Zoekresultaten 25301-25320 van de 44655 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 026/2015

    Klacht tegen huisarts. Kindje van 13 maanden overleden. Niet verwijzen van patiëntje na mogelijk inslikken knoopcelbatterij en dit niet noteren. Zorgwekkende signalen na vier contacten over patiëntje met de HAP niet onderkend. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 054/2015

    Gegronde klacht over het verschaffen van medische informatie nu arts een te ruime uitleg aan de vraag van een verzekeraar gaf. Dit had voor hem aanleiding moeten zijn om een meer concrete vraagstelling te verzoeken en kon in elk geval niet worden opgevat als een vraag naar de medische historie vanaf 1989. Daarbij plaatst het college vraagtekens bij de relevantie van deze vermelding voor de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van klager in 2013. Ook overigens niet uitsluitend relevante en feitelijke informatie verschaft. Weliswaar had patiënt verzekeraar gemachtigd maar arts heeft afspraak met patiënt om hem vooraf van de gang van zaken op de hoogte te stellen genegeerd. Informatie met instemming van klager had niet hoeven, en had ook niet mogen , leiden tot misleiding door verweerder van de verzekering. Dat kan uiteraard nooit van een arts gevergd worden, maar verweerder heeft zich op deze manier de kans ontnomen om zich te vergewissen van de toestemming van klager voor hetgeen verweerder juist vond om te vermelden. Een diagnose wordt over het algemeen niet gezien als een waardeoordeel en derhalve mocht verweerder melding maken van “chronisch alcoholmisbruik”.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:285 Raad van Discipline Amsterdam 15-560/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1536b

    Wanneer trombosedienst bericht ontvangt van beëindiging anti-stollingsmedicatie dient dit bij patiënt te worden geverifieerd. Eén poging patiënt te bereiken onvoldoende. Uit mededeling aan huisarts blijkt niet dat met patiënt zelf niet is gesproken. Onzorgvuldig. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:196 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 655.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 722.2014

    Aan de thans door klager geformuleerde klacht ligt hetzelfde feitencomplex ten grondslag als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld. Klager heeft in de onderhavige procedure onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij op andere gronden dan in de eerdere procedure van mening is dat de gerechtsdeurwaarder klachtwaardig zou hebben gehandeld. Klager kan deze klacht daarom niet opnieuw aan de Kamer voorleggen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:366 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.061

    De klacht is gericht tegen een verzekeringsarts. In het kader van de toetsing van de re-integratie-inspanningen aan de zijde van de werkgever van klaagster bij de aanvraag van een uitkering op grond van de Wet WIA is door een verzekeringsarts (C2015.062) een rapport uitgebracht. Aan de werkgever werd in verband met onvoldoende re-integratie-inspanningen een loonsanctie opgelegd. Klaagster heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend. Vervolgens heeft verweerster, verzekeringsarts, een half jaar later in het kader van de bezwaarprocedure verzekeringskundig onderzoek verricht en daarvan verslag uitgebracht. Klaagster verwijt verweerster dat deze in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die zij jegens klaagster behoorde te betrachten door mee te gaan in de beoordeling van de primaire verzekeringsarts en klaagster daarmee opzadelde met nog een jaar re-integratieverplichtingen bij haar werkgever. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1520

    Correct symptomatisch beleid gevoerd, waarbij op pijn en oncomfortabel voelen met succes is gereageerd door aanpassing medicatie. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:197 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 148.2014

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:203 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 302.2015

    Eindbeslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:280 Raad van Discipline Amsterdam 15-176NH

    15-176NH: Verzet. De kennelijke misslag in de voorzittersbeslissing leent zich voor verbetering. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:367 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.062

    De klacht is gericht tegen een verzekeringsarts. In het kader van de toetsing van de re-integratie-inspanningen aan de zijde van de werkgever van klaagster bij de aanvraag van een uitkering op grond van de Wet WIA is door verweerster, verzekeringsarts, een rapport uitgebracht. Aan de werkgever werd in verband met onvoldoende re-integratie-inspanningen een loonsanctie opgelegd. Klaagster verwijt verweerster dat zij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens klaagster behoorde te betrachten door: 1. klaagster te straffen met nog een jaar re-integratieverplichtingen bij haar werkgever omdat verweerster een ander oordeel heeft gegeven over klaagsters gezondheidssituatie dan de bedrijfsarts; 2. te oordelen over het handelen van de bedrijfsarts, waartoe zij niet bevoegd is. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1536a

    Trombosedienst moet zowel bij patiënt als bij (huis)arts verifiëren of en zo ja waarom patiënt is gestopt met anti-stollingsmedicatie. Verweerster als medisch leider verantwoordelijk. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:191 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 191.2015

    De gerechtsdeurwaarder heeft per abuis aan de werkgever van klaagster medegedeeld dat de vordering volledig was voldaan. Nu klaagster voor het restant verschuldigde een betalingsregeling met de gerechtsdeurwaarder had gesloten was het voor haar voldoende duidelijk dat er sprake was van een vergissing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:198 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 720.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:204 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 656.2015

    Klager heeft het verzet twee dagen te laat ingesteld. Hij heeft daarbij verzocht de overschrijding van de termijn verschoonbaar te achten, omdat hij op vakantie was. Dat levert echter geen verschoonbare termijnoverschrijding op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:281 Raad van Discipline Amsterdam 15-147A

    15-147A: Klacht tegen advocaat van de wederpartij gegrond. De door verweerder verstuurde brief bevat een passage die bezijden de waarheid is. Verweerder was daarmee bekend. Onderdelen van de brief zijn daarnaast onnodig grievend. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:368 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.105

    De klacht is gericht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is op enig moment uitgevallen voor haar werk vanwege vermoeidheidsklachten en gebrek aan energie. Door de huisarts is bij klaagster een schildklieraandoening ontdekt. In het kader van de arbeidsongeschiktheidsmelding heeft klaagster het spreekuur van verweerder, bedrijfsarts, meerdere malen bezocht. Klaagster verwijt verweerder dat hij: 1. Willens en wetens onzorgvuldig heeft gehandeld en als gevolg daarvan een onjuiste diagnose heeft gesteld; 2. Zijn medisch beroepsgeheim heeft geschonden; 3. Zich niet kenbaar maakt en de mogelijkheid om schriftelijk en vertrouwelijk te communiceren blokkeert; 4. Zich niet inzet voor transparante dossiervorming en communicatie; 5. Geweigerd heeft een kopie van klaagsters persoonlijk dossier te verstrekken. Het RTG heeft klachtonderdeel 1 gegrond verklaard en klager berispt. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. Het hoger beroep van de arts strekt tot vernietiging van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover daarin klachtonderdeel 1 gegrond is verklaard en aan hem de maatregel van berisping is opgelegd. Het CTG stelt voorop dat een bedrijfsarts ook bij het (vermoeden van het) bestaan van een arbeidsconflict de medische situatie van de werknemer dient te onderzoeken, alvorens te komen tot een conclusie omtrent de arbeids(on)geschiktheid van de werknemer. Het CTG is van oordeel dat de arts verwijtbaar in strijd heeft gehandeld met de zorg die hij in zijn hoedanigheid van bedrijfsarts jegens klaagster behoorde te betrachten. Het CTG acht het opleggen van de maatregel waarschuwing passend en toereikend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:192 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 765.2014

    Meerdere klachtonderdelen waarvan één gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft vier bankbeslagen op hetzelfde tijdstip aan klager overbetekend. Het lag op de weg van de gerechtsdeurwaarder om slechts één overbetekening bij klager in rekening te brengen. Klacht gegrond en de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:199 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 975.2014

    Meerdere klachtonderdelen ongegrond. Indien klager een specificatie van het gevorderde bedrag zou willen ontvangen ligt het op zijn weg om de gerechtsdeurwaarder daarom te verzoeken. De gerechtsdeurwaarder heeft binnen een redelijke termijn op de e-mails van klager gereageerd. Indien klager het niet eens is met de tenuitvoerlegging van het vonnis dan kan hij zich wenden tot de gewone rechter.