Zoekresultaten 9781-9790 van de 45150 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:144 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210031

    Klacht over kwaliteit van de dienstverlening van eigen advocaat. Hoger beroep verweerder. De zaak draait om een verzekeringskwestie waarbij het standpunt van klager afweek van het standpunt van zijn verzekeraar. Het hof oordeelt dat verweerder had moeten onderkennen dat zijn cliënt een ander standpunt had - of wilde innemen - dan de verzekeraar. Verweerder had zich tijdig moeten vergewissen van de zienswijze van zijn cliënt. Het valt verweerder te verwijten dat hij geen inhoudelijk contact heeft gezocht met klager om diens standpunt te vernemen. Het valt hem daarnaast te verwijten dat hij zich presenteerde als advocaat van klager, maar zich in wezen heeft beperkt tot de rol van de advocaat van de verzekeraar. Dit heeft hij gedaan zonder te onderkennen of na te gaan of sprake was van tegengestelde belangen. Verweerder heeft daarmee de kernwaarde van partijdigheid geschonden. Berisping (i.p.v. waarschuwing) en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:151 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210059

    Klacht tegen eigen advocaat over verstrekking stukken. De raad had deze klacht ongegrond verklaard. De beroepsgronden komen erop neer dat verweerder zich een oordeel aanmatigt over de wils(on)bekwaamheid van klaagster. Het hof ziet op basis van het onderzoek in beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling te komen dan die van de raad. De raad heeft terecht acht geslagen op de precaire familieverhoudingen en met juistheid overwogen dat verweerder prudent diende om te gaan met het verzoek om informatie door (de vertegenwoordigers) van klaagster. Verweerder heeft zich toetsbaar opgesteld en is voortdurend transparant geweest over zijn handelen. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:145 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210035

    Klacht curator. Hoger beroep verweerder tegen ontvankelijkheid klager in zijn hoedanigheid van curator. Het hof overweegt dat voor de vraag of een curator een klachtrecht toekomt, voldoende is dat de curator aannemelijk maakt dat het beklaagde handelen rechtstreeks de belangen van de gezamenlijke schuldeisers raakt of kan raken. De curator heeft in de onderhavige zaak toereikend toegelicht dat de vermogensrechtelijke belangen van de gezamenlijke schuldeisers in het geding waren. Aan de curator komt daarom een klachtrecht toe. Het hof is van oordeel dat de raad klager terecht ontvankelijk heeft verklaard in de door hem ingediende klacht. Berisping en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:152 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210068

    Klacht over eigen advocaat. Het hof is met de raad van oordeel dat de behandeling van een ontslagzaak door verweerder ver onder de maat is gebleven van hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht en dus in strijd met de kernwaarde deskundigheid. Anders dan de raad rekent het hof verweerder tuchtrechtelijk niet aan dat hij in het eerste korte telefoongesprek met klager over het ontslag op staande voet niet direct over de kosten van rechtsbijstand heeft gesproken. De door de raad opgelegde voorwaardelijke schorsing van 8 weken wordt door het hof gematigd tot 4 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:146 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210034D

    Dekenbezwaar. Beroep verweerder tegen gedeeltelijke gegrondverklaring van een deel van het dekenbezwaar en tegen de opgelegde maatregel. Het hof is van oordeel dat de raad buiten de rechtsstrijd is getreden door over een onderdeel dat niet in het dezenbezwaar naar voren komt te beslissen. Het hof gaat daarom aan dit aspect als niet vallend onder het dekenbezwaar voorbij. Verweerder heeft ten overstaan van de rechter een uitlating gedaan, waarvan hij wist dat deze in strijd was met de waarheid. Daarnaast heeft hij regels omtrent contante betalingen geschonden en heeft hij een ontoelaatbare afspraak gemaakt door met een cliënt een cessie van een letselschadevordering overeen te komen. Deels voorwaardelijke schorsing, proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:153 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210046

    In deze zaak bespreekt het hof allereerst het verzoek tot intrekking van het hoger beroep van verweerder, die hij daags voor de uitspraakdatum heeft gedaan. Het hof overweegt dat het tuchtrecht een partijbelangen overstijgend doel dient, namelijk het bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Het hof zal daarom bij de intrekking van een beroep beoordelen of in het concrete geval een zwaarwegend belang vergt dat de zaak wordt voortgezet ondanks de intrekking (vgl de regeling rondom de intrekking van een klacht ex art. 47a advw). In deze zaak overweegt het hof dat hij de kernwaarden toetst en in zoverre de betamelijkheid van het handelen in algemene zin wordt beoordeeld. Deze uitspraak draagt dan ook bij aan de bewaking van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Het belang van verweerder bij intrekking van het beroep - het inmiddels verkregen inzicht in zijn handelen - is daaraan ondergeschikt. Mede gezien het feit dat verweerder als advocaat geacht wordt tijdig zijn procespositie te bepalen, is aan het intrekkingsverzoek voorbijgegaan. Klacht van een advocaat over een advocaat inzake belangenverstrengeling. Het hof neemt aan dat tussen verweerder en klager een advocaat – cliënt relatie heeft bestaan. Gelet op de eerdere advocaat – cliënt-relatie tussen verweerder en klager, de vriendschappelijke verhoudingen, de door klager ervaren aanvankelijk bemiddelende rol van verweerder in het gerezen geschil en de waarschuwing die klager aan verweerder heeft gegeven als verweerder als advocaat tegen hem zou optreden, had verweerder moeten begrijpen dat er redelijke bezwaren aanwezig waren die een voormalig cliënt kan aanvoeren tegen de vertegenwoordiging verweerder voor een wederpartij. Het hof verzwaart de maatregel naar een berisping, omdat sprake is van laakbaar handelen en verweerder onvoldoende inzicht toont in het belang van de kernwaarden, in het bijzonder partijdigheid. Bekrachtiging. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:147 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210123D

    De raad heeft het dekenbezwaar gegrond verklaard en een voorwaardelijke schorsing van drie weken opgelegd. Verweerster heeft in strijd met inhoud en strekking van de artikelen 6.10 en 6.11 Voda en de kernwaarde integriteit gehandeld door aan haar levenspartner een geheimhoudernummer ter beschikking te stellen en te laten gebruiken. Verder heeft verweerster de op haar rustende geheimhoudingsplicht geschonden, doordat verweerster haar kantoor niet zodanig heeft ingericht dat zij niet kan waarborgen dat de zaken die zij met haar cliënten bespreekt niet ter kennis komen van derden en dus ook niet van haar levenspartner. Het hof is het met de deken eens dat niet kan worden volstaan met een geheel voorwaardelijke maatregel en legt een schorsing op van zes weken, waarvan vier voorwaardelijk, omdat verschillende kernwaarden zijn geschonden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:141 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210086

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Klaagster heeft haar beroepschrift niet binnen 30 dagen ingediend. Het Hof is van oordeel dat de redenen die klaagster hiervoor heeft aangevoerd geen rechtvaardiging vormen voor de termijnoverschrijding. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:148 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210066

    Verweerder is ernstig tekort geschoten in de belangenbehartiging van klaagster. Hij heeft nagelaten haar te informeren over belangrijke omstandigheden en afspraken, heeft gemaakte afspraken niet schriftelijk vastgelegd, heeft klaagster nimmer geadviseerd over de nemen stappen, mogelijkheden en onmogelijkheden van de door verweerder beoogde procedure en haar niet geadviseerd hoe te handelen na ontvangst van een kort geding vonnis. Ook op financieel gebied heeft verweerder klaagster niet geïnformeerd. Tot slot heeft hij (voor de beperkte door hem verrichte werkzaamheden) excessief gedeclareerd. Het hof is van oordeel dat niet kan worden volstaan met de door de raad opgelegde berisping en legt een voorwaardelijke schorsing van zes weken op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:142 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200254

    Klacht over eigen advocaat. Verweerster had een e-mail die zij aan de rechtsbijstandsverzekeraar stuurde ook aan klager behoren te verstrekken. In de e-mail informeerde zij de rechtsbijstandsverzekeraar over de vertrouwensbreuk en gaf zij de behandeling van de zaak terug. Dit betreft correspondentie over de zaak en behoort tot het dossier. Het hof verklaart de klacht daarom ook in zoverre, anders dan de raad, gegrond. Verweerster heeft daarnaast de kernwaarde vertrouwelijkheid geschonden door de rechtsbijstandsverzekeraar per e-mail en per telefoongesprek in te lichten over de vertrouwensbreuk. Het hof laat de door raad opgelegde waarschuwing in stand.