ECLI:NL:TNORARL:2023:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/415512 KL RK 23-12

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2023:28
Datum uitspraak: 31-05-2023
Datum publicatie: 08-06-2023
Zaaknummer(s): C/05/415512 KL RK 23-12
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klaagster heeft aan de notaris niet expliciet de opdracht gegeven om de boedel af te wikkelen. De notaris heeft de opdracht gehad om de verklaring van erfrecht op te stellen, en heeft dat ook gedaan. Daarna heeft hij nog wel contact gehad met klaagster en de andere erfgenamen. Bij klaagster is kennelijk onduidelijkheid ontstaan over zijn rol. De notaris had duidelijker kunnen zijn over zijn rol naar klaagster. Het is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/415512 / KL RK 23-12

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[klaagster],

postadres te [plaats]

tegen

[notaris],

notaris te [plaats].

Partijen worden hierna klaagster en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 7 februari 2023;
  • de aanvulling op de klacht, met bijlagen, van 20 maart 2023;
  • het verweer van de notaris van 12 april 2023.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 15 mei 2023 behandeld, waarbij zijn verschenen klaagster en de notaris.

2.         De feiten

2.1.      Klaagster is de dochter van [naam moeder] en [naam vader]. [naam moeder] (hierna: erflaatster) is overleden op 25 september 2011. [naam vader] (hierna: erflater) is overleden op 9 november 2018.

2.2.      Het testament van erflater is opgesteld op 14 februari 2000.

2.3.      De erfgenamen van erflater zijn klaagster, haar zus en haar twee broers.

2.4.      Klaagster heeft de nalatenschappen van erflaatster en erflater beneficiair aanvaard op 15 januari 2019. De andere erfgenamen hebben de nalatenschappen zuiver aanvaard.

2.5.      Op verzoek van klaagster is door de notaris op 22 januari 2019 een verklaring van erfrecht afgegeven.

2.6.      De woning van erflater is geleverd aan kopers op 20 augustus 2019 waarbij de notaris de akte heeft gepasseerd.

2.7.      Bij vonnis van 22 december 2021 van de rechtbank Noord-Nederland is de omvang van de nalatenschap vastgesteld en is klaagster veroordeeld om schriftelijk opdracht te verlenen aan de notaris om het saldo van de verkoop van de woning over te boeken naar de ervenrekening, bij gebreke waarvan het dictum van het vonnis in plaats van de opdracht zou treden. Klaagster heeft de opdracht niet verleend zodat de notaris op grond van het vonnis het saldo heeft overgemaakt op de ervenrekening van de erflater. De zus van klaagster is in het vonnis gemachtigd om namens klaagster de ervenrekening te vereffenen en de erfdelen aan de erfgenamen uit te keren.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klaagster verwijt de notaris dat de afwikkeling van de nalatenschap te lang duurt en dat de notaris te weinig of niet reageert op de verzoeken en vragen van klaagster.

3.2.      Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij

daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

4.2.      Klaagster heeft na het overlijden van erflater meerdere keren per e-mail en telefonisch contact gehad met de notaris en zij ging er kennelijk vanuit dat de notaris de nalatenschap zou afwikkelen. Omdat klaagster van de notaris geen of weinig reactie ontving, is het voor klaagster onduidelijk of de nalatenschap nu is afgewikkeld.

4.3.      Vast staat dat de notaris op verzoek van klaagster een verklaring van erfrecht heeft afgegeven. Ook heeft hij de leveringsakte aangaande de woning van erflater gepasseerd, heeft hij diverse vragen beantwoord van klaagster en heeft hij op verzoek van de overige erfgenamen de opgestelde boedelbeschrijving bekeken. Ten slotte heeft de notaris het geld dat op zijn derdenrekening stond na de verkoop van de woning, overgemaakt naar de ervenrekening.

4.4.      De kamer overweegt dat de notaris, anders dan waarvan klaagster mogelijk uitgaat, geen opdracht heeft gekregen om de boedel af te wikkelen. De notaris heeft van klaagster de opdracht gekregen om een verklaring van erfrecht op te stellen. Daarna heeft klaagster nog regelmatig contact met hem opgenomen, maar zij heeft hem niet specifiek gevraagd om de boedel af te wikkelen. Dit is uiteindelijk door de overige erfgenamen zelf gedaan.

De notaris is behulpzaam geweest door als contactpersoon tussen klaagster en de overige erfgenamen op te treden bij de afwikkeling van de boedel. Hierbij is bij klaagster kennelijk onduidelijkheid ontstaan over zijn rol. De notaris had richting klaagster duidelijker kunnen zijn door haar expliciet mee te delen dat hij niet gevraagd was om de boedel af te wikkelen, en dat de erfgenamen dat dus zelf moesten doen. Dit is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar aan de notaris. Uit de overgelegde stukken blijkt namelijk dat de notaris veelvuldig met klaagster heeft gemaild en haar ook regelmatig telefonisch te woord heeft gestaan. De notaris heeft zich ondanks dat hij geen officiƫle rol had bij de afwikkeling, wel ingezet om de erfgenamen te ondersteunen. Ook dit is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.

De kamer zal de klacht daarom ongegrond verklaren.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

  • verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, L.T. de Jonge,

J.A.H. Bruggemann, M.R.H. Goossens en V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. A.M. van Gerwen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

31 mei 2023.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.