Zoekresultaten 501-510 van de 658 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7283
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:52
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. Klacht van moeder, tevens mentor, over toediening van zuclopentixol aan met zorgmachtiging opgenomen zoon zonder voorafgaand overleg met moeder. Zoon is wegens schizofrenie en stoornis in het gebruik van cannabis in behandeling en er was sprake van ernstige psychische decompensatie. Moeder is ontvankelijk ondanks ontbreken machtiging, gezien toestand zoon. Besluit is weloverwogen genomen en moeder is geïnformeerd.Kenmerk: onvoldoende informatie
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7448
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:53
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. Klacht van moeder, tevens mentor, over (versnelde opbouw) van clozapine aan met zorgmachtiging opgenomen zoon en weigering om met moeder te communiceren. Zoon is wegens schizofrenie en stoornis in het gebruik van cannabis in behandeling en er was sprake van ernstige psychische decompensatie. Moeder is ontvankelijk ondanks ontbreken machtiging, gezien toestand zoon. Besluit is weloverwogen genomen en moeder is geïnformeerd. Kennelijk ongegrond. Wel had de communicatie met moeder beter gekund.Kenmerk: onvoldoende informatie
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7255
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:54
Deels gegronde klacht tegen een internist. Klaagster is éénmalig door de internist onderzocht tijdens een poliklinisch consult. Klaagster verwijt de internist dat hij zich tijdens het consult seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. De internist heeft dit ontkend. Aan deze internist was in 2023 de maatregel van een schorsing voor de duur van één jaar opgelegd door het CTG naar aanleiding van een gegronde klacht over seksueel grensoverschrijdend handelen bij drie vrouwelijke co-assistenten. De klacht is (grotendeels) gegrond, de verklaring van klaagster is geloofwaardig en komt op essentiële punten overeen met de gedragingen in de zaak van de co-assistenten. Het gedrag van de internist wordt door het college stuitend en onaanvaardbaar geacht. Doorhaling.Kenmerk: grensoverschrijdend gedrag
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:14 Accountantskamer Zwolle 24/3151 Wtra AK 24/3971 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:14
Gedeeltelijk gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Klagers zijn verwikkeld in een civiele procedure waarin van hen een schadevergoeding wordt gevorderd. Betrokkene heeft op verzoek van de wederpartij van klagers ten behoeve van deze civiele procedure in 2020 twee rapporten op grond van Standaard 4400N uitgebracht. In 2023 heeft betrokkene deze rapporten van onwaarde verklaard en heeft hij een derde rapport uitgebracht met toepassing van NBA-Handreikingen 1111 en 1127. Klagers verwijten betrokkene dat hij heeft de gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Zo zijn de eerste twee rapporten niet in overeenstemming met Standaard 4400N opgesteld en heeft betrokkene niet voldoende duidelijk in zijn rapporten opgeschreven wat hij bedoelt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7108
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:55
Gegronde klacht tegen een internist. De klacht is ingediend door de IGJ en gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens een AIOS en twee patiënten. Eén van deze patiënten heeft ook zelfstandig een klacht ingediend (A2024/7255). De internist heeft de gedragingen ontkend. Aan deze internist was in 2023 de maatregel van een schorsing voor de duur van één jaar opgelegd door het CTG naar aanleiding van een gegronde klacht over seksueel grensoverschrijdend handelen bij drie vrouwelijke co-assistenten. De klacht wordt gegrond verklaard, de verklaringen van de patiënten en de AIOS zijn geloofwaardig en komen op essentiële punten overeen met de gedragingen in de zaak van de co-assistenten. Het gedrag van de internist wordt door het college stuitend en onaanvaardbaar geacht. Doorhaling.Kenmerk: grensoverschrijdend gedrag
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7188
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:56
Gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts die klaagster begeleidde heeft een formulier “actueel oordeel bedrijfsarts of arbodienst” ingevuld. Dit formulier beantwoordde echter niet aan de eisen van het UWV. Verweerder heeft, bij afwezigheid van de begeleidende bedrijfsarts, de gevraagde verklaring opgesteld op basis van het dossier. Klaagster verwijt verweerder dat hij een medische verklaring heeft opgesteld over haar zonder contact met haar te hebben gehad. Deze verklaring voldoet volgens haar niet aan de daaraan te stellen eisen. Ook is de verklaring ten onrechte niet aan haar verstuurd en heeft verweerder niet kenbaar aan zijn dossierplicht voldaan. Verweerder erkent dat hij met zijn verklaring een zelfstandig medisch advies heeft verstrekt dat aan de daarvoor geldende beroepsnormen had moeten voldoen. Hij heeft zijn verontschuldigingen aangeboden en heeft er blijk van gegeven dat hij zich bewust is van die normen. Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd nu daarmee geen redelijk belang is gediend.Kenmerk: onjuist rapport/verklaring
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7518
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:50
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. Klager is in 2015 vanwege suïcidale uitlatingen enkele dagen vrijwillig opgenomen geweest op een gesloten psychiatrische afdeling, die binnen de regio als crisisopvang gold. De psychiater was bij de opname van klager betrokken als supervisor van een psychiater in opleiding en heeft klager zelf tweemaal gesproken. Klager beklaagt zich over de opvang en de behandeling tijdens zijn verblijf op de afdeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7123
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:57
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft re-integratie en mediation geadviseerd. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij niet (goed) naar haar heeft geluisterd en de ernst van haar klachten niet heeft ingezien. Het college oordeelt dat de bedrijfsarts voldoende heeft uitgelegd hoe hij tot de vertaalslag van klachten in beperkingen voor het werk is gekomen en dat hij kon adviseren dat klaagster werk kon hervatten, mits rekening werd gehouden met die beperkingen, en dat zij mediationgesprekken kon voeren met de werkgever. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.Kenmerk: onjuist rapport/verklaring
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7439
- Datum publicatie: 06-03-2025
- Datum uitspraak: 28-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:24
Klacht tegen een verzekeringsarts. De klacht gaat over het door verweerder verrichte onderzoek naar aanleiding van een aanvraag van de gemeente om een advies medische urenbeperking. Op dat moment werkte klager 24 uur per week bij een administratiekantoor. Klager had op 7 juni 2017 een spreekuurcontact met verweerder. Verweerder maakte op 12 juni 2017 een verzekeringsgeneeskundige rapportage, waarin hij concludeerde dat er geen reden was om een medische urenbeperking bij klager aan te nemen. Klager is het daar niet mee eens. Hij verwijt verweerder onder andere dat hij niet tot die conclusie had mogen komen en geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan. Het college is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7471
- Datum publicatie: 06-03-2025
- Datum uitspraak: 04-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:25
Klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat hij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de klachten van patiënt en heeft vastgehouden aan een diagnose zonder medische onderbouwing. Ook verwijt klaagster de huisarts dat hij na het overlijden van haar echtgenoot geen calamiteitenmelding heeft gedaan. Ongegrond.