Zoekresultaten 2861-2880 van de 44971 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-098/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-897/AL/OV

    Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft zich in zijn conclusie van antwoord niet onnodig grievend uitgelaten. Een advocaat hoeft in een processtuk niet nadrukkelijk te vermelden dat het niet zijn eigen mening is, maar die van zijn cliënt die hij daarin verwoordt. Denkbaar is dat bepaalde stellingen van een cliënt van dien aard zijn, dat een advocaat daar in zijn bewoordingen nadrukkelijk afstand van moet nemen, maar daarvan is hier geen sprake. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-703/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder is zijn toezegging om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie in te dienen, niet nagekomen waardoor de alimentatie niet al in augustus 2022 is verlaagd, maar pas vanaf september 2022. Verweerder is tekortgeschoten in het nakomen van zijn contractuele verplichting om een bindend adviesprocedure bij de Geschillencommissie Advocatuur mogelijk te maken, zoals in zijn algemene voorwaarden is opgenomen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:107 Hof van Discipline 's Gravenhage 240021 en 240022

    Hoger beroep van verweerder te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Het hof stelt de ingangsdatum van de door de raad opgelegde schorsing vast.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-530/AL/GLD

    Klacht van advocaat over andere advocaat. Klacht over rechtstreeks benaderen van de wederpartij en over uitlatingen van verweerder over klaagster zijn gegrond. De raad heeft geoordeeld dat dit handelen in beginsel de oplegging van een maatregel rechtvaardigt. De raad houdt er echter rekening mee dat de behandeling van deze klacht erg lang heeft geduurd. Gelet op deze omstandigheid zal de raad volstaan met de (gedeeltelijke) gegrondverklaring van de klacht en geen maatregel opleggen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6174

    Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster was onder behandeling bij een GGZ instelling in verband met PTSS. Voor de medicamenteuze ondersteuning kwam zij bij de psychiater in behandeling. Naast de medicatie heeft klaagster ook een (geneeskundige) verklaring gevraagd over haar behandeling/medicatie in verband met een lopende strafzaak waarin zij benadeelde partij is. Over deze verklaring is tussen klaagster en de psychiater wrijving ontstaan. Zij heeft hierover een klacht ingediend bij GGZ instelling. Daarna is de behandeling beëindigd tegen de wil van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater onder meer onheuse bejegening ten aanzien van de gevraagde brief en onrechtmatige opzegging van de behandelovereenkomst. De klacht over de beëindiging van de behandelovereenkomst is gegrond verklaard. Het college begrijpt dat op medisch-inhoudelijke gronden de behandelingsovereenkomst met klaagster is beëindigd, maar de wijze waarop de psychiater de beëindiging van de behandelovereenkomst heeft vormgegeven is niet voldoende zorgvuldig. Het had op de weg van de psychiater, tevens regiebehandelaar, gelegen om hierover zelf een persoonlijk gesprek met klaagster te organiseren. De overige klachtonderdelen worden afgewezen. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 230376

    Beklag art. 13. Deken heeft op juiste gronden het verzoek van klager om toewijzing van een advocaat heeft afgewezen. Voor het doen van een aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat nodig. De deken heeft in haar afwijzende beslissing van 6 december 2023 er verder terecht op gewezen dat klager zo nodig hulp kan inroepen van een (niet) jurist of een andere gemachtigde bij het doen van aangifte. Artikel 13 Advocatenwet biedt dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klager. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-661/AL/MN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerster in strijd met de waarheid heeft gesteld dat zij bepaalde stukken van klager, de wederpartij van haar cliënte, niet had ontvangen. De raad acht dat onzorgvuldig, mede omdat de rechtbank klager had veroordeeld om op straffe van een hoge dwangsom (onder meer) die stukken te overleggen. In het voordeel van verweerster houdt de raad er rekening mee dat zij niet eerder door de tuchtrechter in veroordeeld. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, is de raad van oordeel dat het opleggen van een waarschuwing passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-778/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft nagelaten bewijsstukken die voor klager belangrijk waren in te dienen bij het gerechtshof. Ook heeft verweerder nagelaten om klagers medische onderbouwing aan de verzekeraar te sturen en de vragen van klager te beantwoorden, ondanks vele herinneringen. Verweerder heeft op geen moment gereageerd op de ingediende tuchtklacht. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder legt de raad de maatregel van schrapping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A23023/5641

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klager in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de eerder gestelde diagnose Autismespectrumstoornis bevestigd en dat in een gesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager verwijt de psychiater dat zij een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en die hem schade heeft berokkend en dat de psychiater hem tijdens het gesprek onheus heeft bejegend. Het college heeft geen aanwijzingen dat het onderzoek van de psychiater onzorgvuldig is geweest; de diagnose kon uit haar bevindingen volgen. Het college kan niet vaststellen dat klager onheus is bejegend. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 230176

    Klacht tegen advocaat wederpartij. De advocaat van de man wordt verweten in een procedure over het gezag van de dochter een tweetal verklaringen van een psycholoog van de man in het geding te hebben gebracht terwijl zij wist dat voor een van de verklaringen de psycholoog door het regionaal medisch tuchtcollege is berispt. Het hof volgt de raad dat het (ongeclausuleerd) overleggen van de verklaringen waarin grievende uitlatingen over de vrouw staan, onnodig waren. De belangen van klaagster zijn daardoor nodeloos geschaad. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-163/AL/MN

    Voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Klaagster wordt in een aantal klachten kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat die klachten het algemeen belang betreffen en de deken daarover alleen kan klagen. Overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 240029

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 230151

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder mocht niet optreden in een geschil tegen klaagster over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door een advocaat die later zijn kantoorgenoot is geworden. In de opdrachtbevestiging had die advocaat de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat het verweerder als huidige kantoorgenoot van de advocaat die destijds de overeenkomsten had opgesteld, ook niet vrij stond om tegen klaagster op te treden. Toen verweerder op hoogte raakte van de verplichting van zijn kantoorgenoot had hij zich moeten terugtrekken om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739725 / DW RK 23/340 EV/SM

    Beslissing op verzet. Een deel van de klachten van klager kunnen niet meer in behandeling worden genomen nu de gewraakte handelingen de (redelijke) termijn van drie jaar overschrijden nadat klager hiervan kennis heeft kunnen nemen. Voor het overige is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder kosten heeft gemaakt die hij niet heeft mogen maken. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-024/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerster heeft gedurende een periode van circa vijf jaar in een zeer groot aantal (circa 2500) dossiers bij de indiening van gemeenschappelijke echtscheidingsverzoeken louter als doorgeefluik gefungeerd, zonder dat sprake is geweest van enige inhoudelijke betrokkenheid van verweerster bij de dossiers en zonder dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende verplichtingen. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met artikel 10a Advocatenwet, de artikelen 7.1 en 7.5 Voda en de gedragsregels 1, 2, 12, 14 en 16. Verweerster heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet en bovendien niet deskundig en niet integer gehandeld in de zin van artikel 10a Advocatenwet. Verweerster heeft met haar handelen, dat gedurende meerdere jaren heeft voortgeduurd en in een groot aantal dossiers heeft plaatsgevonden, haar taak als advocaat miskend en het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 12 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:105 Hof van Discipline 's Gravenhage 230152

    Klacht tegen kantoorgenoot advocaat wederpartij. Verweerder heeft bewerkstelligd, althans niet voorkomen, dat zijn kantoorgenoot is gaan optreden tegen klaagster in een geschil over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door verweerder (mede) in opdracht van klaagster toe hij nog bij een ander kantoor werkzaam was. In de opdrachtbevestiging had verweerder de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat verweerder de verplichting om niet tegen klaagster op te treden in geval een geschil over een van de overeenkomsten had meegenomen naar zijn nieuwe kantoor. Toen een van de andere betrokken partijen zich bij verweerder meldde voor een geschil met klaagster had verweerder de zaak naar een advocaat buiten zijn kantoor moeten verwijzen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-126/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerder heeft ondanks herhaalde verzoeken en met de deken gemaakte afspraken nog altijd niet de voor de ONK benodigde stukken aangeleverd, geen opgave van de kengetallen en geen kantooropgave gedaan, geen certificaten van behaalde opleidingspunten aan de deken verstrekt en geen opgave gedaan van zijn actuele kantooradres. Verweerder heeft de deken door zijn handelen en nalaten op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak gefrustreerd (gedragsregel 29) en niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft verweerder in strijd gehandeld met de bepalingen in de Verordening op de advocatuur (Voda) die zien op het voeren van een gedegen kantoororganisatie en met de kernwaarden deskundigheid en integriteit (artikel 10a Advocatenwet). Verweerder heeft met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad en zijn handelen is in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden en met de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. Dekenbezwaar gegrond. Gelet op de ernst van de feiten en omdat verweerder geen enkel inzicht in zijn situatie en uitleg over zijn handelen en nalaten heeft gegeven, is de raad van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Verweerder blijkt niet in staat om aan meerdere op hem rustende (administratieve) verplichtingen te voldoen, is onbereikbaar, onttrekt zich aan het toezicht van deken en verschijnt niet bij de tuchtrechter. Schrapping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:106 Hof van Discipline 's Gravenhage 230149

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten dat hij “spookfacturen” (niet terechte nota’s voor advocaatkosten) heeft verzonden aan een vennootschap waarvan klaagster medeaandeelhouder en medebestuurder was. Het hof oordeelt (anders dan de raad) dat klaagsters hun klacht te laat (niet binnen drie jaar na kennisneming van het verweten handelen) hebben ingediend en niet-ontvankelijk zijn in hun klacht.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-822/DB/LI

    Verzetbeslissing. Klacht over verweerster in hoedanigheid van deken. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.