Zoekresultaten 221-240 van de 2895 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/15 SHE/2023/16

    Klachten van het BFT over het vervullen van de poortwachtersrol niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn. De kamer merkt het schriftelijke signaal van de politie aan als dermate serieus dat van het BFT in de gegeven omstandigheden meer voortvarendheid had mogen worden verwacht. Nu tussen de ontvangst van dat signaal en het opvragen van de dossiers bij de notarissen bijna een jaar is verstreken, acht de kamer dit tijdsverloop niet meer redelijk. Dat de daadwerkelijke start van het onderzoek naar de onroerendgoedtransacties volgens het BFT (mede) is vertraagd door de uitbraak van het coronavirus, waardoor het geplande kantoorbezoek niet kon doorgaan en de werkwijze moest worden aangepast, vormt naar het oordeel van de kamer geen voldoende rechtvaardiging voor dit tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:8 Kamer voor het notariaat Amsterdam 724631 / NT 22-44 724634 / NT 22-45

    Afhandeling dossier was onzorgvuldig. Klacht gegrond. De kamer legt aan de kandidaat-notaris de maatregel van waarschuwing op, omdat hij direct betrokken was bij het dossier. Aan de notaris legt de kamer geen maatregel op. De kamer houdt daarbij rekening met de latere, meer indirecte, betrokkenheid van de notaris en het door hem op de zitting getoonde inzicht dat sprake is geweest van onzorgvuldig handelen.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 726702 / NT 22-54 726703 / NT22-55

    Klacht over de werkwijze van de notarissen, die naar het oordeel onvoldoende voortvarend en behulpzaam zijn geweest. De notarissen hadden klaagster kunnen uitnodigen om een en ander uit te leggen om vervolgens samen tot een oplossing te komen, in plaats van steeds per e-mail te blijven aandringen op het sturen van stukken. Weliswaar is het ook in het belang van klaagster dat de notaris controleert of zij beschikkingsbevoegd is, maar de notaris had tevens oog moeten hebben voor de dubbele lasten die klaagster zou moeten dragen indien de koop niet door zou gaan. Uit de overgelegde e-mailcorrespondentie en hetgeen de notaris daarover ter zitting heeft verklaard, blijkt dat de regie van de aanpak in het dossier (in elk geval in de laatste fase) bij de notaris lag. De notaris heeft in het dossier de kandidaat-notaris (waarvoor hij de verantwoording draagt) aangestuurd om de stukken bij klaagster op te vragen. De kamer legt daarom de notaris de maatregel van waarschuwing op; aan de kandidaat-notaris wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/29 SHE/2022/38

    Levering van aandelen. De kamer acht het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris, die niet op de hoogte was van het conflict tussen de beide aandeelhouders, in de gegeven omstandigheden geen onderzoek heeft verricht naar de interne besluitvorming over de levering van de aandelen aan een vennootschap die gelieerd was aan één van beide aandeelhouders zonder dat de andere aandeelhouder (klaagster) daarvan op de hoogte was (vergelijk ook hof Amsterdam ECLI:NL:GHAMS:2015:2057 en ECLI:NL:GHAMS:2022:2664). Klaagster verwijt de notaris ook dat de notaris zijn dienst heeft geweigerd bij een volgende levering van aandelen in verband met de tuchtklachten die klaagster over de eerdere levering van aandelen had ingediend. De kamer overweegt dat het tuchtrechtelijk verwijtbaar is als degene tegen wie een tuchtklacht is ingediend aan het verlenen van zijn medewerking – zoals het passeren van een akte – de voorwaarde verbindt dat die tuchtklacht wordt ingetrokken. Dit klachtonderdeel wordt echter bij gebrek aan een feitelijke grondslag ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05 416349 KL RK 23-17

    Artikel 93 lid 1 Wna. art 22 lid 1 Wna.Vader heeft met de kandidaat-notaris een bespreking gehad over zijn wensen voor het wijzigen van zijn testament. Enkele dagen later is vader onverwacht overleden. Een van de erfgenamen heeft de kandidaat-notaris verzocht om een verklaring af te geven wat vader aan haar heeft aangegeven over zijn laatste wens.Klager verwijt de kandidaat-notaris dat zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door op verzoek van één van de erfgenamen, de laatste wens van vader met de andere erfgenamen per brief te delen. Door als kandidaat-notaris, op briefpapier van het notariskantoor, een laatste wens van een overledene te formaliseren, wordt dit een ‘officiële’ laatste wil. De kandidaat-notaris mocht deze kennis niet delen, zelfs niet als alle erfgenamen hier gezamenlijk om gevraagd zouden hebben.De kamer heeft als volgt overwogen. Uit de wettekst van artikel 22 Wna volgt dat het ambtsgeheim van een notaris geldt voor alle vertrouwelijke informatie die hij in zijn beroepsuitoefening heeft ontvangen. Het ambtsgeheim strekt zich uit over de gehele dienstverlening van een notaris en de reikwijdte ervan is niet afhankelijk van de vraag of in het kader van deze dienstverlening een notariële akte tot stand komt. De geheimhoudingsplicht en het daarmee samenhangende verschoningsrecht zijn niet absoluut. De geheimhoudingsplicht kan echter alleen in uitzonderlijke gevallen door in de wet geregelde gevallen of door de rechter worden doorbroken. Naar het oordeel van de kamer biedt artikel 22 Wna geen ruimte voor een eigen belangenafweging van de geheimhouder, in dit geval de kandidaat-notaris. Niet in geschil is dat de kandidaat-notaris in haar brief aan de erfgenamen van vader informatie heeft verstrekt die zij tijdens het gesprek met vader uit hoofde van haar beroepsuitoefening heeft ontvangen. Deze informatie viel derhalve onder de geheimhoudingsplicht van de kandidaat-notaris. Pas als de wensen van vader zouden zijn vastgelegd in een testament, hadden zij tot doel gehad om na zijn overlijden kenbaar te worden voor derden. Doordat hetgeen de kandidaat-notaris met vader heeft besproken zich niet vertaald heeft in een testament, mocht de kandidaat-notaris deze ontvangen informatie niet met klager (en de andere erfgenamen) delen. Daarom heeft de kamer de klacht gegrond verklaard.Het beroepsgeheim raakt de kern van het notarisambt. Overtreding van deze kernwaarde brengt dan ook in beginsel een forse maatregel met zich mee. De kamer heeft echter, zoals in elke tuchtprocedure, rekening gehouden met de omstandigheden van het geval. Op basis van die specifieke omstandigheden is de maatregel tot een waarschuwing beperkt gebleven.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/21

    Het verzoek tot wraking van de voorzitter van de zittingscombinatie die de klacht mondeling heeft behandeld, is in de kern gebaseerd op (de motivering van) de beslissing om het door verzoekers gedane verzoek (om na de mondelinge behandeling nog een kopie van een vonnis te mogen indienen) af te wijzen.De wrakingskamer stelt voorop dat een beslissing op het verzoek om stukken te mogen indienen een procedurele beslissing is. Louter procedurele beslissingen kunnen als zodanig in beginsel geen grond vormen voor wraking. Ook de motivering van een procedurele beslissing kan in beginsel geen grond vormen voor wraking, ook niet indien het zou gaan om een door de wrakingskamer onjuist, onbegrijpelijk, gebrekkig of te summier geachte motivering of om het ontbreken van een motivering. Dit is uitsluitend anders indien de motivering van de procedurele beslissing in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid van de rechter die haar heeft gegeven (vergelijk ECLI:NL:HR:2018:1413).Naar het oordeel van de wrakingskamer is in dit geval geen sprake van een uitzonderingssituatie. Het verzoek tot wraking wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:36 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/414323/ KL RK 23-4

    Artikel 93 lid 1 Wna. art 22 lid 1 Wna. Art 102 lid 1 Wna.Klager verwijt de notaris dat hij zich ten onrechte heeft beroepen op zijn geheimhoudingsplicht, dat de notaris niet is nagegaan wat de gevolgen zijn van het herroepen van eerdere testamenten en erflater hierover voldoende heeft geïnformeerd/geadviseerd.De kamer heeft als volgt overwogen. Uit de jurisprudentie blijkt dat de notaris weliswaar gehouden was om zijn gevolgde werkwijze toe te lichten, maar dat de notaris de inhoud van de besprekingen met erflater geheim dient te houden. Dit betreft immers informatie waarvan de notaris uit hoofde van zijn werkzaamheden als zodanig kennis heeft genomen. Naar het oordeel van de kamer kan en hoeft de notaris daarom niet aan klager toe te lichten wat hij concreet wel of niet met erflater heeft besproken ten aanzien van zijn eerdere testament en de overige zaken die hij al dan niet met erflater heeft besproken.De notaris is op basis van de gesprekken met erflater tot de conclusie gekomen dat erflater wilsbekwaam was, dat het gewijzigde testament de wil van erflater bevatte en dat erflater de inhoud en de rechtgevolgen ervan begreep. Naar het oordeel van de kamer zijn er onvoldoende aanknopingspunten dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen. Niet is gebleken dat de notaris de gevolgen van het herroepen van het testament niet voldoende heeft onderzocht en/of onvoldoende met erflater zou hebben besproken.De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:33 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/415247 KL RK 23-09

    Ongegronde klacht. Artikel 93 Wna, artikel 17 Wna en artikel 21 Wna. Klagers hebben onroerend goed verkocht aan kopers. Kopers hebben voor de notaris gekozen als passerend notaris voor de leveringsakte. Tussen klagers en kopers is een conflict ontstaan over het inroepen door kopers van een ontbindende voorwaarde. De notaris heeft vervolgens zijn diensten opgeschort. De klacht van klagers valt uiteen in de volgende onderdelen: het innemen van een partijdig standpunt; de onzorgvuldige handelwijze; de (ontbrekende) communicatie en de weigering tot dienstverlening. De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard. Wel constateert de kamer dat de communicatie door de notaris op een aantal punten beter had gekund. Hoewel de notaris de uitdrukkelijke intentie had om zich buiten het geschil van klagers en kopers te houden, lijkt deze intentie zich door de onduidelijke communicatie van de notaris juist tegen hem te hebben gekeerd. De verwijten die de notaris ten aanzien van zijn communicatie zijn te maken, zijn echter niet van zodanig aard dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/410239 / KL RK 22-128

    Klacht niet-ontvankelijk wat betreft het handelen van de oud-notaris als bestuurder van de Stichting administratiekantoor (STAK) omdat dit handelen in beginsel buiten het bereik van de Wet op het notarisambt valt. Overigens geldt dat de oud-notaris als bestuurder van de STAK niet handelt of belegt zoals bedoeld in artikel 17 lid 3 Wna. Verder is niet gesteld of gebleken dat de werkzaamheden van de oud-notaris als bestuurder in dit geval zodanig verband houden met zijn (voormalige) hoedanigheid van notaris dat de oud-notaris voor zijn optreden van de bestuurder van de STAK als zodanig tuchtrechtelijk zou moeten verantwoorden. Wel terecht is het verwijt dat de (thans) oud-notaris klager niet goed heeft voorgelicht over zijn erfrechtelijke keuzemogelijkheden. In zoverre klacht gegrond. Dit verwijt betreft de kernwaarden van het notarisambt. De op te leggen maatregel blijft echter tot waarschuwing beperkt omdat uit de verklaring van klager ter zitting volgt dat klager reeds geruime tijd voorafgaand aan het overlijden van erflater op de hoogte was van zijn wens om de vennootschappen als geheel na te laten aan de volgende generatie. Daarbij was klager bekend met het feit dat erflater met het oog daarop met zijn fiscaal adviseurs en met de oud-notaris in gesprek was over herstructurering van de vennootschappen. Het is daarom begrijpelijk en tot op zekere hoogte te billijken dat de oud-notaris klager op hoofdlijnen met de materie bekend veronderstelde.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:35 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/414648 / KL RK 23-5 C/05/416131/ KL RK 23-15

    Artikel 99 lid 21 Wna.Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Geen ruimte voor toepassing van uitzonderingstermijn van een jaar. Klaagster was zelf partij bij de akten en aanwezig bij het passeren van die akten, waarbij het handelen of nalaten waarover geklaagd wordt, heeft plaatsgevonden.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-39

    De notaris is niet onpartijdig geweest, heeft niet zorgvuldig (genoeg) gehandeld, heeft de vormvoorschriften niet zorgvuldig nageleefd, heeft gedwaald, is zijn onderzoeksplicht niet nagekomen, heeft onjuiste informatie verstrekt, heeft druk, dreiging en dwang uitgeoefend en heeft een bankfunctie vervuld. Verder heeft de notaris niet gereageerd op de diverse e-mailberichten die klager hem heeft gestuurd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:13 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-07

    Klagers verwijten de notaris dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden. Bij de inschrijving van de koopovereenkomst in het Kadaster heeft de notaris niet gecontroleerd of de beschikking, gewezen tussen de curator en klaagster, legitiem was. Ook heeft de notaris niet gecontroleerd of de handtekening van klager onder de koopovereenkomst echt was. Verder verwijten klagers de notaris dat hij niet heeft gecontroleerd of hypotheekbank en de rechter-commissaris akkoord waren met de verkoop van de woning.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/409942 KL RK 22-126

    klacht van het BFT in verband met het niet transparant declareren in een bewindvoeringsdossier, schending van de zorgplicht om een goede urenadministratie te voeren en onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van drie boedeldossiers bestaande uitonvoldoende voortvarend handelen, onvoldoende en gebrekkige communicatie en inhoudelijke onzorgvuldigheden. Klager is in klachtonderdeel II ten aanzien van dossier 3 niet-ontvankelijk op grond van het ne bis in idem-beginsel. De klacht is in al haar overige onderdelen gegrond. Mede in verband met de bijzondere omstandigheden van het geval legt de kamer de notaris de maatregel van schorsing op voor de duur van twee weken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411148 KL RK 22-143

    Klacht niet ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Artikel 99 lid 21 Wna.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411708 KL RK 22-148

    Vader heeft vijf kinderen. Vader heeft aan drie van zijn vijf kinderen een perceel grond verkocht. Vader is nu klagende partij met zijn andere twee kinderen.Klagers vorderen ontbinding van de koopovereenkomst en teruglevering van de beide verkochte percelen voor de oorspronkelijke koopsom van€ 14.000,- plus genoegdoening. Ter onderbouwing voeren zij aan dat de notaris: geen rekening heeft gehouden met verjaring en juridische erfgrensbepaling; een opstalrecht heeft gevestigd zonder de eigenaar, noch de gebruiker, te raadplegen; partijdig heeft gehandeld ten opzichte van de kopers. De notaris heeft bij de voorbereiding en het passeren van de akte gedragsregels en protocollen om misbruik van kwetsbare ouderen te voorkomen, overtreden. Ook heeft de notaris zijn onderzoeksplicht, zorgplicht en overlegplicht geschonden; in december 2020 een van de andere kinderen (klaagster) heeft geweigerd om de betreffende percelen te kunnen kopen. Ook heeft de notaris klagers er nimmer op gewezen dat een akte van verkrijging erfgrens mogelijk is. Hierdoor is sprake van partijdigheid, onbetrouwbaarheid, nalatigheid en het niet nakomen van de zorgplicht door de notaris.De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/408270 KL RK 22-107 C/05/409292 KL RK 22 - 118

    Klager heeft een redelijk belang bij de klacht want hij was in het voorlaatste testament de enig erfgenaam van erflater en is dat ingevolge het laatste testament van erflater niet meer. Klager kan derhalve niet het recht ontzegd worden een tuchtklacht in te dienen. De klacht is in de eerste plaats gericht tegen de kandidaat-notaris omdat zij een testament buiten het grondgebed van Nederland heeft gepasseerd. De omstandigheden dat erflater Nederlander was, Nederlands sprak, enkele kilometers over de grens woonde en vanwege zijn precaire gezondheid zijn woning niet meer kon verlaten, maken weliswaar begrijpelijk dat de kandidaat-notaris ervoor gekozen heeft het testament bij erflater thuis te passeren, maar dit neemt niet weg dat de kandidaat-notaris in strijd met artikel 13 Wna en dus onzorgvuldig gehandeld. Gezien de omstandigheden van het geval gaat het hier echter niet om een intentionele schending van de kernwaarden van het ambt. Gebleken is dat de kandidaat-notaris service-gericht wilde handelen. Nu niet is gebleken[1] dat de kandidaat-notaris eerder met de tuchtrechter in aanraking is geweest, zal de kamer de op te leggen maatregel beperken tot een waarschuwing. Voor wat betreft de klacht dat de notaris de kandidaat-notaris had behoren te beletten dat de kandidaat-notaris in strijd met artikel 13 Wna zou handelen overweegt de kamer dat het toezicht dat de notaris moet houden op de werkzaamheden van de kandidaat-notaris in het algemeen niet zo ver gaat dat de notaris zich van de inhoud van iedere afspraak moet vergewissen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/413145 KL RK 22-164

    Klaagster heeft een klacht ingediend namens haar dochter nadat haar wettelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid als moeder van haar dochter van rechtswege is geëindigd op 8 september 2021, zijnde de datum waarop haar dochter 18 jaar is geworden. Vanaf deze datum is klaagster niet meer de wettelijk vertegenwoordiger van haar dochter zodat zij niet bevoegd is, althans niet zonder een daartoe strekkende volmacht, namens haar dochter een klacht in te dienen. Uit de stukken volgt dat hier van een dergelijke volmacht geen sprake is. Klaagster is daarom niet-ontvankelijk in haar klacht. Voor zover klaagster ter zitting aanvullend heeft gesteld dat zij de klacht mede namens zichzelf heeft ingediend overweegt de kamer dat dit uit de klacht niet blijkt. Bovendien heeft klaagster haar standpunt dat zij een eigen (fiscaal) belang had niet met nadere gegevens onderbouwd. Niet aannemelijk is geworden dat in deze zaak voor klaagster sprake is van een notarieel tuchtrechtelijk te beschermen redelijk belang in de zin van artikel 99 lid 1 Wna.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/415512 KL RK 23-12

    Klaagster heeft aan de notaris niet expliciet de opdracht gegeven om de boedel af te wikkelen. De notaris heeft de opdracht gehad om de verklaring van erfrecht op te stellen, en heeft dat ook gedaan. Daarna heeft hij nog wel contact gehad met klaagster en de andere erfgenamen. Bij klaagster is kennelijk onduidelijkheid ontstaan over zijn rol. De notaris had duidelijker kunnen zijn over zijn rol naar klaagster. Het is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:29 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/405228 KL RK 22-77

    Artikel 99 lid 21 Wna. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Uitzondering van slot artikel 99 lid 21 Wna niet van toepassing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-03

    Klager verwijt de notaris dat zij hem opzettelijk foutieve informatie heeft verschaft over de stemmingsprocedure om een akte van uitgifte erfpacht te wijzigen, in een poging om op onrechtmatige wijze de betreffende akte te wijzigen.