ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2190 Raad van Discipline Arnhem 10-69

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2190
Datum uitspraak: 19-09-2011
Datum publicatie: 24-11-2011
Zaaknummer(s): 10-69
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
  • Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen adjunct-secretaris raad van toezicht kennelijk niet-ontvankelijk omdat die klacht zag op haar handelen in het kader van het onderzoek van klagers klacht welk onderzoek / handelen geheel onder verantwoordelijkheid valt van de deken.

10-69

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM inzake:

klager,

tegen:

verweerster in haar hoedanigheid van adjunct-secretaris van de raad van toezicht

1. Bij brief d.d. 7 juli 2010, door de raad ontvangen op 8 juli 2010, is klager tijdig in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 28 juni 2010, waarbij klagers klacht tegen verweerster als kennelijk niet-ontvankelijk is afgewezen.

2. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 29 augustus 2011, waar alleen klager is verschenen. Verweerster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Zij heeft de raad tevoren schriftelijk laten weten niet te zullen verschijnen.

De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. D. Vergunst, voorzitter, en mrs. J.R.O. Dantuma, H. Dulack, B.E. van der Molen en C.J.M. de Vlieger, leden van de raad, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.

3. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar alinea 2 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klager tegen verweerster kennelijk niet-ontvankelijk is. Hetgeen door klager tegen de beslissing van de voorzitter is aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen. Hetgeen de voorzitter in zijn beslissing heeft overwogen kan die beslissing volledig dragen.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 19 september 2011.

griffier voorzitter

Gelet op het bepaalde in artikel 46 h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.