ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0149 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4711

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0149
Datum uitspraak: 29-11-2011
Datum publicatie: 29-11-2011
Zaaknummer(s): TPPE4711
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Het eenmaal nalaten van Campylobacteronderzoek in 2010 voordat het koppel ter slacht werd afgevoerd. Het bedrijf van betrokkene is in 2010 gesplitst. In dat jaar heeft hij eenmaal het Campylobacteronderzoek over het hoofd gezien. Voor het overige heeft het Tuchtgerecht niet de indruk dat bij betrokkene sprake is van een onzorgvuldige bedrijfsvoering. Het Tuchtgerecht legt een deels voorwaardelijke geldboete op.

Zaaknummer:

TPPE 47/2011

Betrokkene:

De heer [betrokkene],

handelend onder de naam [bedrijfsnaam]

[adres]

Datum:

29 november 2011

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer V11062, naar aanleiding van een inspectie, gehouden op 30 augustus 2011 door een controleur van genoemde stichting op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende gedragingen van betrokkene, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 29 november 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter zitting is verschenen de heer [betrokkene], geboren op [1974] te [geboorteplaats], thans wonende aan [adres].

Voorts zijn ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens het PPE en de heer H.J.G. Altena, namens het CPE.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Niet kon worden aangetoond dat in het jaar 2010 twee maal een koppel vleeskuikens was onderzocht op de aanwezigheid van Campylobacter bij een koppel vleeskuikens voordat het koppel ter slacht werd afgevoerd.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

In 2010 is het bedrijf gesplitst. Door deze splitsing is een aantal zaken niet goed gegaan, zoals het feit dat er maar één Campylobacteronderzoek is gedaan in 2010. Betrokkene is vergeten om het tweede Campylobacteronderzoek uit te laten voeren. Als hij het opstuurt, krijgt hij normaal een brief per post terug, maar die keer heeft hij niets teruggekregen en dan denkt hij er niet meer aan. Betrokkene verklaart geen bewijs meer te hebben en te beseffen dat dit zijn eigen fout is.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het bedrijf van betrokkene ligt in de provincie Noord-Brabant. Ingevolge het schema in bijlage III van het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven (PPE) 2010 had in het tweede en vierde kwartaal van 2010 een Campylobacteronderzoek moeten worden uitgevoerd. Het schema op bladzijde 2 van het berechtingsrapport is ter zitting onweersproken gebleven. Hieruit blijkt dat in 2010 slechts één Campylobacteronderzoek is uitgevoerd. Het Tuchtgerecht oordeelt, op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, dat ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer 37120, de volgende gedraging heeft plaatsgevonden:

Het eenmaal nalaten van Campylobacteronderzoek in 2010.

Dit levert op:

Een overtreding van artikel 4, lid 3, onder e, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2010.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V11062.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Het bedrijf van betrokkene is in 2010 gesplitst. In dat jaar heeft hij eenmaal het Campylobacteronderzoek over het hoofd gezien. Voor het overige heeft het Tuchtgerecht niet de indruk dat bij betrokkene sprake is van een onzorgvuldige bedrijfsvoering.

Het Tuchtgerecht legt voor het nalaten van het Campylobacteronderzoek een geldboete op.

Omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van gemiddelde omvang.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene – gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2010 – de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd.

Beslissing:

Een geldboete van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro), waarvan € 250,- (zegge: tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Indien binnen deze periode niet door betrokkene aan de voorwaarde wordt voldaan, wordt – nadat deze uitspraak onherroepelijk wordt – het voorwaardelijke deel van de boete alsnog ten uitvoer gelegd. De voorwaarde is, dat geen enkele bepaling van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2010, of van een andere regeling over hygiëne- of gezondheidsvoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij, mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, mr. drs. H. Lommers en P. Vingerling, leden, in aanwezigheid van drs. A.M.P. Regout, secretaris.