Zoekresultaten 39361-39370 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0769 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1029

    Verweerder heeft nadat hij ziek werd tijdens een opname wegens desensibilisatie een onjuiste diagnose gesteld en patiënt ten onrechte zonder bloedkweken te nemen en ondanks de koorts naar huis laten gaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Volgens het college is naar het oordeel van het college de diagnose op zorgvuldige wijze tot stand gekomen; ter zake kan aan verweerder niets worden verweten. Het college oordeelt dat de klacht ongegrond is.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0124 Accountantskamer Zwolle 10/609 Wtra AK

    Terecht heeft betrokkene ter waarborg van een bedreiging van zijn objectiviteit maatregelen getroffen, echter daarbij heeft hij (door voortijdige beeindiging van zijn diensten) onvoldoende de belangen van klaagsters in acht genomen en aldus onzorgvuldig gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1220 Raad van Discipline Arnhem 10-93

    Klacht dat advocaat van de wederpartij niet de volmacht van zijn cliënt heeft getoond, ongegrond nu klaagster na de bevestiging door de advocaat van zijn volmacht, de kwestie heeft laten rusten en niet meer om de onderliggende volmacht heeft gevraagd. Gestelde psychologische intimidatie niet gebleken. Nu klaagster het op een executie heeft laten aankomen, kan zij er niet over klagen dat de kosten van de executie aan haar in rekeningen zijn gebracht.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1217 Raad van Discipline Arnhem 10-103

    Als een cliënt aangeeft niet in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtshulp, kan de advocaat daar niet zonder meer van uitgaan en dient de advocaat na te gaan of de argumenten waarop deze conclusie is gebaseerd, valide zijn. In dit geval was die conclusie gebaseerd op eigen woningbezit, terwijl dat voor de criteria om in aanmerking te komen voor een toevoeging, niet langer een rol speelde. Enkele waarschuwing nu er geen tuchtrechtelijk verleden is.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1218 Raad van Discipline Arnhem 10-57

    Een zorgvuldige rechtshulpverlening vergt dat bij toezending van een vonnis steeds expliciet de aandacht wordt gevestigd op de termijn van rechtsmiddelen, en vast te leggen wat er voor nodig is om van zo’n rechtsmiddel gebruik te maken. Alleen dan bestaat er voldoende zekerheid dat de cliënt ook daadwerkelijk van deze voor zijn rechtspositie wezenlijke informatie kennis heeft kunnen nemen. Klager klaagt terecht dat dit is nagelaten. Volstaan wordt met een enkele waarschuwing nu verweerder de werkwijze inmiddels heeft aangepast.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0553 Kamer van toezicht Amsterdam 446971/NT09-56 Pee

      Op grond van artikel 547 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient de notaris van binnengekomen biedingen op te executeren zaken onverwijld afschrift aan de executant en de geëxecuteerde te geven. In de onderhavige zaak was de veilingdatum bepaald op 6 mei 2008. Tot veertien dagen vóór 6 mei kon onderhands worden geboden, derhalve tot 22 april 2008. De notaris stelt in haar verweer dat door zon- en feestdagen voorafgaand aan de veilingdatum het voor haar onmogelijk was nog onverwijld een afschrift van de biedingen aan klager te zenden. Daarmee heeft zij een onjuiste voorstelling van de feiten gegeven. Immers, uit het voorgaande blijkt dat zij uiterlijk op 23 april 2008, dus een week vóór de in haar verweer genoemde zon- en feestdagen, aan klager een afschrift had kunnen (en moeten) zenden van de toen ontvangen biedingen. Dat betekent dat de notaris klachtwaardig heeft gehandeld, immers in strijd met de voormelde wetsartikelen. Daar komt bij dat haar opstelling in deze procedure, waarbij zij de voor dit aspect van de zaak relevante feiten onjuist heeft weergegeven, zodanig onbehoorlijk en ongewenst is, dat de kamer de maatregel van berisping op zijn plaats acht.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0554 Kamer van toezicht Amsterdam 448400 / NT 10-4 Pee

    Een aan de notarisklerk verwijtbare gedraging wordt de notaris tuchtrechtelijk toegerekend. De kamer kan niet vaststellen of klagers gewezen zijn op de risico's van hun overeenkomst en of de notarisklerk hen heeft voorgelicht over alternatieven. De notaris heeft zich ten onrechte laten sturen door de wederpartij van klagers. De kamer legt de notaris een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0756 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 050/2010

    Klacht van de Inspectie tegen een psychotherapeut, tevens gezondheidszorgpsycholoog over het aangaan van een intieme relatie met een (ex-)cliënte. Het college wijst op artikel III.2.3.7 van de Beroepscode van het NIP. Tegen voorgaande achtergrond behoeft het nauwelijks betoog dat het aangaan van een intieme relatie door verweerder met de cliënte in kwestie niet door de tuchtrechtelijke beugel kan. Het is maar de vraag of de behandelrelatie was beëindigd, al was de EMDR-therapie afgerond, omdat cliënte nog een beroep deed op verweerder bij door haar ondervonden problemen. In elk geval werd die relatie direct aansluitend aan de behandelrelatie aangegaan. Ook het bij cliënte thuis, ook ’s avonds, therapie geven acht het college onvoldoende professioneel, nu de daaraan ten grondslag liggende reden -oppasproblemen van cliënte- zulks niet rechtvaardigen. Verweerder heeft zakelijk en privé met elkaar vermengd, met alle risico’s van dien. Het college heeft bij het bepalen van de maatregel onder meer acht geslagen op de ernst van het feit, tegen de achtergrond van eerdere relaties die verweerder is aangegaan terwijl hij zich realiseerde of in elk geval had moeten realiseren dat dit in die context niet toegestaan was. Schorsing voor de duur van 6 maanden en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0763 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.309

    Klacht tegen orthopedisch chirurg over met name het verschaffen van informatie over de mogelijke gevolgen van een operatieve ingreep aan de enkel.  Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In beroep onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat voor de vraag of de arts klager had moeten informeren dat na de ingreep door klager ervaren klachten mogelijk het gevolg zijn van de ingreep, onderscheid moet worden gemaakt tussen klacht over doof gevoel en over de onmogelijkheid de tweede tot en met vijfde teen te heffen. Het dove gevoel is te beschouwen als een mogelijke complicatie en daarvoor is blijkens het dossier gewaarschuwd. De onmogelijkheid genoemde tenen te heffen kan in redelijkheid niet als gevolg van de operatieve ingreep worden beschouwd. Hiervoor hoefde de arts niet te waarschuwen. Het beroep tegen deze alsmede tegen de ongegrond verklaarde klachten over de behandeling en bejegening wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0757 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 204/2009

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de moeder van klager, hierna patiënte te noemen. Klager trof patiënte thuis aan met een halfzijdige verlamming. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij te laat bij patiënte is verschenen, patiënte niet in aanmerking heeft laten komen voor trombolyse en dat zij een melding bij de ambulance heeft gedaan voor besteld vervoer.  Klacht ongegrond.