Zoekresultaten 3151-3160 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:27 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/08

    Klager verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder en mogelijke beïnvloeding van buitenaf toen de notaris haar levenstestament passeerde. Het verweer van de notaris, dat de klacht te laat is ingediend en tot niet-ontvankelijkheid zou moeten te leiden, faalt. De kamer is van oordeel dat de notaris niet onzorgvuldig is geweest in de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder. Ook is de notaris voldoende alert geweest op mogelijke beïnvloeding van buitenaf. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:3 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-569/AL/NN/D

    Door het handelen en nalaten van verweerder zoals hierover is geschreven, heeft verweerder het de deken onmogelijk gemaakt om haar toezichthoudende taken uit te oefenen en om toe te zien op de naleving van de administratieplicht zoals bedoeld in de Verordening op de advocatuur (Voda). Dit nalaten duurt nog voort. Verder heeft verweerder zich vaak onbereikbaar gehouden voor de deken en voor zijn cliënten en heeft hij op klachten van cliënten over hem in het geheel niet gereageerd. Op de onderhavige dekenklacht heeft verweerder ook niet gereageerd en op de zitting van de raad is hij - zonder bericht van afmelding - niet verschenen. Ten tijde van deze zitting heeft de deken geen contact met verweerder kunnen krijgen en wist zij niet meer waar hij was. Verweerder heeft hiermee gehandeld in strijd met de artikelen 10a en 46 Advocatenwet, de Voda en de gedragsregels. De aard en de ernst van deze feiten rechtvaardigen zonder meer een zeer zware maatregel. Gelet op de ernst van de feiten en omdat verweerder geen enkel inzicht in zijn situatie en uitleg over zijn handelen en nalaten heeft gegeven, is de raad van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Gelet op alle feiten en omstandigheden is de raad van oordeel dat de maatregel van schrapping van het tableau de enige passende maatregel voor verweerder is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:227 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.109

    Wrakingsverzoek gericht tegen twee leden-beroepsgenoten van het zittingscollege. Verzoeker heeft als wrakingsgrond aangevoerd dat de leden-beroepsgenoten tijdens de openbare terechtzitting niet of nauwelijks gepast kritische vragen hebben gesteld aan de verzekeringsarts. Het wrakingsverzoek is afgewezen door de wrakingskamer van het College. De wrakingskamer overweegt dat de omstandigheid dat naar het inzicht van verzoeker niet of nauwelijks gepast kritische vragen aan de verzekeringsarts zijn gesteld, niet met zich meebrengt dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid van de leden-beroepsgenoten kan worden afgeleid. Het is aan de leden van het College om ter terechtzitting de vragen te stellen die zij nodig achten voor een adequate behandeling en beoordeling van het beroep. Het voorbereiden, formuleren en stellen van die vragen is voorbehouden aan de leden van het College en niet aan (één van) de procespartijen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-449/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een beroepsfout te maken en daarbij onvoldoende te informeren over de gevolgen van de gemaakte fout. Ook heeft verweerder zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar niet tijdig geïnformeerd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:245 Hof van Discipline 's Gravenhage 190054

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:225 Hof van Discipline 's Gravenhage 180281

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707594 / DW RK 21/428 MK/RH

    De gerechtsdeurwaarder heeft in eerste instantie gereageerd naar klaagster, maar is daar op een gegeven moment mee is gestopt. Gelet op de hoeveelheid van de e-mails van klaagster (bijv 9 mails op een dag) en de inhoud (met scheldwoorden en zeer beledigende taal) kon de gerechtsdeurwaarder gerechtvaardigd besluiten niet langer te reageren of de verzoeken nog langer door te sturen aan de opdrachtgever. Wel dient een gerechtsdeurwaarder een dergelijk besluit te communiceren aan klaagster. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5571

    Klacht van nabestaande tegen een verpleegkundige over de behandeling van een patiënt tijdens zijn vrijwillige opname in een GGZ-instelling. De verpleegkundige zou volgens klaagster tekort zijn geschoten in de zorg ten aanzien van patiënt Hij heeft hierdoor de kliniek kunnen verlaten en zichzelf van het leven beroofd. Ook wordt de verpleegkundige verweten dat zij verantwoordelijk is voor het niet verstrekken van het medisch dossier naderhand, ondanks het feit dat er wel een machtiging was. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:246 Hof van Discipline 's Gravenhage 190025

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/32

    Klager (advocaat) behartigt de belangen van enkele deelgenoten in een nalatenschap. De notaris is vereffenaar van die nalatenschap en hij ontvangt een e-mail van klager met het verzoek contact met hem op te nemen. Onder die e-mail hangt een e-mail van een kantoorgenoot van klager, waarbij deze zich uitlaat over een voorstel dat klager namens zijn cliënten met de notaris zou willen gaan bespreken. Klager verkeerde in de veronderstelling dat zijn e-mail aan zijn kantoorgenoot was gestuurd. Hij stelt dat de notaris direct had kunnen zien dat de e-mail van zijn kantoorgenoot vertrouwelijke informatie bevatte die niet voor hem bestemd was en hij verwijt de notaris dat hij geen gebruik had mogen maken van die informatie. Nu de notaris handelde in zijn hoedanigheid van vereffenaar oordeelt de kamer dat geen sprake is van schending van de (afgeleide) notariële geheimhoudingsplicht. In de gegeven omstandigheden acht de kamer het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris en/of zijn medewerker informatie uit de e-mail van de kantoorgenoot van klager heeft gedeeld met de overige deelgenoten in de nalatenschap. Klacht ongegrond.