Zoekresultaten 41381-41400 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1127 Raad van Discipline Amsterdam 10-045A

    Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat ongegrond, nu van kennelijk onjuist optreden of adviseren niet is gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0695 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 055a

    Klaagster verwijt de arbo-arts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld waardoor zij teveel heeft moeten werken en erg veel pijn heeft gehad en voorts dat hij niet naar haar heeft willen luisteren en zich onbeschoft heeft gedragen bij de spreekuurbezoeken. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht op alle onderdelen af.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1121 Raad van Discipline Amsterdam 10-047U

    Verweerder, strafadvocaat in een strafzaak met veel media-aandacht, heeft klager, broer van het slachtoffer in de strafzaak, in een alternatief scenario van hetgeen in de strafzaak gebeurd zou kunnen zijn, aangewezen als mogelijke dader. Verweerder heeft verschillende alternatieve scenario’s uitgewerkt, mede op verzoek van de rechtbank. Verweerder heeft daarnaast zijn pleitnota geplaatst op de website van zijn kantoor. Klager klaagt over schending van zijn goede naam. Het schetsen van alternatieve scenario’s behoort tot de taak van een strafadvocaat. Verweerder heeft zich gebaseerd op feiten uit het strafdossier. De plaatsing op de website is niet klachtwaardig. De naam van klager was toen al door de pers genoemd. Verweerder heeft klagers naam voldoende geanonimiseerd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1128 Raad van Discipline Amsterdam 10-121A

    Verzet en klacht gegrond, nu verweerder in strijd heeft gehandeld met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt door zich te laat aan de zaak te onttrekken. Oplegging maatregel van berisping, mede gezien eerder opgelegde tuchtmaatregel in enigszins vergelijkbaar geval.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0696 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 055b

    Klaagster verwijt de UWV-arts dat het deskundigenonderzoek te lang op zich heeft laten wachten en voorts dat de arts klaagster onheus heeft behandeld, in haar rapport onjuistheden heeft vermeld en heeft geweigerd deze te verbeteren. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klachten op alle onderdelen af.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1122 Raad van Discipline Amsterdam 10-097A

    Verweerster heeft zich onnodig grievend uitgelaten over de wederpartij, door aan de tekst van een sms-bericht van klager aan zijn dochter, een onheuse kwalificatie toe te dichten. Verweerster heeft onvoldoende distantie ten opzichte van haar eigen cliënte betracht. Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1129 Raad van Discipline Amsterdam 10-086A

    Verweerder zou zich onnodig grievend tegenover klager hebben uitgelaten door te insinueren dat klager een strafbaar feit zou hebben gepleegd. De formulering van verweerder is onhandig. Klagers rol is echter schimmig. Verweerder heeft in zijn eerste reactie aan de deken reeds excuses gemaakt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1130 Raad van Discipline Amsterdam 10-087A

    Verzetzaak. Verzet bevat dezelfde gronden als eerder aan de klacht ten grondslag waren gelegd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0693 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/188 t/m c2009/217

    Tandarts. Dertig voormalige patiënten hebben gezamenlijk een klacht ingediend tegen een tandarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten van tien klagers behandeld ter openbare terechtzitting, en in een gezamenlijk gegeven beslissing deels gegrond en deels ongegrond verklaard en de tandarts berispt. De tandarts is van deze beslissing in beroep gekomen. De klachten van de overige twintig klagers zijn door het Regionaal Tuchtcollege in raadkamer behandeld en in een eveneens gezamenlijk gegeven beslissing ongegrond verklaard. De desbetreffende klagers zijn van deze beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep tegen beide beslissingen gevoegd behandeld en geoordeeld dat één klager in het beroep niet-ontvankelijk is en dat zowel het beroep van de tandarts als van de overige klagers deels slaagt en deels wordt verworpen. Het Centraal Tuchtcollege heeft overwogen alles overziende van oordeel te zijn dat de tandarts ten aanzien van de behandeling van een aantal klagers een ernstig tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt en voor alle zaken waarin de klacht geheel of ten dele gegrond is verklaard aan de tandarts de maatregel op van schorsing van de inschrijving in het BIG register voor de duur van drie maanden opgelegd. Voor het overige wordt verwezen nar de uitgebreid gemotiveerde beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0687 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/306

    Klaagster maakt arts verwijten over haar handelen als vertrouwensarts. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat het alles overziende niet anders kan oordelen dan dat de arts op zorgvuldige wijze en conform het protocol te werk is gegaan, tijdig en zorgvuldig de gesprekken met het gezin van klaagster heeft voorbereid en gevoerd, onderzoek heeft gedaan en op juiste wijze te werk is gegaan bij de melding aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0680 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0907

    Klaagster verwijt verweerder onvoldoende onderzoek vóór het plaatsen van de implantaten, onvoldoende informatie over de risico’s en alternatieven en onvoldoende informed consent, foute indicatiestelling, een onzorgvuldige en onvakkundige behandeling, onvoldoende nazorg en onvoldoende informatie over de benodigde gebitshygiëne. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder voor het plaatsen van de implantaten niet had mogen volstaan met een orale inspectie. Er was aanleiding tot gerede twijfel over de gezondheid van het restgebit. Gegrond. Verweerder heeft een begroting gemaakt. Verweerder had ook een behandelplan moeten maken en deze samen met de mogelijke risico’s en alternatieven moeten bespreken. Gegrond. Overig ongegrond. Het college houdt geen rekening met het tuchtrechtelijk verleden van verweerder nu de eerdere veroordelingen dateren van na de periode waarop de onderhavige klacht betrekking heeft.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0681 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/133

    Klacht tegen verpleegkundige. Verwijt houdt in dat de verpleegkundige klaagster na curettage, hoewel een arts had gezegd nog langs te komen, zonder dat klaagster door een arts is gezien, zonder instructies en zonder controle afspraak naar huis heeft laten gaan. Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Het verpleegkundig handelen wordt correct geacht, er is door de verpleegkundige geverifieerd of klaagster inderdaad van de gynaecoloog naar huis mocht en aannemelijk wordt geacht dat er de nodige instructies zijn gegeven en een controle afspraak is gemaakt, nu die afspraak op een later moment op eigen verzoek door klaagster is afgezegd. Het niet invullen van een checklist bij ontslag acht het Centraal Tuchtcollege niet tuchtrechtelijk verwijtbaar nu de betreffende checklist gewoonlijk niet op de afdeling waar klaagster lag werd gebruikt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0688 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/001

    Klager verwijt de bedrijfsarts partijdigheid en spitst het toe op getuigenverklaringen die kennelijk zijn ingebracht in een civiele procedure. Het RTG verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht op basis van “ne bis in idem”. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en wijst de zaak terug naar het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0682 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/162

    Klager maakt GZ psycholoog in een uit elf onderdelen bestaande klacht verwijten over uitgebrachte rapportage. Kern van het verwijt van klager is dat gerapporteerd is naar aanleiding van een externe hulpvraag en dat ten onrechte niet is ingegaan op het verzoek van klager om de rapportage te blokkeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0689 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/043

    De verzekeringsarts heeft klaagster onderzocht in het kader van een beoordeling voor de WAO. Klaagster is geen WAO uitkering toegekend. Klaagster verwijt de arts grove nalatigheid in de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid en met name het niet inwinnen van informatie bij haar behandelend psychiater. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0683 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/174

    Klacht tegen huisarts, werkzaam als militair arts bij de Koninklijke Landmacht. Patient, zoon van klaagster, nam deel aan een project van Defensie dat deelnemers de kans bood op een baan in het leger. Patient was bekend met een spastische dikke darm. Omdat patient zich niet goed voelde heeft een instructeur hem op de ochtend van de vijfde dag naar het spreekuur van de arts begeleid. Deze heeft metamucil (vezels) en paracetamol voorgeschreven. Later die dag is patient onwel geworden en is er telefonisch contact opgenomen met de arts. Patient is 's nachts overleden aan acute buik. Klaagster stelt dat de arts een verkeerde diagnose heeft gesteld en patient ten onrechte niet heeft doorgestuurd voor nader onderzoek. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht betreffende het consult 's morgens ongegrond. Het beroep van klaagster daartegen wordt door het Centraal College verworpen. Het College acht aannemelijk dat ten tijde van dat consult nog geen sprake was van acute buik bij patient. De klacht betreffende het telefonisch consult 's middags acht het Regionaal Tuchtcollege gegrond. Het Centraal College verwerpt het beroep van de arts tegen die beslissing. De arts is gevraagd naar de mogelijkheid van verminderd bewustzijn als gevolg van de voorgeschreven medicatie en hij had daarom nadere vragen moeten stellen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0690 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/064

    Klager is de weduwe van patiënte. Verweerder was de huisarts van patiënte. Patiënte was bekend met een gemetastaseerd ovariumcarcinoom. De klachten hebben betrekking op het onverantwoord en onheus handelen van verweerder, het niet geven van goede voedseladviezen en het niet voorschrijven van versterkende middelen, het onjuist informeren en voeren van onjuist beleid omtrent de palliatieve sedatie en het niet wijzen op de gevaren die verbonden zijn aan uitscheidingsproducten van cytostatica. Alle klachtonderdelen ongegrond, beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0114 Accountantskamer Zwolle 10/1237 Wtra AK

    Beledigend en intimiderend uitlaten door een accountant. Dat een accountant onwaardig optreden en het daarin volharden, gevoegd bij betrokkenes recidive, leiden tot de maatregel van doorhaling in het register. Hoger beroep ingesteld. Uitspraak zie LJN BW9940 (www.rechtspraak.nl)

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0684 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/234

    Klacht tegen huisarts. Beroepschrift voldoet aan eisen, beroep ontvankelijk. Geen schending van hoor- en wederhoor. Verwijten dat huisarts niet heeft geadviseerd om bij verergering van de keelklachten terug te komen, de huisarts niet zelf de uitslag van het bloedonderzoek aan klager heeft doorgegeven en de huisarts op basis van de uitslag van het bloedonderzoek klager niet heeft laten terugkomen, zijn ongegrond. Getuigenverklaringen leiden niet tot een andere beslissing. Klachten ongegrond, beroep afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0691 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/075

    Cardioloog. Klager, geboren in 1931, bij wie tijdens open hartoperatie in 1985 omleidingen zijn geplaatst, is daarna klachtenvrij. Klager verwijt cardioloog toen klager zich in januari 2002 bij hem meldde met klachten bij inspanning onvoldoende op die klachten gereageerd te hebben en gelet op klagers voorgeschiedenis en leeftijd onvoldoende onderzoek te hebben verricht. Regionaal Tuchtcollege overweegt dat arts op grond van bij klager uitgevoerde inspanningtest de diagnose angina pectoris klasse II mocht stellen en klager terecht medicamenteus heeft behandeld en een vervolgafspraak heeft gemaakt, heeft aangenomen dat klager tijdens controle op 11 april 2002 geen zodanige klachten heeft gemeld dat de arts actie had moeten ondernemen en het er voor gehouden dat klager tijdens het consult op 17 april 2003 klachtenvrij was. Onder deze omstandigheden, aldus het Regionaal Tuchtcollege, kan niet gezegd worden dat de arts moet worden verweten dat geen nader onderzoek is gedaan of een andere behandeling is ingezet, wat mogelijk het hartinfarct dat klager in januari 2004 trof, had kunnen voorkomen. Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.