Zoekresultaten 1661-1680 van de 1839 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-562/DH/RO
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 23-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:185
Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat en de beëindiging daarvan in een arbeidsrechtelijke zaak. Dat verweerster tekort is geschoten in haar bijstand aan klaagster is niet gebleken. Zij was niet verplicht een nieuwe procedure voor klaagster te starten en mocht de opdracht neerleggen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:268 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-371/AL/GLD 24-372/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:268
Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerder niet heeft gehandeld als een behoorlijk advocaat betaamt doordat hij – kort gezegd – de gezamenlijk woning van zijn cliënte en de wederpartij niet heeft verlaten nadat hem dat verzocht was. Gelet op de ernst van dit handelen en gezien de omstandigheid dat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:186 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-628/DH/DH
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 23-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:186
Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een familiezaak. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen tijdens en na beëindiging van de dienstverlening door klager. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:229 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6950
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:229
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij als supervisor onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij de, door de AIOS (achteraf gezien) gemiste, diagnose acute ischemie niet heeft onderkend. De huisarts heeft het college gemotiveerd verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Niet in het geschil is dat op in juni 2022 de diagnose acute ischemie is gemist. De vraag die moet worden beantwoord, is of de huisarts als supervisor de zorg heeft verleend die van hem, in dit geval verwacht mocht worden. De huisarts heeft het consult direct na afloop met de AIOS besproken. De bevindingen van de AIOS en diens afwegingen en conclusie (zweepslag en geen acute ischemie) kwamen de huisarts op dat moment reëel over. Zie ook 5.6 t/m 5.8 van de beslissing. Het college is van oordeel dat de klacht in zijn geheel ongegrond is. In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:151 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-338/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:151
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met mr. P en diens schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739215 / DW RK 23/319 LvB/RH
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:115
Na niet voldoen aan een betalingsregeling is beslag op klagers inkomen gelegd. Niet tuchtelijk laakbaar.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-339/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:152
Raadsbeslissing. Klacht over de verweerder in hoedanigheid van procespartij. Vanwege verwevenheid met verweerders advocatenpraktijk wordt het optreden van verweerder getoetst aan het advocatentuchtrecht. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met zijn schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:153 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-337/DB/LI/D
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:153
Dekenbezwaar. Eindbeslissing na bewijslevering en voortgezette behandeling. Verweerder is geschorst ex artikel 60ab Advocatenwet. De deken verwijt verweerder dat hij de schorsingsvoorwaarden niet heeft nageleefd doordat hij (1) zich in een dagvaardingsexploot heeft uitgegeven als advocaat en (2) vervolgens in twee dagvaardingsexploten als gemachtigde is vermeld. De raad volgt verweerder in zijn verweer dat overtreding (1) berust op een vergissing, die hij heeft gepoogd te herstellen. Onder die omstandigheid kan verweerder naar het oordeel van de raad van de overtreding geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad is verder (2) van oordeel dat de op het voorblad van de op 10 en 22 mei 2024 uitgebrachte dagvaardingen vermelde tekst, inhoudend dat verweerder als gemachtigde optreedt, geen aan verweerder tuchtrechtelijk toerekenbare schending van de schorsingsvoorwaarden vormt. Verweerder heeft namelijk genoegzaam aangetoond dat de deurwaarder niet de van verweerder ontvangen versie van de dagvaarding ongewijzigd heeft uitgebracht en dat de deurwaarder de term “gemachtigde” niet in opdracht van verweerder, maar uit eigen beweging en zonder voorafgaand overleg met verweerder op het voorblad heeft vermeld. Voorts staat vast dat verweerder de uitgebrachte dagvaarding niet heeft aangebracht en dat hij ook niet als gemachtigde (voor zichzelf) heeft opgetreden, hetgeen feitelijk overigens ook niet mogelijk was geweest. De deken verwijt verweerder voorts dat hij niet heeft voldaan aan het verzoek om zijn advocatenpas in te leveren. Verweerder heeft het verweer gevoerd dat hij niet in staat is geweest om te voldoen aan dit verzoek omdat hij de pas kwijt was geraakt. Verweerder gebruikte voor de schorsing zijn digitale pas. De raad kan niet vaststellen of verweerder de fysieke pas ten tijde van het verzoek om deze in te leveren in zijn bezit had noch dat hij de fysieke pas nog altijd in zijn bezit heeft. Bij die stand van zaken kan het verwijt dat verweerder niet heeft voldaan aan het verzoek om de pas in te leveren niet gegrond worden verklaard. Dekenbezwaar ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-320/DB/OB
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:148
Verzetbeslissing.De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:112 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744983 / DW RK 24/32 MdV/RH
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 11-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:112
Beslissing op verzet. Akte van constatering. Het criterium bij de beoordeling van de klacht is of in de akte van constatering constateringen worden weergegeven die de gerechtsdeurwaarder niet zelf heeft gedaan of heeft kunnen doen. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder zich daaraan niet heeft gehouden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-144/DB/ZWB
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:149
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:178 Raad van Discipline Amsterdam 24-451/A/A
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:178
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij; Van schending van gedragsregel 15 is geen sprake. Daarbij kan in het midden blijven of verweerder klaagster en de wederpartij van klaagster tegelijkertijd heeft bijgestaan in een geschil waarbij zij een tegengesteld belang hadden, omdat de in lid vier van de gedragsregel bedoelde uitzondering zich voordoet.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:113 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745786 / DW RK 24/54 MdV/RH
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 11-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:113
Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke beslissing is de juiste maatstaf toegepast wat betreft de terugbetaling van de te veel geinde bedragen door onjuist berekende beslagvrije voet.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-340/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:150
Raadsbeslissing. Klacht over verweerder in hoedanigheid van executeur. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder zich niet gemengd in een bij de Geschillencommissie Advocatuur aanhangig declaratiegeschil tussen klaagsters kantoor en een voormalige cliënte van klaagster. Niet gebleken dat verweerder in zijn hoedanigheid van executeur het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748298 / DW RK 24/132
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:114
volgens vaste jurisprudentie van de kamer voor gerechtsdeurwaarders mag van een gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij vragen met betrekking tot bij hem in behandeling zijnde dossiers binnen een redelijke termijn op duidelijke wijze beantwoordt. De kamer heeft daarbij bepaald dat een termijn van maximaal veertien dagen redelijk is. Belangrijk in dit criterium is echter de zinsnede “bij hem in behandeling zijnde dossiers”. Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat de veertiendagentermijn hier niet rechtstreeks van toepassing is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6790
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:223
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:269 Hof van Discipline 's Gravenhage 240265
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 24-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:269
Klacht tegen de deken niet verwezen, omdat deze klacht is gegrond op de stelling dat de dekenvisie niet deugt. Juist dat kan aan de orde worden gesteld bij de raad in de onderliggende klacht
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:224 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6970
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:224
Klacht tegen verpleegkundige grotendeels gegrond. Klaagster is de voormalig werkgever. Tijdens dit dienstverband is de verpleegkundige een affectieve en seksuele relatie aangegaan met een patiënte. Hij heeft deze relatie niet gemeld en hij heeft de patiënte verzocht de relatie geheim te houden. De verpleegkundige heeft deze grensoverschrijdende relatie erkend. De aard en duur van het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen alsmede de wijze waarop de verpleegkundige zich heeft opgesteld na het bekend worden van dit handelen, ook nog ter zitting, geeft het college niet het vertrouwen dat hij niet langer een risico zou vormen voor de patiëntveiligheid. Onder deze omstandigheden is er onvoldoende zekerheid dat met een tijdelijke of voorwaardelijke beroepsbeperkende maatregel het risico op herhaling voldoende is weggenomen. Het college legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:225 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6791
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:225
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:147 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-681/DB/OB
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 30-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:147
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de voormalige advocaat in een incassoprocedure. Klachtonderdelen 1 tot en met 6 kennelijk ongegrond. Verweerder handelde niet als partijdig advocaat van klaagster, maar als wederpartij in een incassoprocedure. Verweerder was niet verplicht om namens klaagster stukken in het geding te brengen, maar mocht als zelfstandige partij in de procedure bepalen wat hij wel en niet wilde indienen. Niet gebleken dat artikel 21 Rv is geschonden. Verwijt van belangenverstrengeling is niet onderbouwd. Klachtonderdelen 7 tot en met 17 niet-ontvankelijk omdat daarover niet tijdig is geklaagd.