Zoekresultaten 231-240 van de 44187 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-321/AL/NN

    Raadsbeslissing. De raad heeft een deel van de klacht gegrond verklaard. Verweerder heeft klagers – zijn voormalige cliënten – onvoldoende geïnformeerd over belangrijke informatie, hij heeft op een onduidelijke wijze gedeclareerd en hiermee onzorgvuldig gehandeld en hij heeft in een procedure tegen klagers informatie over schikkingsonderhandelingen in de procedure gebracht. Gelet op de aard en de ernst van deze gedragingen is de oplegging van een berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:18 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/72

    Rund. Dierenarts wordt verweten dat hij ten aanzien van een rund ten onrechte heeft geconcludeerd dat het voor noodslachting in aanmerking kwam en dat hij bij de ‘ante mortem’ keuring en ten aanzien van de invulling van de noodslachtverklaring nalatig en in strijd met de zorgvuldig beroepsuitoefening heeft gehandeld. [Gegrond.] Volgt geldboete van € 1.000, waarvan de helft voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:31 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/57

    Hond. De dierenarts wordt verweten dat hij nalatig heeft gehandeld met betrekking tot de informatievoorziening voorafgaand aan en de verleende (na)zorg in de periode na een TTA-operatie aan de linker achterpoot van de hond van klager. [Gegrond.] Gegrond voor zover de klacht betrekking heeft op de beoordeling van röntgenfoto’s. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:22 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-856/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster is werkzaam als advocaat-stagiaire. In die hoedanigheid is zij betrokken geweest bij zaken van collega's Klager heeft haar patroon en andere advocaten ook beklaagd. De aan verweerster gemaakte klachten zijn niet feitelijk onderbouwd en daardoor niet vast te stellen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:25 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/23

    Hond. De dierenarts wordt verweten dat hij tot de euthanasie van een jonge Rottweiler met gedragsproblemen heeft besloten zonder voldoende voorafgaand onderzoek en zonder een gekwalificeerde gedragsdeskundige te raadplegen. Klaagster, een stichting, is gelet op haar doelstelling en haar nauwe betrokkenheid bij en de aard van de onderhavige zaak, ontvankelijk in haar klacht. [Ongegrond.]

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:16 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-394/AL/NN

    Raadsbeslissing. Klacht van erfgenaam tegen advocaat wederpartij. Kantoorgenoten van verweerster hebben in het verleden opgetreden voor de (inmiddels overleden) vader van klager. Tussen klager en zijn broer is een geschil ontstaan over de afwikkeling van de nalatenschappen van hun ouders. Verweerster heeft in deze kwestie opgetreden als advocaat van de broer van klager. Klager kan als enig erfgenaam van zijn vader niet worden aangemerkt als (oud-)cliënt van het kantoor van verweerster. Van (schijn van) belangenverstrengeling is geen sprake. Evenmin heeft verweerster daarmee de haar, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid overschreden. Verweerster heeft die vrijheid ook niet overschreden toen zij haar cliënt adviseerde om een ten laste van klager gelegd conservatoir beslag te handhaven. Verweerster heeft niet een op voorhand evident onjuist juridisch standpunt ingenomen. Zij heeft in het partijdig belang van haar cliënt gehandeld. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:19 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/35

    Hond. Dierenarts wordt verweten nalatig te hebben gehandeld met betrekking tot de bevalling van een hond. [Ongegrond.]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:32 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/44

    Kat. De dierenarts wordt verweten met betrekking tot de narcose van de kat van klager nalatig te hebben gehandeld. [Ongegrond.]

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:10 Hof van Discipline 's Gravenhage 240143H

    Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn herzieningsverzoek. Op grond van artikel 2.3 van het herzieningsprotocol moet een herzieningsverzoek binnen een redelijke termijn worden ingediend. Op grond van artikel 1.2a van het herzieningsprotocol (vóór de uitspraak niet bekende feiten die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat het hof tot een andere beslissing zou zijn gekomen) moet het herzieningsverzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de verzoeker bekend is geworden met die feiten of omstandigheden. Op grond van artikel 1.2b van het herzieningsprotocol (schending fundamenteel rechtsbeginsel) moet het verzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de griffie een afschrift van de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd aan de verzoeker heeft gezonden. Zowel in het geval de toelichting op het herzieningsverzoek van verzoeker moet worden begrepen als een beroep op schending van een fundamenteel rechtsbeginsel, als in het geval verzoeker zich heeft beroepen op nieuwe feiten en omstandigheden, is de desbetreffende termijn (uit artikel 1.2a en 1.2b) reeds verstreken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:15 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-496/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij in afwachting van de betaling van de eigen bijdrage geen werkzaamheden heeft verricht. De raad is van oordeel dat verweerder hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klager verwijt verweerder dat hij heeft gekozen voor overleg met de gemeente, terwijl klager gebaat was met een procedure tegen de gemeente. Indien een advocaat van oordeel is dat het aanhangig van een procedure geen of te weinig kans van slag heeft, is de advocaat niet verplicht die procedure aanhangig te maken. In de onderhavige zaak heeft verweerder klager geadviseerd om met de gemeente het gesprek aan te gaan teneinde een schuldhulpverleningstraject op te starten. Klager heeft dit advies -uiteindelijk – geaccepteerd en heeft hiermee ingestemd. Dat verweerder geen procedure tegen de gemeente aanhangig heeft gemaakt kan hem gelet op het voorgaande niet worden verweten. Klager verwijt verweerder dat het hernieuwde schuldhulpverleningstraject is mislukt omdat klager niets meer hoorde van verweerder. Naar het oordeel van de raad heeft klager dit klachtonderdeel onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Verweerder heeft dit onderdeel van de klacht weersproken, terwijl uit de overgelegde stukken geenszins blijkt dat het traject door toedoen van verweerder is mislukt. Dit klachtonderdeel mist feitelijke grondslag. Klacht in alle onderdelen ongegrond.