Zoekresultaten 39341-39350 van de 45141 resultaten

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0142 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4211

    Betreft het niet beschikbaar hebben van het minimum vloeroppervlak per dier in twee stallen. De vleeskuikenouderdieren hebben omgerekend per dier een vloeroppervlak van 1.154 cm2 in de ene stal en van 1.200 cm2 in de andere stal gehad. Artikel 4, onder a., van de Verordening welzijnsnormen vleeskuikenouderdieren 2003 schrijft voor dat per vleeskuikenouderdier een vloeroppervlakte van ten minste 1.300 cm2 beschikbaar is. Ter zitting voert betrokkene aan dat het vaak voorkomt dat de fokker meer dieren levert dan verwacht. Daardoor worden bij betrokkene de stallen voller. Het Tuchtgerecht oordeelt dat de ondernemer te allen tijde verantwoordelijk is voor de juiste naleving van de verordening op zijn bedrijf. Door te veel dieren te accepteren neemt betrokkene het risico dat bij een geringe uitval de welzijnsnormen zullen worden overschreden. Dat risico komt voor zijn rekening. Het Tuchtgerecht verwerpt het argument van betrokkene dat het verschil tussen meer en minder dieren in een stal niet opvalt en dat het welzijn van de dieren ook niet direct minder wordt. De normen, die zijn opgesteld in samenspraak met de sector, zijn minimumeisen voor de huisvesting van vleeskuikenouderdieren, zodat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd. In dit geval gaat het om een forse overschrijding van de norm, in de twee stallen respectievelijk 7,7% en 11,2%. Het Tuchtgerecht oordeelt dat door de overschrijding van de norm het welzijn van alle dieren – en dus niet alleen van het teveel aan dieren per stal – is geschaad. In stal 1 waren 5.692 geplaatst en dientengevolge hadden alle in die stal aanwezige dieren ruimte te weinig. In stal 5 waren 6.504 geplaatst en hadden alle in die stal aanwezige dieren eveneens ruimte te weinig. Al deze dieren hebben geleden onder het tekort aan vloeroppervlak. De overtreding wordt aangemerkt als zeer ernstig. Betrokkene wordt ook aangerekend dat hij verbeterpunten, genoemd in een waarschuwingsbrief van Verin, niet binnen het gestelde jaar heeft opgelost. 14 maanden later is in dezelfde stallen wederom een tekort aan vloeroppervlak geconstateerd. De opgelegde sanctie is tweeledig: Naast het sanctioneren van de overtreding van de welzijnsnorm beoogt het Tuchtgerecht het economisch voordeel door middel van het opleggen van een geldboete weg te nemen. Het Tuchtgerecht oordeelt dat in dit geval betrokkene mogelijk economisch voordeel heeft behaald, aangezien vast is komen te staan dat er meer dieren werden gehouden dan de norm toeliet.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0149 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4711

    Het eenmaal nalaten van Campylobacteronderzoek in 2010 voordat het koppel ter slacht werd afgevoerd. Het bedrijf van betrokkene is in 2010 gesplitst. In dat jaar heeft hij eenmaal het Campylobacteronderzoek over het hoofd gezien. Voor het overige heeft het Tuchtgerecht niet de indruk dat bij betrokkene sprake is van een onzorgvuldige bedrijfsvoering. Het Tuchtgerecht legt een deels voorwaardelijke geldboete op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1562 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/236

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1594 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/151

  • ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2202 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 55 - 2011

    Advocaat mocht afgaan op de informatie die zijn cliënte aan hem had verstrekt om tot incasso van de openstaande vordering over te gaan en erop vertrouwen dat de vordering niet werd betwist. Dreigen met het indienen van een faillissementsaanvrage in een tweede en derde sommatiebrief en het hanteren van korte betalingstermijnen in een incassopraktijk is toelaatbaar. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1544 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.163

    Een psychiater is een langdurige intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met één patiënte en een seksuele liefdesrelatie met een andere patiënte. Hij heeft tijdens deze relaties de behandelrelaties met beide patiënten laten voortbestaan. Voorts was sprake van gebrekkige dossiervoering en schending van de geheimhoudingsplicht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft bij het RTG een klacht ingediend. Het RTG heeft een doorhaling in het register bevolen. Het tegen deze beslissing ingestelde beroep is door het CTG verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1545 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.164

    Een psychotherapeut is een langdurige intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met één patiënte en een seksuele liefdesrelatie met een andere patiënte. Hij heeft tijdens deze relaties de behandelrelaties met beide patiënten laten voortbestaan. Voorts was sprake van gebrekkige dossiervoering en schending van de geheimhoudingsplicht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft bij het RTG een klacht ingediend. Het RTG heeft een doorhaling in het register bevolen. Het tegen deze beslissing ingestelde beroep is door het CTG verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2194 Raad van Discipline Amsterdam 10-416A

    De klacht heeft betrekking op de afrekening van een toevoeging. Verweerder heeft een dossier van klager overgenomen; de cliënte had een toevoeging. De Raad voor Rechtsbijstand heeft het gehele bedrag aan verweerder overgemaakt. Over de onderlinge afrekening zijn klager en verweerder het niet eens geworden, zodat klager nog niets heeft ontvangen. Getuigt niet van welwillendheid die je van advocaten onderling mag verwachten. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1546 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1176

    Volgens klager voldoet fysiotherapeut niet aan de bijzondere voorwaarden die hem zijn opgelegd in verband van een eerdere uitspraak van het tuchtcollege waarbij aan hem de maatregel van voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register met een proeftijd van twee jaren werd opgelegd, als gevolg waarvan de voorwaardelijke schorsing behoort te worden omgezet in een onvoorwaardelijke schorsing. Beslissing: de termijn van de proeftijd wordt verlengd met één jaar onder oplegging van een nadere voorwaarde met bepaling dat de inspectie toezicht zal houden op naleving van die voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2195 Raad van Discipline Amsterdam 11-074A

    Verzetzaak. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klaagster meent dat verweerder stellingen heeft ingenomen waarvan hij wist dat die niet juist waren en voorts dat hij zich onnodig grievend heeft uitgelaten. Verzet is ongegrond.