoert, wel degelijk hebben ingespannen om tot een afwikkeling van de nalatenschap te komen en dat dit niet tot resultaat heeft geleid, te wijten is geweest aan de onderlinge, kennelijk nog steeds bestaande meningsverschillen tussen klager en zijn broers. Hiervoor kan voldoende steun worden gevonden in de brief van de notaris van 9 oktober 2008, waarin hij een opsomming geeft van de bemoeienissen tot dan toe en de reden van het gebrek aan resultaat. In die brief heeft de notaris tevens uiteengezet de reden waarom de executeur van haar taak wenste te worden ontheven. Daarbij nog in aanmerking nemend het daarop plaatsgehad hebbend gesprek van klager met de notaris, waarbij klager blijkens zijn eigen gespreksverslag in wezen heeft ingestemd met de beëindiging van het executeurschap en ervoor heeft gekozen de afwikkeling samen met zijn broers zelf ter hand te nemen, kan niet gezegd worden dat klager door de notaris en kandidaat-notaris van de reden van het beëindigen van het executeurschap onwetend is gelaten, noch dat geen verdere oplossingen zijn besproken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0410 Raad van Discipline Amsterdam 09-237H

    Klager treedt namens 3 klagers op. Verweerder is betrokken bij een klacht tegen zijn kantoorgenoot (zie 09-238H). Klacht ongegrond, nu niet is gebleken dat verweerder bij de zaak betrokken was.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0411 Raad van Discipline Amsterdam 09-238H

    Klager treedt namens drie klagers op. Verweerder wordt verweten dat hij demonstranten voorafgaande aan een bijeenkomst heeft geadviseerd over de mogelijke consequenties van een aanval op de spreker en dat hij niets heeft gedaan om de aanval te voorkomen. Verweerder doet een geslaagd beroep op zijn geheimhoudingsplicht, zodat de klacht ongegrond wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0409 Raad van Discipline Amsterdam 07-307A

    Klaagster verwijt verweerder dat hij het medisch dossier van klaagster naar een zenuwarts heeft gezonden, zich jegens klaagster onjuist en onnodig grievend en kwetsend heeft geuit, en de rechtbank onjuiste informatie heeft verstrekt. De raad is van oordeel dat verweerder niet klachtwaardig heeft gehandeld door het medisch dossier ter beoordeling naar een zenuwarts te sturen. Daarbij heeft verweerder zich niet schuldig gemaakt aan nodeloos grievende uitlatingen dan wel aan het anderszins onnodig of onevenredig schaden van de belangen van klaagster door het rapport vervolgens in het geding te brengen. Ten slotte kan niet worden gesteld dat verweerder de rechtbank onjuist heeft voorgelicht. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 134/2009

    Klacht tegen tandarts. Klager is het niet eens met factuur. Verweerder geeft desgevraagd geen uitleg over factuur. Klacht gegrond. Waarschuwing.