Zoekresultaten 42841-42850 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/169
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0268
Klager verweet de psychiater dat deze zonder hem te hebben gezien en gesproken een rapport heeft opgesteld waarin verregaande uitspraken over hem worden gedaan, die zijn gebaseerd op een verklaring van de ex-echtgenote. De psychiater heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de psychiater de maatregel van een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de psychiater door in haar rapportage uitspraken te doen over de geestesgesteldheid van klager niet heeft voldaan aan de richtlijn psychiatrische rapportage van de NVvP.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0282 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/239
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0282
Klacht tegen uroloog over onder zijn verantwoordelijkheid door verpleegkundige uitgevoerde blaasspoeling. Centraal Tuchtcollege bevestigt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat niet is komen vaststaan dat opgetreden infectie gevolg is van vierde blaasspoeling. Infectie is zorgvuldig behandeld. De arts valt geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0288 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 116
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0288
Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij zich heeft voorgedaan als plastisch chirurg. Tevens verwijt klaagster de gynaecoloog dat hij is tekortgeschoten in de nazorg. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de twee klachtonderdelen gegrond geacht en de gynaecoloog een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/087
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0276
Klaagster verwijt verloskundige dat zij (1) onzorgvuldig heeft gehandeld met name door op door klaagster afgegeven signalen geen actie te hebben ondernomen en (2) niet inzichtelijk te hebben gemaakt volgens welke protocollen in praktijk waar zij regelmatig als zelfstandig verloskundige werkzaam is wordt gewerkt. Regionaal Tuchtcollege acht eerste onderdeel van klacht in zoverre gegrond dat de verloskundige in ieder geval nogmaals de hartslag van de foetus had moeten meten en voorts meer de vinger aan de pols had moeten houden en legt de maatregel van waarschuwing op. Tweede klachtonderdeel wordt ongegrond bevonden. In hoger beroep oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat verloskundige gehandeld heeft volgens de geldende standaarden en dat niet is gebleken van omstandigheden die aanleiding hadden moeten zijn om anders te handelen. Eerste klachtonderdeel wordt alsnog ongegrond verklaard en opgelegde maatregel vervalt daarmee.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/130
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0269
De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis tot aan haar overlijden. Hij verwijt beide artsen dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten door onder andere te weigeren euthanasie toe te passen, met als gevolg dat patiënte onnodig heeft geleden en er sprake was van langdurige verstikking. Zowel de internist-oncoloog als de internist-endocrinoloog hebben de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten afgewezen omdat niet is gebleken dat patiënte zèlf de wens tot euthanasie had uitgesproken. Ook voor het overige zijn de klachten wegens gebrek aan feitelijke grondslag afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/240
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0283
Klaagster verwijt longarts dat trombose is ontstaan door stoppen van profylactische stolling. Regionaal Tuchtcollege acht het gevoerde beleid juist. Klaagster wordt in het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.
-
ECLI:NL:TNOKZUT:2008:YC0538 Kamer van toezicht Zutphen 14/2007
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 12-06-2008
- ECLI:NL:TNOKZUT:2008:YC0538
a.) onvoldoende voortvarend nalatenschap afgewikkeld. Niet gebleken dat notaris onvoldoende voortvarend nalatenschap heeft afgewikkeld. b.) partijdigheid. Niet gebleken van partijdigheid. Bovendien niet met concrete feiten onderbouwd. Ongegrond c.) akte is gepasseerd zonder dat het benodigde geld op de rekening stond. De gelden die nodig waren voor de toedeling van de woning aan zus waren tijdig bij de notaris aanwezig. Bedrag aan woongenot dat door zuster aan klager diende te worden betaald, zou worden verrekend met een bankrekening. Deze bankrekening zou worden opgeheven en tijdens de passeerafspraak is dit opheffingsverzoek ondertekend door klager en de zus. Notaris is voldoende voortvarend geweest met het insturen van het opheffingsverzoek. Klacht treft geen doel. d.) onjuiste declaratie. Niet is gebleken dat er een afspraak is gemaakt dat klager een minder groot aandeel in de boedelkosten zou hoeven te betalen. Ook is niet gebleken dat onevenredig meer tijd door de notaris is besteed aan de zus dan aan klager. Notaris heeft wel meer contacten gehad met de zus, maar dit hield verband met het feit dat zij in het bezit was van de financiële administratie. Voorstelbaar dat bij klager hierdoor een onjuiste indruk is ontstaan. Klacht tevergeefs voorgesteld. e.) onterecht gelden ingehouden. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Adequate reactie van de notaris nadat hij zijn fout had ontdekt. Fout kon hersteld worden zonder dat dit nadelig is geweest voor klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0277 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/121
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0277
Klacht tegen psychotherapeut/GZ-psycholoog. Klager heeft de klacht in beroep ingetrokken. De behandeling van de klacht wordt gestaakt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/163
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0271
De huisarts heeft aan de voormalige echtgenote van klager een verklaring afgegeven waarin hij heeft verklaard dat hij haar in de voorgaande 20 jaar niet psychiatrisch heeft behandeld. Klager verwijt de huisarts dat deze verklaring onjuist is en dat hij daarmee de arts-patiënt relatie heeft geschonden. Daarnaast verwijt hij de huisarts dat hij de voormalige echtgenote heeft ingelicht over het feit dat klager een tuchtklacht tegen hem had ingediend. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0270 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/131
- Datum publicatie: 11-05-2010
- Datum uitspraak: 11-05-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0270
De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis tot aan haar overlijden. Hij verwijt beide artsen dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten door onder andere te weigeren euthanasie toe te passen, met als gevolg dat patiënte onnodig heeft geleden en er sprake was van langdurige verstikking. Zowel de internist-oncoloog als de internist-endocrinoloog hebben de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten afgewezen omdat niet is gebleken dat patiënte zèlf de wens tot euthanasie had uitgesproken. Ook voor het overige zijn de klachten wegens gebrek aan feitelijke grondslag afgewezen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 4284
- Pagina: 4285
- Pagina: 4286
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten