ECLI:NL:TGDKG:2024:115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739215 / DW RK 23/319 LvB/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:115
Datum uitspraak: 04-11-2024
Datum publicatie: 04-11-2024
Zaaknummer(s): C/13/739215 / DW RK 23/319 LvB/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Na niet voldoen aan een betalingsregeling is beslag op klagers inkomen gelegd. Niet tuchtelijk laakbaar.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 september 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/739215 / DW RK 23/319 LvB/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

1.[..],

2.[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarders te [..],

beklaagden,

gemachtigde: mr. [..].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 7 september 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen een medewerker van het kantoor van de gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 23 oktober 2023, heeft de gemachtigde ([..]) van de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 juli 2024 alwaar de gemachtigde [..] van de gerechtsdeurwaarders is verschenen. Klager is ondanks te zijn opgeroepen niet verschenen. De uitspraak is bepaald op 2 september 2024.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- bij exploot van 1 maart 2023 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 klager gedagvaard te verschijnen ter zitting van de kantonrechter te Amsterdam;

- bij vonnis van 30 maart 2023 van de kantonrechter te Amsterdam is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag;

- bij brief van 3 april 2023 is aan klager een specificatie van de openstaande vordering verstrekt;

- bij brief van 3 april 2023 is de betalingsregeling van € 50,- per maand aan klager bevestigd;

- bij exploot van 6 juni 2023 is het vonnis van 30 maart 2023 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen;

- op 25 augustus 2023 heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank ten laste van klager;

- bij e-mail van 1 september 2023 is namens klager bezwaar gemaakt tegen de beslaglegging en de hoogte van de vordering en is verzocht om herziening van de procedure;

- bij e-mail van 4 september 2023 is klager voor wat betreft vragen over het exploot verwezen naar de website van het gerechtsdeurwaarderskantoor;

- bij e-mail van 5 september 2023 hebben de gerechtsdeurwaarders aangegeven dat op 16 maart 2023 een zitting heeft plaatsgevonden waarna vonnis is gewezen en dat de executie gehandhaafd zal blijven nu klager een eerder overeengekomen betalingsregeling niet correct is nagekomen.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders - samengevat – het volgende.

a. Er is beslag op de AOW-uitkering van klager gelegd, zonder dat klager een dagvaarding, vonnis of aankondiging heeft ontvangen.

b. De gerechtsdeurwaarders hebben een te hoog bedrag geïnd.

c. De gerechtsdeurwaarders hebben ook na telefonisch contact geen uitsluitsel gegeven over hoe het bedrag van € 901,- is opgebouwd;

d: De gerechtsdeurwaarders hebben nauwelijks en binnen twee dagen op het bezwaar van klager gereageerd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Namens de gerechtsdeurwaarders is de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer hebben bovengenoemde gerechtsdeurwaarders zich opgeworpen als beklaagden. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de voorzitter dat de dagvaarding volgens het exploot op 1 maart 2023 aan klager is betekend op de in

artikel 47 van het Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalde wijze door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres waar klager volgens het register van de Basisregistratie Personen woonachtig is. Volgens het exploot van 6 juni 2023 is het vonnis van 30 maart 2023 eveneens aan klager betekend door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres van klager. Een exploot van een gerechtsdeurwaarder is een authentieke akte in de zin van artikel 156 lid 2 Rv. Op grond van het bepaalde in artikel 157 lid 1 Rv levert een zodanige akte dwingend bewijs op van de daarin gerelateerde verrichtingen van de gerechtsdeurwaarder. Het moet er daarom voor worden gehouden dat de dagvaarding op 1 maart 2023 en het vonnis op 6 juni 2023 aan klager zijn betekend, tenzij klager tegenbewijs levert dat dit niet zo is. Dat heeft hij niet gedaan. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat deze niet nader door klager onderbouwde stelling onvoldoende is om tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarders vast te stellen.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdelen c en d wordt het volgende overwogen. Klager klaagt over de gebrekkige communicatie van de zijde van [..]. Gebleken is dat klager op 3 april 2023 een specificatie heeft ontvangen. Daarna is vastgesteld dat klager zich niet hield aan de afgesproken betalingsregeling en is het vonnis aan klager betekend, waarin de verschuldigde bedragen zijn opgenomen. Vervolgens is beslag gelegd op klagers inkomen. Klagers gemachtigde [..] stelt 14 jaar in het vak te zitten. Hij had dan ook kunnen weten dat elk exploot gepaard gaat met verhogende kosten.

4.5 Op 4 september 2023 is verwezen naar de website van [..] en op 5 september 2023 is een korte uitleg aan klager gegeven. Klager of zijn gemachtigde heeft de gerechtsdeurwaarder op 1 september 2023 onder meer verzocht om herziening van de procedure. Dat hierop niet is ingegaan door de gerechtsdeurwaarder is niet tuchtrechtelijk laakbaar aangezien dit een verzoek betreft dat niet kan worden ingewilligd omdat het aan de verkeerde instantie is gericht. Indien klager niet eens was met het vonnis had hij zich tot de civiele rechter moeten wenden.

4.6 De kamer concludeert dat namens de gerechtsdeurwaarders weliswaar kort maar voldoende is geantwoord op de vragen van de zijde van klager. Er heeft bovendien ook telefonisch overleg plaatsgevonden.

4.7 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.