Zoekresultaten 241-260 van de 1481 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:57 Accountantskamer Zwolle 21/103 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die rapportage heeft opgesteld in het kader van een bibob-onderzoek. Klacht gegrond. Oplegging maatregel van berisping. Betrokkene heeft door af te zien van het horen van klagers gehandeld in strijd met Handreiking 1112. Betrokkene heeft in zijn rapportage ten onrechte vermeld dat te weinig omzet was verantwoord en dat te weinig vennootschapsbelasting was betaald. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:55 Accountantskamer Zwolle 21/223 Wtra AK

    Kantoortoetsingen. Betrokkene heeft een eigen accountantskantoor en is door middel van een overeenkomst van opdracht werkzaam voor een ander accountantskantoor. Beide kantoren zijn getoetst. De NBA heeft bij beide kantoren tekortkomingen op zowel stelsel- als dossierniveau aangetroffen. Nadat het verbeterplan is uitgevoerd bleek bij het andere kantoor nog steeds van tekortkomingen. Dit kantoor heeft vervolgens de samenwerking met betrokkene stopgezet en treedt niet langer als accountantskantoor naar buiten. Betrokkene heeft naar aanleiding van de klacht over zijn eigen kantoor alleen verweer gevoerd met betrekking tot de PE-punten en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Beide verweren slagen niet. Het verweer van betrokkene dat de toetser niet integer was en zijn werk niet goed heeft gedaan slaagt evenmin. Hieruit volgt dat de klacht gegrond is. Aan betrokkene wordt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in de registers van 2 jaar opgelegd. Daarbij is overwogen dat betrokkene geen/onvoldoende medewerking heeft verleend aan de toetsing, dat sprake is van ernstige tekortkomingen en dat betrokkene op de zitting geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het feit dat hij flinke steken heeft laten vallen. Dit is des te ernstiger nu betrokkene niet alleen verantwoordelijk was voor het kwaliteitssysteem van zijn eigen onderneming, maar ook van het andere kantoor. Betrokkene heeft verder geen professioneel-kritische houding aangenomen ten opzichte van de resultaten van de toetsing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:56 Accountantskamer Zwolle 20/2635 Wtra AK

    Klacht over diverse werkzaamheden accountant exploitant campings. Klacht gedeeltelijk gegrond; strijd met fundamentele beginselen van vertrouwelijkheid en objectiviteit. Betrokkene heeft vertrouwelijke gegevens gedeeld met een derde. Dat, althans volgens betrokkene, sprake was van een staande praktijk, dat dit de samenwerking tussen klager en de derde ten goede kwam en dat klager hiervan op de hoogte was maakt dit niet anders, omdat daarin niet ligt besloten dat klager schriftelijk zijn toestemming tot het delen van vertrouwelijke informatie heeft gegeven. Betrokkene heeft niet, althans niet voldoende onderkend dat klager en derde tegenstrijdige belangen hadden. Klager was bij de overeenkomsten inzake de campings immers koper en huurder en derde verkoper en verhuurder, terwijl betrokkene van zowel klager als derde opdrachten heeft aangenomen en die opdrachten zowel feitelijk als juridisch sterk met elkaar waren verweven. Betrokkene heeft de hierin besloten liggende bedreiging voor zijn objectiviteit niet op de voet van artikel 21 VGBA geïdentificeerd en beoordeeld en hij heeft vervolgens geen toereikende maatregel genomen en in zijn dossier vastgelegd die ertoe leidde dat hij zich aan het fundamentele beginsel van objectiviteit kon houden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:54 Accountantskamer Zwolle 20/2447 Wtra AK

    Dienen van twee heren. Beginsel van objectiviteit. Vastlegging van genomen maatregelen in het dossier. Betrokkene heeft twee van zijn cliënten met elkaar in contact gebracht, omdat hij mogelijkheden zag voor een samenwerking tussen hun vennootschappen. Betrokkene is bij de totstandkoming van de samenwerking intensief betrokken geweest en heeft beide cliënten geadviseerd. Hij is zich daarbij bewust geweest van een mogelijke belangenverstrengeling en het feit dat daarmee zijn objectiviteit in het gedrang zou kunnen komen. In verband daarmee heeft betrokkene maatregelen genomen. Niet gebleken is dat betrokkene zich daadwerkelijk ongepast en ten nadele van klager heeft laten beïnvloeden. Hij heeft evenwel de bedreiging, zijn beoordeling daarvan en de toegepaste maatregelen niet in zijn dossier vastgelegd. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 21 lid 3 VGBA. Maatregel: waarschuwing

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:52 Accountantskamer Zwolle 20/2449 Wtra AK

    Klacht over diverse werkzaamheden. Zo zou betrokkene niet conform afspraak aangifte hebben gedaan voor 1 april 2019. Betrokkene bestrijdt dat die afspraak is gemaakt en uit de gedingstukken is daarvan niet gebleken, zodat verwijt geen doel treft. Dat betrokkene onduidelijkheden rondom de omzetbelasting verband houdend met de aankoop van een nieuwe auto niet tijdig en correct heeft opgelost is evenmin gebleken. Klagers vinden de wijze van communiceren door betrokkene onder de maat. Betrokkene heeft erkend dat het beter kon. De Accountantskamer is niet gebleken dat de communicatie van betrokkene richting klagers dusdanig slecht was dat sprake is van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Wel gegrond is het klachtonderdeel waarin betrokkene wordt verweten dat hij zijn facturen niet heeft gespecificeerd. Van 2 facturen hebben klagers om een specificatie gevraagd. Eén factuur heeft betrokkene wel gespecificeerd, de andere alleen toegelicht. Dat laatste is niet conform vaste rechtspraak dat een accountant zijn facturen desgevraagd specificeert. Klacht (deels) gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:53 Accountantskamer Zwolle 20/2594 Wtra AK

    Klacht over voormalig accountant van fysiotherapiepraktijk. Deze stelde jaarrekeningen samen en deed aangiften. Een medewerker van het accountantskantoor verzorgde de salarisadministratie van de praktijk. Klaagster heeft de achterblijvende resultaten van de praktijk met betrokkene besproken, maar dit leidde niet tot een oplossing. Een door klaagster ingeschakelde externe deskundige concludeerde dat het salaris van de medewerkers van de praktijk jarenlang onjuist was berekend, waardoor aan hen te veel zou zijn uitbetaald. Klacht hierover deels niet-ontvankelijk in verband met drie- en zesjaarstermijn, maar voor het overige ontvankelijk en gegrond. Betrokkene is immers verantwoordelijk voor toezicht op en begeleiding van zijn medewerker. Niet is gebleken dat betrokkene met zijn medewerker sprak over zijn werkzaamheden voor klaagster, ook niet nadat betrokkene de tegenvallende resultaten met klaagster had besproken, zodat hij onvoldoende invulling heeft gegeven aan art. 14 VGBA. Klacht ziet verder op het niet publiceren van de jaarrekening van de vennootschap van betrokkene en het niet verzekeren van het uitlooprisico. Betrokkene heeft zich niet gehouden aan voor hem geldende wet- en regelgeving. Beide klachtonderdelen zijn dan ook gegrond. Maatregel: doorhaling in de registers.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:51 Accountantskamer Zwolle 20/2468 Wtra AK

    Klacht van een groep vennootschappen tegen accountant die samen met collega’s (niet-accountants) werkzaamheden voor de groep heeft verricht. Klacht dat betrokkene geen door klaagster ondertekende opdrachtbevestiging had is ongegrond. De opdracht is schriftelijk bevestigd en naar klaagster gezonden. Daarmee is voldaan aan de regelgeving. Klacht is wel gegrond voor zover betrokkene stukken heeft verstuurd aan de ex-vrouw van de bestuurder die zien op een entiteit waarvan zij geen bestuurder is. Dat betrokkene stukken heeft verstuurd naar de bank in het kader van een financieringsaanvraag is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De betrokken bestuurder is daarvan ook op de hoogte gebracht. De overige klachtonderdelen zien op fiscale werkzaamheden, een jaarrekening en betalingen van facturen en salarissen. Niet gebleken is dat betrokkene voor de aangiften als verantwoordelijke heeft te gelden. Dat geldt ook voor het klaarzetten van betalingen. Betrokkene is een poosje niet ingeschreven geweest in het register en in die periode hoe dan ook niet tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat de jaarrekening een materiele fout bevat is niet onderbouwd. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:49 Accountantskamer Zwolle 20/1820 Wtra AK

    Klacht over een accountant die werkzaam is geweest voor een groep vennootschappen waarvan klager bestuurder en aandeelhouder is. Betaling van facturen van betrokkene ging als gevolg van de financiële situatie van de bedrijven niet altijd even snel. In 2017 bleek dat de door klager ingehuurde controller enorme achterstanden in de administratie en het opstellen van de jaarstukken heeft laten ontslaan. Betrokkene heeft in opdracht van klager de administratie hersteld. De uit deze werkzaamheden voortvloeiende facturen leidden tot problemen en procedures tussen klager en betrokkene. De klacht ziet op ondoorzichtig en onzorgvuldig declareren, het niet op de juiste wijze behartigen van de belangen van klager en het niet juist uitvoeren van de werkzaamheden. De klacht is deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de zes- en driejaarstermijn. De klacht is deels gegrond omdat betrokkene richting klager niet duidelijk genoeg is geweest over wat hij tot zijn opdracht rekende en omdat hij klager langdurig niet duidelijk op de hoogte heeft gehouden van de door hem verrichte werkzaamheden en de bedragen die hij daarvoor in rekening wilde brengen. Verder is de klacht gegrond omdat betrokkene voor werkzaamheden die hij abusievelijk heeft gefactureerd klager niet onverwijld heeft gecrediteerd. Voor het overige is de klacht ongegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:50 Accountantskamer Zwolle 21/199 Wtra AK

    Klacht tegen een accountant die de opdracht had om de jaarrekening van klaagster samen te stellen: klacht is ongegrond. Het ontbreken van persoonlijk contact met het management van klaagster is in dit specifieke geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Onder meer omdat het accountantskantoor een langlopende klantrelatie met klagers had, het de bedoeling was dat de accountant de samenstelwerkzaamheden slechts tijdelijk zou overnemen en de accountant werd ondersteund door een samenstelteam dat al geruime tijd bekend was met en inzicht had in de onderneming. Ook het verwijt dat de accountant onvoldoende toezicht heeft gehouden op een accountmanager, die klagers heeft geadviseerd bij de verkoop van de onderneming, is ongegrond. Omdat de accountant alleen een samenstelopdracht had, is hij niet vaktechnisch verantwoordelijk voor deze advieswerkzaamheden. Daarbij is in aanmerking genomen dat hij zich niet met de advisering heeft bemoeid en dat binnen het accountantskantoor ook nog andere accountants werkzaam zijn, waardoor niet valt in te zien waarom juist deze accountant verantwoordelijk zou zijn voor de advisering. De accountant kan evenmin worden verweten hij een afspraak over de winstdeling niet juist heeft verwerkt in de jaarrekening. Deze afspraak is gemaakt in het kader van de overdracht van de onderneming. Omdat de juridische overdracht plaatsvond na balansdatum was er geen reden om de verkoop al in de cijfers van de jaarrekening te verwerken. Ook was er op het moment van het opstellen van de jaarrekening geen reden om aan te nemen dat sprake was van een continuïteitsonzekerheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:47 Accountantskamer Zwolle 20/486 en 20/487 Wtra AK

    Klacht tegen twee accountants die lid zijn van de Raad van Bestuur van een accountantsorganisatie. Het verwijt dat zij hebben toegestaan dat aan de accountantsorganisatie verbonden accountants zonder vergunning in de zin van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) werkzaamheden hebben uitgevoerd, treft geen doel. Een accountantsorganisatie is geen recherchebureau, omdat de uitoefening van het beroep van accountant is onderworpen aan wettelijke voorschriften, zoals de Wet op het accountantsberoep (Wab) en de daarop gebaseerde VGBA. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:48 Accountantskamer Zwolle 21/192 Wtra AK

    Klagers en betrokkene zijn voormalige maten van een accountantskantoor. Klagers verwijten betrokkene dat hij het beroep van accountant in diskrediet heeft gebracht, niet professioneel heeft gehandeld, niet eerlijk en oprecht is geweest en meer vakantie-uren heeft opgenomen dan was afgesproken. Deze verwijten treffen geen doel, omdat betrokkene de stellingen gemotiveerd heeft weersproken. Over en weer geldt dat aan het woord van de één niet meer of minder waarde kan worden toegekend dan aan het woord van de ander, waardoor niet kan worden vastgesteld of sprake is geweest van klachtwaardig handelen. Ook kan betrokkene niet worden verweten dat hij vier verschillende conceptjaarrekeningen van de maatschap heeft opgesteld, omdat deze zijn opgesteld ten tijde van het tussen partijen bestaande conflict en de daaruit voortvloeiende afwikkeling van de maatschap. Verder is er geen voorschrift dat verbiedt dat een conceptjaarrekening wordt opgesteld als die van het jaar daaraan voorafgaand nog niet is vastgesteld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:44 Accountantskamer Zwolle 20/1814 Wtra AK

    Klacht tegen externe accountant internationaal opererende groep. Klacht gegrond; strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel tijdelijk doorhaling van de inschrijving voor de duur van drie maanden. Betrokkene is op essentiële onderdelen tekortgeschoten bij het uitvoeren van de groepscontrole. Betrokkene heeft nagelaten om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Ook is hij als groepsaccountant onvoldoende professioneel kritisch geweest bij het beoordelen van werkzaamheden en bevindingen van de accountant van een groepsonderdeel.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:45 Accountantskamer Zwolle 21/451, 21/452, 21/453 Wtra AK

    Elfde klacht tegen accountants die onderzoek hebben gedaan naar signalen over onregelmatigheden met betrekking tot declaraties van klager. De klacht is niet-ontvankelijk, omdat klager voor de tweede keer over dezelfde gedragingen klaagt. Daarnaast is sprake van misbruik van tucht(proces)recht. Op voorhand is uitgesloten dat de behandeling van de klacht zou kunnen bijdragen aan de doelstelling van de tuchtrechtspraak.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:46 Accountantskamer Zwolle 20/538, 20/539, 20/540, 20/541 Wtra AK

    Tiende klacht tegen accountants die onderzoek hebben gedaan naar signalen over onregelmatigheden met betrekking tot declaraties van klager. De klacht is niet-ontvankelijk, omdat klager voor de tweede keer over dezelfde gedragingen klaagt en de klacht neerkomt op een verkapt hoger beroep. Daarnaast is sprake van misbruik van tucht(proces)recht. Op voorhand is uitgesloten dat de behandeling van de klacht zou kunnen bijdragen aan de doelstelling van de tuchtrechtspraak.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:43 Accountantskamer Zwolle 20/2626, 20/2627, 20/2628 Wtra AK

    Klacht tegen drie accountants. De eerste accountant heeft een brief gestuurd aan de relaties van zijn accountantskantoor over de wijzigingen binnen het kantoor. In deze brief is gesuggereerd dat een voormalige maat van het accountantskantoor (klager), die zich had ziek gemeld, niet daadwerkelijk ziek zou zijn. Het versturen van deze brief valt onder de reikwijdte van het tuchtrecht. De informatie in deze brief over de persoon van klager is naar het oordeel van de Accountantskamer onnodig en disproportioneel, waardoor de accountant heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Klacht gegrond. Berisping. De andere twee accountants, die de cliëntenportefeuille van het accountantskantoor van de eerste accountant hadden overgenomen, hebben ook gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit, omdat zij met de handelwijze van de eerste accountant in verband kunnen worden gebracht (artikel 7 lid 1 VGBA). In de brief wordt de naam van hun accountantskantoor expliciet genoemd en wordt de samenwerking tussen de beide kantoren aan de orde gesteld. Ook is de brief voor verzending aan de twee accountants voorgelegd. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:42 Accountantskamer Zwolle 20/2495 Wtra AK

    Een accountant heeft ten behoeve van een gerechtelijke procedure over de verschuldigdheid van declaraties een rapport van feitelijke bevindingen opgesteld. De klacht is gedeeltelijk gegrond, omdat de accountant niet in overeenstemming met Standaard 4400N heeft gehandeld. Hij heeft ten onrechte vooraf geen overleg gevoerd met alle beoogde gebruikers en de deugdelijke grondslag blijkt onvoldoende uit het rapport. Daarnaast is in het rapport ten onrechte een conclusie getrokken over de declaraties in hun totaliteit. Dit past niet bij een rapport van feitelijke bevindingen, omdat daarmee de indruk kan worden gewekt dat een bepaalde mate van zekerheid wordt verschaft. Verder voldoet het rapport niet aan alle vereisten die daaraan in Standaard 4400N worden gesteld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:41 Accountantskamer Zwolle 21/17 Wtra AK

    Een accountant treedt op voor beide echtelieden en een onderneming van de man. De echtelieden raken in scheiding. Het accountantskantoor heeft twee IB-aangiften van klaagster opgesteld en zonder haar toestemming ingediend bij de Belastingdienst. Dit is een schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, maar ook van het fundamentele beginsel van objectiviteit. De accountant heeft niet onderkend dat deze echtscheiding een (mogelijke) bedreiging van zijn objectiviteit vormde. Hij heeft niet ingezien dat de belangen van klaagster en haar echtgenoot (mogelijk) tegenstrijdig waren. Hij is er ten onrechte vanuit gegaan dat de akkoordverklaring van de echtgenoot volstond en dat de IB-aangiften van klaagster zonder haar toestemming bij de Belastingdienst konden worden ingediend. Betrokkene kan vaktechnisch verantwoordelijk worden gehouden voor deze indiening. Dat binnen het accountantskantoor is afgesproken dat de vestigingsdirecteur eindverantwoordelijkheid is voor de fiscale aangiften ontslaat betrokkene niet van zijn vaktechnische verantwoordelijkheid. De vestigingsdirecteur is geen accountant en behoort en niet tot een andere beroepsgroep die via eigen tuchtrecht kan worden aangesproken. Daarnaast is sprake van een fout in de IB-aangifte, omdat in de aangifte een verkeerd rentebedrag is opgenomen voor een geldlening. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:39 Accountantskamer Zwolle 20/1841 Wtra AK

    Klacht over samenstellen jaarrekening en over het, als adviseur in het kader van onderhandelingen over overname van de onderneming, opstellen van een overnamebalans. Klacht deels gegrond; strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; oplegging maatregel van berisping. De Accountantskamer stelt vast dat de onderneming, zoals vermeld in de jaarrekening, weliswaar een fiscale eenheid in de zin van artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 vormde meteen andere onderneming, maar gesteld noch gebleken is dat de ondernemingen ook voor de loonbelastingbelasting een fiscale eenheid vormden. Voor een dergelijke fiscale eenheid voor de loonbelasting is op grond van artikel 27e van de Wet op de loonbelasting 1964 een beschikking van de inspecteur vereist. Niet gebleken is dat een dergelijke beschikking ten behoeve van de onderneming is afgegeven. Verder heeft een schuldoverneming pas werking tegenover de schuldeiser indien deze voor die overneming zijn toestemming heeft gegeven. Gesteld noch gebleken is dat de Belastingdienst voor de schuldoverneming toestemming heeft gegeven. De onderneming kon dus nog altijd tot betaling worden aangesproken door de Belastingdienst, wat ook daadwerkelijk is gebeurd. De Accountantskamer is daarom van oordeel dat de schuld aan de Belastingdienst in de jaarrekening van de onderneming had moeten worden verwerkt. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene over de boekjaren voorafgaand aan 2018 de jaarrekening van de onderneming heeft opgesteld. Betrokkene heeft zich weliswaar op het standpunt gesteld dat hij niet uitdrukkelijk opdracht had gehad om ook voor het boekjaar 2018 de jaarrekening samen te stellen, maar zoals volgt uit Standaard 4410 paragraaf A45 hoeft een samenstellend accountant niet iedere verslagperiode een nieuwe opdrachtbevestiging of een andere schriftelijke overeenkomst te sturen. Uit niets blijkt dat de onderneming de doorlopende opdracht voor het samenstellen van de jaarrekening voor wat betreft het boekjaar 2018 had beëindigd of dat betrokkene uit eigen beweging zijn werkzaamheden als samenstellend accountant van de onderneming had beëindigd. De enkele verklaring van betrokkene dat hij meende dat hij niet langer samenstellend accountant was is onvoldoende. Nergens blijkt dat betrokkene dat heeft onderkend en hij heeft naar aanleiding hiervan geen maatregel genomen. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de onderneming gedurende enkele jaren rekeningen van de accountantsorganisatie niet had betaald. De openstaande vordering van de accountantsorganisatie zou voldaan kunnen worden uit de opbrengst van de verkoop. In zoverre had de accountantsorganisatie dan ook belang bij een goede afloop van het verkooptraject. Betrokkene heeft de bedreiging die uitging van de samenloop van het zijn van financieel adviseur en het belang van de accountantsorganisatie bij een goede afloop van het verkooptraject, niet onderkend en hij heeft naar aanleiding hiervan niet beoordeeld of het nodig was een maatregel te nemen om deze bedreiging weg te nemen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:40 Accountantskamer Zwolle 19/1795 en 19-1796 Wtra AK

    Mondelinge uitspraak. Klaagster heeft eerder een klacht tegen dezelfde accountants ingediend (zaaknummers 19/92 en 19/93 Wtra AK). Vier dagen voor de mondelinge behandeling van die klacht heeft klaagster een brief gestuurd naar de Accountantskamer met daarin een nader geformuleerd klachtonderdeel. Omdat deze brief pas in een laat stadium is ingediend en betrokkenen zich ertegen hebben verzet dat deze brief zou worden meegenomen in de beoordeling, heeft de Accountantskamer de brief uit het oogpunt van een goede procesorde buiten beschouwing gelaten. De brief is vervolgens geregistreerd als afzonderlijk klaagschrift. Tijdens de mondelinge behandeling van dit (tweede) klaagschrift hebben partijen een toelichting gegeven op het nader geformuleerde klachtonderdeel. Op grond van de nader overgelegde stukken, de nadere toelichting van de partijen en de primair gewijzigde opstelling van betrokkenen heeft de Accountantskamer geoordeeld dat sprake is van een nadere invulling van een reeds eerder ingediende en beoordeelde klacht, zodat de klacht in strijd met het ne bis in idem-beginsel is ingediend. De Accountantskamer heeft de klacht daarom niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:38 Accountantskamer Zwolle 21/59 Wtra AK

    Klacht tegen een accountant die een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening van een pensioenfonds heeft gegeven. De Accountantskamer stelt vast dat het pensioenfonds de waarderingsmethode van de technische voorzieningen in de jaarrekening 2019 heeft gekozen, rekening houdend met het bepaalde in de Pensioenwet, het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en de RJ. Daarom bestond voor betrokkene geen grond om zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2019 te onthouden. De klacht is ongegrond.