Zoekresultaten 1441-1460 van de 1479 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6892

    Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager is strafrechtelijk vervolgd voor (samengevat) het maken en bezit van kinderporno. De gz-psycholoog heeft hem pro justitia psychologisch onderzocht. Klager vindt dat het onderzoek niet goed is uitgevoerd en dat de conclusies en diagnoses die hij heeft gesteld onvoldoende steun vinden in de resultaten van het onderzoek. Het college overweegt dat alle onderdelen van de klacht gegrond zijn. Het rapport geeft onvoldoende inzicht in de manier waarop en de omstandigheden waaronder het onderzoek is uitgevoerd. Gedeeltelijk is bij het uitvoeren van het onderzoek niet conform de richtlijnen gehandeld, zonder dat dit is gemeld en beargumenteerd. Als gevolg daarvan wordt ook geen verantwoording afgelegd over of en in hoeverre die factoren van invloed zijn op de onderzoeksresultaten. De gestelde diagnoses konden in redelijkheid niet worden gesteld, deels als gevolg van het voorgaande maar deels ook los daarvan. Deze punten wegen voor het college extra zwaar omdat een deskundigenrapportage grote consequenties kan hebben voor een persoon die onderzocht wordt. De grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening zijn ruim overschreden. Gelet op het grote aantal tekortkomingen, de zeer beperkte reflectie en de eerdere berisping acht het college het noodzakelijk dat het de gz-psycholoog niet meer is toegestaan om deskundigenrapportages op te stellen. Klacht is gegrond verklaard, een gedeeltelijke bevoegdheidsontzegging wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5415

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5409

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:109 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732086 / DW RK 23/113MdV/RH

    De gerechtsdeurwaarder heeft bedragen uit het ene dossier verrekend met bedragen uit een ander dossier. Dit is niet toegestaan. De kamer overweegt dat het een gerechtsdeurwaarder is toegestaan in een individueel dossier, of dossiers van dezelfde (schuld-)eiser bedragen te verrekenen. Verrekening van het ene dossier met een ander dossier, met verschillende eisers, is echter niet toegestaan. Dat de gerechtsdeurwaarder hiervoor heeft gekozen gelet op de slechte communicatie met klager en de vrees van de gerechtsdeurwaarder achter het net te vissen voor wat betreft de betaling aan haar, levert geen rechtvaardiging op voor deze ongeoorloofde gang van zaken. Maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7136

    Deels gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog was de behandelaar en regiebehandelaar van klaagster. De behandeling is adequaat uitgevoerd, wel was het beter geweest als er meer aandacht was geweest voor monitoring en evaluatie. Dit levert geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op. Ook ten aanzien van de eindfase acht het college de klachten ongegrond. Naar het oordeel van het college is de gz-psycholoog op redelijke gronden tot het standpunt gekomen dat de behandeling in de eindfase terecht was gekomen en dat het niet zinvol was om deze nog lang voort te zetten. Wel heeft de gz-psycholoog haar beroepsgeheim geschonden door contact op te nemen met de huisarts van klaagster terwijl het onduidelijk was of klaagster haar toestemming hiervoor nu wel of niet had ingetrokken. Zolang dit onduidelijk was, stond het de gz-psycholoog niet vrij om contact op te nemen met de huisarts. Van een te weinig lerende, evaluerende en reflecterende opstelling is het college niet gebleken. Ook heeft het college geen gebreken in het medisch dossier aangetroffen die zouden leiden tot een tuchtrechtelijk verwijt. De klacht is deels gegrond. Gelet op de complexe zaak, de toetsbare opstelling van de gz-psycholoog en het feit dat de klacht voor het grootste gedeelte ongegrond is verklaard, wordt er geen maatregel opgelegd. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6933

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij zich tijdens het intakegesprek onbeleefd heeft gedragen. Het college kan dit niet vaststellen De verklaringen van klager en de gz-psycholoog over hoe het gesprek is gegaan zijn verschillend en het tuchtcollege kan niet bepalen welke versie de juiste is. In de stukken zijn geen aanwijzingen te vinden die één van beide versies ondersteunen. Daarbij komt dat een uitspraak of een gedraging heel anders bij iemand kan aankomen dan hij is bedoeld. Omdat onbekend is wat er tussen partijen is besproken, kan ook niet worden vastgesteld dat de verslaglegging van de GZ-psycholoog aan de huisarts onjuist is. Verder verwijt klager de gz-psycholoog dat zij hem niet in behandeling heeft willen nemen. De conclusie van de gz-psycholoog dat de instelling waar zij werkzaam is niet passend was voor klager kan het college goed volgen. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6828

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht voor zover de klacht ziet op aspecten die zien op een eerder ingediende klacht, omdat hier al op is beslist (ne bis in idem). De klacht van klaagster gaat erover dat de gz-psycholoog geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde diagnoses. Er is volgens het college geen sprake van een wisseling in diagnose gedurende de behandeling. Dat de gz-psycholoog getwijfeld heeft en meerdere diagnoses heeft gesteld is niet ongebruikelijk en niet onzorgvuldig. Uit het dossier volgt verder dat de diagnoses, en de gedachten van de gz-psycholoog hierover, meerdere malen met klaagster zijn besproken. Dat de gz-psycholoog in zijn verslaglegging van de gesprekken met klaagster onvolledig of ongenuanceerd zou zijn kan het college niet vaststellen. Klaagster is deels niet-ontvankelijk en de klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5327

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7214

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychotherapeut. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht voor zover de klacht ziet op aspecten die zien op een eerder ingediende klacht, omdat hier al op is beslist (ne bis in idem). De klacht van klaagster gaat erover dat de psychotherapeut geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde diagnoses. Er is volgens het college geen sprake van een wisseling in diagnose gedurende de behandeling. Dat de psychotherapeut getwijfeld heeft en meerdere diagnoses heeft gesteld is niet ongebruikelijk en niet onzorgvuldig. Uit het dossier volgt verder dat de diagnoses, en de gedachten van de psychotherapeut hierover, meerdere malen met klaagster zijn besproken. Dat de psychotherapeut in zijn verslaglegging van de gesprekken met klaagster onvolledig of ongenuanceerd zou zijn kan het college niet vaststellen. Klaagster is deels niet-ontvankelijk en de klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5408

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-627/AL/OV

    Verweerder heeft klaagster namens haar rechtsbijstandsverzekeraar bijgestaan na ontdekte problemen na in de woning na levering daarvan. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder haar voldoende voortvarend bijgestaan en daarbij met medeweten van klaagster is bijgestaan door zijn kantoorgenoot. Nadat over de wijze van aanpak van de kwestie een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan, heeft verweerder zich onttrokken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:256 Hof van Discipline 's Gravenhage 240088

    Geen hoger beroep mogelijk door klaagster van gegrond verklaard klachtonderdeel (art. 56 lid 1 Advw) en evenmin van beslissing raad om geen maatregel op te leggen. Hof neemt ook geen nieuwe verwijten in behandeling (art. 46c lid 1 en 3 Advw). Geen concrete bezwaren aangevoerd tegen ongegrond verklaarde klachtonderdelen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6658

    Klacht tegen een aios chirurgie ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van klaagster, destijds 30 jaar oud, aan haar galblaas. Zij is door verweerder geopereerd. Het betrof een kijkoperatie, waarbij de galblaas zou worden verwijderd. Daarbij zijn, in plaats van de afvoergang van de galblaas, de centrale galgang en een vertakking van de leverslagader doorgenomen. Toen verweerder besefte dat het niet goed ging heeft hij zijn supervisor erbij gehaald. Deze heeft de galweg rechtstreeks aangesloten op de dunne darm. Twee dagen later is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster is niet volledig hersteld. Zij ondervindt nog steeds beperkingen in haar dagelijks leven. Klaagster verwijt de arts dat hij een fout heeft gemaakt tijdens het opereren door de galweg en een slagader door te snijden, en niet op tijd zijn supervisor erbij heeft gevraagd. Het college concludeert dat er sprake is geweest van een misinterpretatie. De arts valt dit echter niet tuchtrechtelijk te verwijten. Het gaat hier om een aan deze operatie inherente complicatie. Het feit dat deze complicatie is opgetreden, betekent op zichzelf niet dat de arts verwijtbaar heeft gehandeld. Dat de misinterpretatie het gevolg is van onbekwaamheid of onzorgvuldigheid is het college verder niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6987

    Klacht tegen fysiotherapeut. De fysiotherapeut mocht uitgaan van informed consent van klaagster. Het medisch dossier biedt geen feitelijke grondslag voor het verwijt van klaagster dat de fysiotherapeut de dry needling behandeling bij haar verkeerd heeft uitgevoerd. De behandelverslagen zijn conform de KNGF-richtlijn fysiotherapeutische dossiervoering 2019. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-568/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. En klacht over het handelen van een advocaat in de hoedanigheid van werkgever is deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-609/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Het verlenen van rechtsbijstand is een inspanningsverplichting en verweerster heeft op grond van de haar beschikbare informatie voor klager gedaan wat van haar verwacht had mogen worden gelet op de opdracht die zij van klager had gekregen. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:254 Hof van Discipline 's Gravenhage 240051

    Bekrachtiging beslissing raad. Klachtonderdeel over beëindiging samenwerking nadat klager had geklaagd over de dienstverlening door verweerster blijft ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-610/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over het handelen van een advocaat in de hoedanigheid van executeur kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:255 Hof van Discipline 's Gravenhage 240083

    Klacht tegen eigen advocaat in letselschadezaak over beroepsfout (verjaring niet correct gestuit) door de raad gegrond verklaard. Het hof vernietigt de beslissing, omdat niet tijdig (binnen de termijn van artikel 46g Advocatenwet) is geklaagd. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741863 DW RK 23/394 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich er over dat zij sinds de beslaglegging nog geen betalingen heeft ontvangen. Klaagster heeft aan de gerechtsdeurwaarders gevraagd wanneer er betaald gaat worden, maar heeft hier geen antwoord op gekregen. Dat klaagster lange tijd geen afdrachten heeft ontvangen lag aan de omstandigheid dat sprake was van een preferent beslag. Dit beslag is, in tegenstelling tot de reguliere gang van zaken, niet ingediend bij de gerechtsdeurwaarders door de voormalige coördinerend gerechtsdeurwaarder, waardoor de gerechtsdeurwaarders hiervan niet op de hoogte waren. De kamer acht dit in dit geval niet verwijtbaar. Bovendien hebben de gerechtsdeurwaarders geprobeerd te achterhalen waarom de afdrachten zo lang op zich lieten wachten.