Zoekresultaten 22161-22180 van de 44971 resultaten
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/1
- Datum publicatie: 08-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:1
Overdracht perceel grond. Klaagster verwijt notaris dat hij in 2015 akte van levering heeft gepasseerd, terwijl hij wist dat er ten tijde van de voorafgaande levering van het perceel in 1992 geen akte van berusting was. Ouderlijke boedelverdeling. In beginsel mag een notaris afgaan op de juistheid van de titel van aankomst en mag hij voortbouwen op het werk van andere notarissen. Enkel indien er concrete indicaties zijn dat de eerdere notaris zijn werk niet goed heeft verricht, mag nader onderzoek van de volgende notaris worden verwacht. Kamer oordeelt dat het ten tijde van het openvallen van de nalatenschap van de moeder van klaagster in 1991 gangbare praktijk was dat de langstlevende over registergoederen kon beschikken zonder dat de kinderen een verklaring van berusting of eerbiediging testament hadden ondertekend. Dit betekent dat destijds ook zónder berusting door de legitimarissen een rechtsgeldige levering kon plaatsvinden. Nu niet is gesteld of gebleken dat klaagster de toedeling van de nalatenschap aan vader ten tijde van de overdracht van het perceel landbouwgrond had betwist, dan wel dat klaagster bezwaar had gemaakt tegen de overdracht van tot de nalatenschap behorende registergoederen zolang de door haar in de verklaring van berusting gestelde voorwaarde niet was voldaan, is de kamer van oordeel dat aangenomen mag worden dat vader ten tijde van de levering daarvan op 25 februari 1992 beschikkingsbevoegd was. Bij gebrek aan andersluidende gegevens, die niet zijn gesteld of gebleken, bestond er naar het oordeel van de kamer voor de notaris in 2015 dan ook geen indicatie om nader onderzoek te verrichten naar de vraag of de legitimarissen in 1992 hadden berust in de bepalingen van het testament van moeder. Dat hij dergelijk nader onderzoek ruim 23 jaar later niet heeft verricht en dat hij, zoals te doen gebruikelijk, heeft voortgebouwd op de eerdere titel van aankomst, acht de kamer daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/74
- Datum publicatie: 08-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:2
Klacht over o.a. onduidelijke formulering erfstelling. Op de notaris rust een zwaarwegende zorgplicht om al datgene te verrichten wat nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de rechtshandeling. De wensen van een testateur dienen te worden geïnventariseerd en overeenkomstig de bedoeling dient een uiterste wilsbeschikking te worden geredigeerd. Mede gelet op het vertrouwen dat de deelnemers aan het rechtsverkeer moeten kunnen stellen in een notariële akte, geldt de bedoelde verplichting jegens alle belanghebbenden - waaronder klaagster - en niet slechts jegens de partijen bij de in de notariële akte opgenomen rechtshandelingen. Deze zwaarwegende zorgplicht brengt mee dat de bewoordingen van een uiterste wilsbeschikking duidelijk dienen te zijn. Naar het oordeel van de kamer zijn de bewoordingen van de in het onderhavige testament opgenomen erfstelling niet duidelijk genoeg en niet ondubbelzinnig; de formulering in kwestie kan in redelijkheid ook anders gelezen worden dan zij blijkbaar bedoelt uit te drukken. Klacht is op dit punt gegrond. Maatregel van waarschuwing. Voor het overige is klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16151
- Datum publicatie: 08-02-2017
- Datum uitspraak: 08-02-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:23
De rapporten van de psychotherapeut in het kader van een gezinsplan rondom een kind dat uit huis geplaatst is, voldoen op essentiële onderdelen niet aan de vereiste criteria. Verweerster had zeer kritisch moeten zijn op de uitkomsten van de onderzoeken en in haar beantwoording van de onderzoeksvragen meer terughoudendheid en voorzichtigheid aan de dag moeten leggen. Er kon niet volstaan worden met het gebruik van de psychologische vragenlijst MMPI. Ook was een ouder/kind observatie noodzakelijk. Grote discrepantie tussen de levensloop van de moeder en de uitkomsten van de vragenlijsten. Verweerster had zich ervan bewust moeten zijn dat de ouders de rapportage in een procedure rondom de uithuisplaatsing van hun kind zouden gaan gebruiken. Berisping met publicatie.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:14 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-941/DH/RO
- Datum publicatie: 08-02-2017
- Datum uitspraak: 06-02-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:14
Klacht van voogdij-instelling tegen advocaat van minderjarige. Verweerder heeft als raadsman van de minderjarige opgetreden in een procedure met betrekking tot een verzoek om een civiele machtiging gesloten jeugdhulp. De raad overweegt dat verweerders optreden er onevenredig op was gericht om - middels deze individuele zaak - aan te tonen dat sprake is van misstanden in het huidige onderwijssysteem en aandacht te krijgen voor een in de ogen van verweerder tekortschietende jeugdzorg in het algemeen. Verweerder heeft zich onvoldoende gericht op het concrete belang van zijn cliënt in deze individuele zaak en de ter zake dienende juridisch relevante criteria. Hij heeft de zaak van zijn minderjarige cliënt gebruikt om aandacht te vragen voor een - zijns inziens - hoger doel, te weten het aan de kaak stellen van misstanden binnen de jeugdzorg, het onderwijssysteem en de gerechtelijke procedure, ten koste van de behartiging van het individuele belang van zijn minderjarige cliënt. De raad acht de klacht deels gegrond en legt aan verweerder een berisping op. Tevens kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:5 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-591/DH/RO b
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:5
Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-147
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 07-02-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:25
Gegronde klacht van klaagster, mentor, tegen arts werkzaam op locatie voor begeleid wonen waar klaagsters dochter met complexe problematiek verbleef. De arts heeft patiënte veel te laat onderzocht en geen indicatie en diagnose gesteld, dwz geen beleid van suïcidale zorg ontwikkeld, en geen overleg gepleegd met de moeder, terwijl dat geboden was. Toen overleg met huisarts geen duidelijkheid over het te volgen beleid opleverde, had de arts al dan niet in overleg met de huisarts de crisisdienst voor advies moeten inschakelen dan wel een psychiater moeten consulteren. Arts heeft zich ter zitting toetsbaar opgesteld. Arts was verantwoordelijk voor zeer grote groep patiënten en werd niet begeleid door een meer ervaren collega. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-591/DH/RO c
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:6
Beslissing op verzet. De raad sluit zich aan bij het oordeel van de voorzitter. Het gaat in casu om een gecompliceerd geschil waarbij veel partijen betrokken zijn. Voor zover klager meent dat de voorzitter dan wel de raad gehouden is in feite het gehele geschil en de daarin genomen beslissingen opnieuw te beoordelen, miskent klager het karakter van de klachtprocedure. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-041
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 07-02-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:26
Deels gegronde klacht van klager tegen psychiater, behandelaar in een GGZ-kliniek. Opleggen dwangbehandeling met clozapine in casu niet verwijtbaar. Gelet op de Richtlijn clozapine van de Clozapine Plus Werkgroep wel verwijtbaar dat de psychiater bij voorschijven clozapine geen somatische (familie)anamnese heeft afgenomen met betrekking tot onder meer diabetes mellitus en heeft nagelaten om de glucosewaarden van klager te meten, ondanks dat hiervoor voldoende indicatie was,waardoor te laat is ontdekt dat klager suikerziekte ontwikkelde. Psychiater heeft lering getrokken uit de casus en controleert tegenwoordig altijd de glucosewaarden van een patiënt voorafgaand aan behandeling met clozapine. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:15 Raad van Discipline Amsterdam 16-972/A/A
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 23-01-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:15
Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door de opdracht niet aan klager te bevestigen en voorts geen duidelijk aan klager te verschaffen over de beëindiging van haar werkzaamheden. Verweerster heeft bij de behandeling van het dossier een grote afstand tot klager genomen door een derde feitelijk al het werk uit te laten voeren en alle contacten met klager te onderhouden. Berisping en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:10 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-981/DH/RO
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 06-02-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:10
Gegrond dekenbezwaar. Uit het dossier blijkt dat verweerder in zijn brieven, processtukken en ter zitting voornamelijk en onophoudelijk probeert om invloed uit te oefenen op de wijze waarop - in zijn visie - in algemene zin rechterlijke colleges moeten worden samengesteld en juridische procedures moeten worden gevoerd. In de betreffende processtukken komt het individuele, concrete belang van zijn cliënten niet naar voren, althans is dit volledig onderschikt geraakt aan de wijze waarop hij zijn visie op het rechtssysteem voor het voetlicht tracht te brengen. Verweerders brieven en processtukken zijn zeer lastig te lezen, maken een verwarde indruk en er wordt daarin lang en naar het zich laat aanzien onnodig uitgeweid over zaken die in het concrete geval juridisch niet van belang zijn. Verweerders toonzetting is daarbij vaak niet alleen onnodig scherp, maar ook zeer op de persoon gericht en overschrijdt meerdere keren het betamelijke. De raad leidt uit het dossier voorts af dat verweerder – kennelijk met het doel om algemene (politieke) aandacht te krijgen voor zijn eigen visie – stukken uit door hem behandelde zaken ter kennisgeving heeft verzonden aan derden die niet bij de betreffende zaak waren betrokken. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 14 dagen en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-388/DH/RO
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:7
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft de zaken van klaagster niet naar behoren behandeld. Zij heeft die te lang laten liggen en heeft een beroepstermijn laten verstrijken. Na ontdekking van deze fout heeft verweerster niet adequaat gereageerd. Het griffierecht heeft zij onnodig laat aan klaagster terugbetaald. Bovendien heeft verweerster niet adequaat gereageerd op de e-mails die zij van klaagster ontving. Naar het oordeel van de raad is, gelet op het handelen van verweerster en mede in aanmerking genomen haar tuchtrechtelijk verleden, de maatregel van een (deels voorwaardelijke) schorsing de enige passende maatregel. Schorsing voor de duur van 4 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-314a
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 07-02-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:27
Deels gegronde klacht van klager tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige die in het kader van bemoeizorg zijn coördinerend behandelaar en contactpersoon was bij de GGZ-instelling. Het moge zijn dat informeel e-mail verkeer tussen collega’s over een cliënt geen deel uitmaakt van het patiëntendossier, maar door uitingen vast te leggen in e-mails neemt een hulpverlener een risico dat deze toch op enige manier naar buiten komen. Als dat risico zich verwezenlijkt, komt dit voor rekening van de hulpverlener. In casu wordt het handelen als onbehoorlijk bestempeld. Gedetailleerde verklaren over de stoornis van klager bij het doen van aangifte tegen klager bij de politie en vertrouwelijke informatie over klager delen met partner is verwijtbaar, t.w. schending beroepsgeheim. Het doen van aangifte tegen cliënt onder specifieke omstandigheden niet verwijtbaar. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-772/DH/DH
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:1
Verweerder heeft bij de financiële afwikkeling van de ten behoeve van een cliënt verstrekte toevoegingen werkzaamheden opgevoerd die niet voor vergoeding in aanmerking komen. Verweerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een zaak waarin bijzondere rechtsvragen speelden die voor vergoeding in aanmerking kwamen. Verweerder heeft klaagster door haar een onjuiste urenspecificatie toe te zenden op het verkeerde been gezet en niet de nauwgezetheid betracht die van een advocaat in financiële zaken verwacht mag worden. Klacht gegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:11 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-818/DH/DH
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 06-02-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:11
Klacht tegen eigen advocaat. De raad verklaart de klacht in al haar onderdelen niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:8 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-825/DH/RO
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:8
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster erkent dat het opstarten van de uiteindelijke procedure bij de rechtbank lang heeft geduurd maar stelt dat daarvoor diverse verschoonbare redenen aanwezig zijn. De raad oordeelt dat deze omstandigheden niet verschoonbaar zijn en voor rekening van verweerster komen. Verweerster heeft namens klaagster een verzoekschrift strekkende tot vaststelling van kinderalimentatie voor de twee bij klaagster wonende kinderen ingediend. Dat was geen standaard verzoek.. Gelet op de bijzondere omstandigheden had van verweerster verwacht mogen worden dat zij klaagster schriftelijk zou wijzen op de proceskansen en -risico’s. Dat geldt ook ten aanzien van het verloop van de procedure als zodanig. Verweerster heeft dat nagelaten. Voorts blijkt uit de vermelding in het roljournaal dat verweerster bekend had moeten zijn met de indiening van een verweerschrift van de wederpartij. Indien zij inderdaad geen exemplaar had ontvangen, had het op haar weg gelegen haar wederpartij daarover te benaderen en alsnog een exemplaar op te vragen. Dat had zij dan vervolgens kunnen en moeten doorsturen aan klaagster. Klacht gegrond. Berisping en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-314b
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 07-02-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:28
Deels gegronde klacht tegen psychiater die klagers hoofdbehandelaar was bij GGZ-instelling. Niet gebleken dat psychiater is tekortgeschoten in de behandeling van klager en geen sprake van onzorgvuldig voorschijven van medicatie. Wel tekortgeschoten ten aanzien van behandeling en afbouw medicatie in de eindperiode aangezien de behandeling niet was geëindigd met de aanmelding bij het wijkteam, maar pas met de daadwerkelijke overdracht. Tevens was psychiater verantwoordelijk voor de overdracht van het medicatiebeleid aan de huisarts die niet adequaat is verlopen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-578/DH/DH
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:2
Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de diverse gronden van verzet niet slagen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:12 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-232/DH/RO
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 06-02-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:12
Klager en zijn ex-partner zijn in 2007 door een voormalig kantoorgenoot van verweerster, mr. X, in diens hoedanigheid van gemeenschappelijk advocaat/mediator, bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft, nadat mr. X was opgehouden werkzaam te zijn op hetzelfde kantoor, de ex-partner van klager bijgestaan in twee zaken tegen klager. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij a) aan de nieuwe advocaat van zijn ex-partner wel de persoonlijke notities uit het echtscheidingsdossier heeft verstrekt, terwijl klager en zijn advocaat deze niet ontvingen, en b) in de periode van 2012 tot en met 2014 voor zijn ex-partner tegen klager heeft opgetreden, ondanks het feit dat hij een voormalig cliënt van haar kantoor was. Ten aanzien van klachtonderdeel a) overweegt de raad dat de persoonlijke aantekeningen van mr. X tijdens de alimentatieprocedure in bezit waren van de wederpartij en ook in die procedure zijn gebruikt. Verweerster heeft erkend dat zij deze stukken aan klager heeft onthouden. Gezien het feit dat mr. X voor partijen optrad als gezamenlijk advocaat en mediator geldt dat klager een gelijk recht had op de betreffende stukken als de wederpartij. Dit klachtonderdeel is gegrond. Klachtonderdeel b) is eveneens gegrond. Verweerster heeft immers de wederpartij van klager bijgestaan in een geschil over alimentatieverplichtingen samenhangend met een eerdere gezamenlijke echtscheiding waarin haar voormalig kantoorgenoot beide partijen als advocaat/mediator heeft bijgestaan. Naar het oordeel van de raad is sprake van verwevenheid van zaken nu de betreffende alimentatieprocedure moet worden geacht uit de eerdere zaak te zijn voortgevloeid. Derhalve stond het verweerster niet vrij om voor de wederpartij van klager op te treden. Klachtonderdeel c) is ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-875/DH/DH
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:9
Klacht tegen advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder de hem toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Uit de stukken blijkt weliswaar dat het soms maanden heeft geduurd voordat verweerder op berichten van klager reageerde, maar hij deed dat, zo heeft hij onweersproken gesteld, omdat er geen geld was en het in het belang van zijn cliënten was om niet voortvarend te reageren. Onder de gegeven omstandigheden is het niet voortvarend reageren, alhoewel dat, zoals verweerder zelf ook inziet, op zichzelf genomen de schoonheidsprijs niet verdient, naar het oordeel van de raad niet klachtwaardig. Verweerder heeft met het niet-reageren de belangen van zijn cliënten behartigd, zoals ook zijn taak was, zonder dat de belangen van klager en/of diens cliënten nodeloos en op ontoelaatbare wijze zijn geschaad. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-823/DH/DH
- Datum publicatie: 07-02-2017
- Datum uitspraak: 16-01-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:3
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft een cassatieschriftuur ingediend terwijl hij geen cassatieadvocaat is. Klacht deels gegrond, namelijk voor zover klaagster verweerder verwijt dat hij onvoldoende met haar (gemachtigde) over de gang van zaken heeft gecommuniceerd en de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juli 2015 pas ongeveer een jaar later, naar aanleiding van een dringend verzoek van de gemachtigde van klaagster, heeft toegezonden aan klaagster. Bij gebreke van enig andersluidend schriftelijk stuk moet worden aangenomen dat verweerder heeft nagelaten om klaagster te informeren over het feit dat hij geen cassatieadvocaat was. Evenmin heeft verweerder klaagster op de hoogte gesteld van het feit dat hij van de Hoge Raad een termijn had gekregen om een verzuim aan het cassatieschrift te herstellen. Klacht voor het overige ongegrond. Gezien de ernst van de fouten en gezien het feit dat er reeds eerder disciplinaire maatregelen aan verweerder zijn opgelegd, acht de raad een berisping op zijn plaats. Tevens spreekt de raad een kostenveroordeling uit.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1108
- Pagina: 1109
- Pagina: 1110
- ...
- Pagina: 2249
- Volgende pagina zoekresultaten