Zoekresultaten 901-920 van de 4015 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-785/DB/OB
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 19-12-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:171
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat (1) verweerster, door haar medewerking te verlenen aan klagers ontslag in een speak up situatie, bewust het benadelingsverbod voor klokkenluiders heeft overtreden, zij (2) medewerking heeft verleend aan het “kaltstellen” van klager en het uitoefenen van psychische terreur op klager en zijn gezin, hetgeen strafbaar is, noch dat (3) zij wist dat het ontslag onrechtmatig en onrechtvaardig was en met haar bijstand de advocateneed heeft geschonden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6848
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:135
Klacht tegen een huisarts gegrond. De vader van klaagsters is overleden aan de gevolgen van longfibrose. Klaagsters verwijten de huisarts, samengevat, dat zij hun vader en klaagsters onvoldoende heeft betrokken in het beleid, inadequaat medicatie heeft voorgeschreven, de zorg bij het einde van hun vaders leven onvoldoende heeft afgestemd en onvoldoende zelfreflectie heeft getoond. Het college is van oordeel dat weliswaar het ingezette beleid en de voorgeschreven medicatie goed gevolgd kunnen worden, maar dat op enkele belangrijke onderdelen de communicatie en dossiervorming over het ingezette (palliatieve) beleid en medicatie niet voldoende waren en legt de maatregel van een waarschuwing op. Het klachtonderdeel dat de huisarts onvoldoende blijk geeft van zelfreflectie en onvoldoende nazorg heeft geboden, acht het college ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:21 Kamer voor het notariaat Amsterdam 748995 / NT 24-9
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:21
Het betoog van de notaris dat zij en de notarisklerk klagers mondeling uitdrukkelijk hebben gewezen op het publiekrechtelijke beperkingenbesluit, hetgeen klagers uitdrukkelijk betwisten, leidt niet tot een ander oordeel. Juist om zeker te stellen dat een koper op de hoogte is en een situatie als de onderhavige, waarin de verklaringen van partijen over wat er wel of niet is besproken lijnrecht tegenover elkaar staan, te voorkomen, ligt het op de weg van de notaris om het bestaan van een dergelijke beperking ten aanzien van het registergoed schriftelijk vast te leggen. De klacht is dus gegrond voor zover deze betrekking heeft op schending van de informatieplicht en de waarschuwingsplicht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6849
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:136
Klacht tegen een huisarts gegrond. De vader van klaagsters is overleden aan de gevolgen van longfibrose. Klaagsters verwijten de huisarts, samengevat, dat hij hun vader en klaagsters onvoldoende heeft betrokken in het beleid, inadequaat medicatie heeft voorgeschreven, geen controles heeft gedaan en onvoldoende zelfreflectie heeft getoond. Het college is van oordeel dat weliswaar het ingezette beleid en de voorgeschreven medicatie goed gevolgd kunnen worden, maar dat op enkele belangrijke onderdelen de communicatie en dossiervorming over het ingezette (palliatieve) beleid niet voldoende waren en legt de maatregel van een waarschuwing op. Het klachtonderdeel dat de huisarts onvoldoende blijk geeft van zelfreflectie en onvoldoende nazorg heeft geboden, acht het college ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 745297 / 24-2
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 28-11-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:22
Uit het voorgaande volgt dat er voor de notaris geen aanwijzingen waren om aan de volledigheid en juistheid van de boedelbeschrijving door de toegevoegd executeur te twijfelen. Dit betekent dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door deze boedelbeschrijving in de akte op te nemen. Van enige partijdigheid van de notaris is de kamer ook niet gebleken. Dit betekent dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:23 Kamer voor het notariaat Amsterdam 752533 / NT 24-16
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 03-12-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:23
De kamer vat klachtonderdeel (ii) niet alleen op als een klacht over de hoogte van de declaratie, maar ook als een klacht over het ontbreken van een deugdelijke specificatie van de gewerkte uren. Zie onder meer de onder 2.13 geciteerde brief van [A] van 25 september 2023 waar dit ook aan de orde wordt gesteld. De kamer acht de klacht op dit onderdeel gegrond. Dat de notaris de declaratie in dit geval naar eer en geweten heeft opgesteld, zoals hij heeft aangegeven, is onvoldoende. De specificatie die door de notaris bij zijn declaratie was gevoegd bevat enkel een opsomming van het aantal gewerkte uren en de naam van de notaris of de medewerker (veelal in hele of halve uren en met blokken van meerdere uren tot aan 6:00, 6:30 en 8:30 op een dag), maar een omschrijving van de werkzaamheden die in die uren zijn verricht ontbreekt. De specificatie maakt dus in het geheel niet inzichtelijk en controleerbaar waar de tijd die in rekening is gebracht aan is besteed. Op de mondelinge behandeling van deze klacht heeft de notaris nog een aanvullende specificatie laten zien aan de kamer en aan klaagster (dit stuk is overigens niet toegevoegd aan het dossier), maar dit betrof volgens de notaris zelf een intern stuk dat evenmin een voldoende verantwoording van de gewerkte uren bevatte. Het op deze wijze opstellen van een declaratie acht de kamer tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat in het geheel niet controleerbaar is waar de in rekening gebrachte tijd aan is besteed.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:307 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-396/AL/NN
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:307
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:219 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-270/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:219
Klacht over de kwaliteit van dienstverlening in een strafzaak deels gegrond. Verweerder heeft klager op twee momenten onvoldoende (schriftelijk) geïnformeerd: met betrekking tot de mediation en het instellen van hoger beroep. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:308 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-643/AL/GLD
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:308
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:220 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-287/DH/DH 24-291/DH/DH 24-292/DH/DH 24-293/DH/DH
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:220
Raadbeslissing. Klachten over de eigen advocaten en klachtfunctionaris en bestuurder van advocatenkantoor. Klacht over de eigen advocaten ongegrond; niet gebleken dat zij onvoldoende zorgvuldig of onvoldoende deskundig zijn geweest in de wijze waarop zij twee zaken van klagers hebben behandeld. Klacht over de klachtenfunctionaris ongegrond; zij was niet rechtstreeks betrokken bij het sluiten van de regeling met het advocatenkantoor waarop de klacht ziet. Klacht over de bestuurder ongegrond; de bestuurder mocht de aansprakelijkstelling van de hand wijzen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:309 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-817/AL/MN
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:309
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken over het onderzoek naar de klacht van klaagster tegen een andere advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6601
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 18-12-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:146
Klager verwijt de bedrijfsarts onder meer dat zij de re-integratie van klager niet (goed) heeft begeleid, geen eigen onderzoek heeft gedaan en medische gegevens van klager met zijn werkgever heeft besproken terwijl zij daarvoor geen toestemming had gekregen. College: beroep op niet-ontvankelijkheid slaagt niet. Het aanhouden van het oordeel over de arbeids(on)geschiktheid in afwachting van medische informatie is zorgvuldig om tot een goede beoordeling van de arbeids(on)geschiktheid te kunnen komen. Er is wel degelijk onderzoek gedaan. De bedrijfsarts heeft bij een verplicht contact een beperkt beroepsgeheim. Die gegevens die de werkgever nodig heeft in het kader van de re-integratie en om het recht op loondoorbetaling vast te stellen, mag de bedrijfsarts zonder toestemming van de werknemer verstrekken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:221 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-419/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:221
Klacht over rechtstreekse aanschrijving door de advocaat van de wederpartij gegrond. Verweerder had zijn brief niet rechtstreeks naar klaagster mogen sturen, maar had kunnen volstaan met een brief aan haar advocaat. Geen sprake van een uitzondering zoals bedoeld in gedragsregel 25 lid 2. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:222 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-764/DH/DH
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 18-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:222
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een huurgeschil. Aan verweerder komt de vrijheid toe om namens zijn cliënt kenbaar te maken dat er rechtsmaatregelen zullen worden getroffen als er geen afspraken gemaakt kunnen worden en de dagvaarding door klager wordt doorgezet. Dat hij daarin onder meer aangeeft dat de huurovereenkomst zal worden opgezegd en er reconventionele eisen zullen worden gesteld, zijn voor klager begrijpelijk harde woorden met ingrijpende gevolgen maar ook dit past binnen de juridische mogelijkheden waarvan verweerder namens zijn cliënt gebruik kan maken. Verweerder heeft zich daarbij niet op een evident onpleitbaar standpunt gebaseerd, maar heeft uitvoerig toegelicht op welke wijze hij tot de conclusie is gekomen dat volgens hem sprake is van slecht huurderschap. Van intimidatie of bedreiging is geen sprake. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:305 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-361/AL/NN
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:305
De voorzitter verklaart een klacht kennelijk niet-ontvankelijk. De voorzitter stelt vast dat de onderhavige klacht van klager over verweerster niet eerder is ingediend, maar dat deze klacht wel ziet op hetzelfde feitencomplex als waarop de in de voorzittersbeslissing van 7 augustus 2023 beoordeelde klacht berust. Van klager mag worden verwacht dat hij voor of tijdens de eerdere klachtprocedure nagaat – of eventueel via de deken na laat gaan – of hij alle relevante informatie heeft en of zijn klacht in het licht daarvan compleet is. Voor zover klager in de eerdere klachtprocedure niet alle klachten ten aanzien van verweerster naar voren heeft gebracht, komt dat voor zijn rekening en risico. Nieuwe klachten die op datzelfde feitencomplex betrekking hebben worden alleen beoordeeld als het onmogelijk was deze in de eerdere procedure al mee te nemen. Dat daarvan sprake is, heeft klager niet gesteld en is ook niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:223 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-776/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 18-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:223
Voorzittersbeslissing. Klacht over een door verweerster als advocaat wederpartij ingediende productie, waarin klager wordt beschuldigd van fraude. Verweerster heeft de productie niet lichtvaardig ingebracht en het gaat om de kern van het lopende geschil. Verweerster mocht als partijdig belangenbehartiger op deze wijze handelen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:306 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-362/AL/NN
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:306
De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:224 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-791/DH/DH
- Datum publicatie: 18-12-2024
- Datum uitspraak: 18-12-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:224
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingskwestie. Niet gebleken is dat verweerster elk redelijk overleg heeft afgewezen. Evenmin gebleken dat verweerster feiten heeft gesteld waarvan zij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:261 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7192
- Datum publicatie: 17-12-2024
- Datum uitspraak: 17-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:261
Grotendeels gegronde klacht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd tegen een verpleegkundige. De tuchtklacht en de voordracht met nummer A2024/7193 zijn ter zitting gevoegd behandeld. Volgens de inspectie heeft de verpleegkundige onzorgvuldig/onjuist gehandeld, omdat hij de professionele grenzen die hij in acht had behoren te nemen, heeft overschreden door privécontact met een cliënte aan te gaan en geld van haar te lenen en onprofessioneel gehandeld heeft door dagelijks cocaïne te roken en cannabis te gebruiken. Het college oordeelt dat beide klachtonderdelen gegrond zijn, met uitzondering van het verwijt over het schaden van het vertrouwen in de beroepsgroep. De aard en de duur van zijn ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen en de wijze waarop hij zich heeft opgesteld na het bekend worden van dit handelen, ook nog ter zitting, geeft het college niet het vertrouwen dat de verpleegkundige niet langer een risico zou vormen voor de patiëntveiligheid. Onder deze omstandigheden is er onvoldoende zekerheid dat met de maatregel van doorhaling het risico op herhaling voldoende is weggenomen. Doorhaling inschrijving in het BIG-register, verbod tot wederinschrijving en algeheel beroepsverbod onmiddellijk van kracht.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:262 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7193
- Datum publicatie: 17-12-2024
- Datum uitspraak: 17-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:262
Voordracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd tot doorhaling vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van verpleegkundige. De tuchtklacht met nummer A2024/7192 en de voordracht zijn ter zitting gevoegd behandeld. Op grond van de bevindingen uit het inspectieonderzoek heeft de inspectie ernstige zorgen over de geschiktheid van de verpleegkundige tot het uitoefenen van zijn beroep als verpleegkundige of een andere functie in de patiëntenzorg gelet op zijn gewoonte van misbruik van middelen, bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet. De inspectie verzoekt het college primair om van de verpleegkundige conform artikel 83 lid 11 van de Wet BIG te vorderen zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek en afhankelijk van de uitkomst daarvan zo nodig een passende maatregel te nemen als omschreven in artikel 80 van de Wet BIG. Subsidiair, indien de verpleegkundige zijn medewerking aan een deskundigenonderzoek blijft weigeren, verzoekt de inspectie om een doorhaling in het BIG-register. Het college concludeert dat er onvoldoende waarborgen zijn dat de verpleegkundige geschikt is om nog in de zorg werkzaam te zijn. De verpleegkundige weigert bovendien om aan een geneeskundig onderzoek ex artikel 83 lid 11 Wet BIG mee te werken. Het college volgt de voordracht van de inspectie. Doorhaling inschrijving in het BIG-register en verbod tot wederinschrijving.