Zoekresultaten 20621-20630 van de 44039 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-899/DB/LI

    Klagers verwijten verweerder ten onrechte beslag te hebben gelegd op hun woonhuis, een verborgen rekening te claimen die een aantal niet traceerbare uren en dubieuze werkzaamheden bevat, onzorgvuldig te hebben gehandeld bij de behandeling van de zaak voor hun inmiddels overleden dochter, niet duidelijk te hebben gemaakt op basis van welke stukken zijn declaratie is begroot en meineed te hebben gepleegd. De declaratie van verweerder is door de raad van toezicht begroot en grotendeels akkoord bevonden. Daarmee zijn klachtonderdelen 1 en 3 ongegrond. Door het hof Den Bosch is bij arrest bepaald dat de verklaring voor recht zoals door klagers gevorderd inhoudende dat verweerder onzorgvuldig zou hebben gehandeld, is afgewezen. Gelet daarop, en nu het dossier niet tot de conclusie leidt dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is klachtonderdeel 2 ongegrond. Verweerder heeft klagers in de gelegenheid gesteld hun bezwaren tegen zijn declaratie kenbaar te maken, maar klagers hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Ook klachtonderdeel 4 is daarmee ongegrond. Dat door verweerder meineed is gepleegd is niet komen vast te staan, aangezien de verklaringen van klagers en verweerder lijnrecht tegenover elkaar staan. Ook dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:26 Accountantskamer Zwolle 16/1533 Wtra AK

    Betrokkene heeft in opdracht van een advocaat een rapport opgesteld waarin hij concludeert dat klager – ook een registeraccountant – niet als redelijk handelend accountant heeft gehandeld door in een – in opdracht van diezelfde advocaat – opgesteld rapport te concluderen dat een bepaald fonds daadwerkelijk had belegd in obligaties. Hiermee handelde betrokkene in strijd met de deskundigheid en zorgvuldigheid: klager had immers in diens rapport niet geconcludeerd dat het fonds had belegd, maar dat dit niet kon worden vastgesteld. Betrokkene heeft niet het onderzoek van klager gevolgd om vervolgens vast te stellen of dat onderzoek kon leiden tot de door klager opgeschreven bevindingen, maar heeft zijn eigen onderzoek naar de beleggingen hiervoor in de plaats gesteld. Ook heeft betrokkene geen overleg met klager gevoerd waar dat wel had gemoeten. Het rapport van betrokkene heeft daarmee geen deugdelijke grondslag. Hetzelfde geldt voor een mededeling van betrokkene aan de pers met dezelfde strekking. Berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-969/DB/LI

    Verzetzaak. Klaagster verwijt verweerder haar belangen onjuist te hebben behartigd. De gronden van verzet zijn gelijk aan een eerder ingediende klacht, waarop reeds door de raad is beslist. De voorzitter heeft klaagster derhalve terecht kennelijk niet ontvankelijk verklaard. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:27 Accountantskamer Zwolle 16/1957 Wtra AK

    Advies over waardebepaling van ondernemingsvermogen, inclusief de privé schulden aan de ondernemingen in kader van echtscheidingsprocedure. Gezamenlijke opdracht echtelieden. Accountant heeft niet dui delijk kunnen maken dat de totale afwaardering van een lening aan de grootaandeelhouder gerechtvaardigd was. Ondanks een bestaande overwaarde in de woning toch overgegaan tot een totale afwaardering van genoemde vordering op grond van het “totaalbeeld” dat hij van de zaak had. Zonder nadere onderbouwing geen deugdelijke grondslag. Schending van het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-951/DB/LI

    Verweerder heeft namens een cliënt verweer gevoerd tegen een faillissementsrekest waarbij een vordering van het kantoor van klager als steunvordering was gebruikt. Verweerder heeft zich namens zijn cliënt op het standpunt gesteld dat de vordering niet zou bestaan omdat deze al contant zou zijn voldaan. Betaling van een dergelijk bedrag in contanten is dusdanig uitzonderlijk, dat verweerder niet zonder meer op de juistheid van de verklaringen van zijn cliënt af had mogen gaan, maar contact met klager had moeten zoeken en om opheldering had moeten vragen. Klacht gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-624

    Dekenbezwaar. Een advocaat is gehouden bij twijfel over de vraag of zijn cliënt voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking komt in verband met diens vermogen in het buitenland, nader onderzoek doen naar diens vermogenspositie, alvorens een toevoeging aan te vragen. Voorts heeft de advocaat verzuimd aan zijn cliënt een opdrachtbevestiging te sturen. Het verweer dat hij zijn voorwaarden mondeling aan zijn cliënt heeft meegedeeld, kan hem niet baten, omdat zulks niet is komen vast te staan, terwijl de cliënt inmiddels is overleden. De klacht is gegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-207/DB/OB

    Niet zodanig gedragen dat vertrouwen in advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:80 Raad van Discipline Amsterdam 17-192/A/A

    Samenvatting: (uitwerking van kop-staart) beslissing van 20 maart 2017; schorsing op grond van art. 60ab lid 1 Advocatenwet; onbevoegde uitoefening advocatuur.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-903/DB/LI

    Verweerder treedt op als advocaat van de vader van een minderjarige dochter. Verweerder heeft met de minderjarige dochter een gesprek voorafgaand aan het indienen van een verzoekschrift tot wijziging van de omgangsregeling. Voor dit gesprek had verweerder geen toestemming van de moeder. Verweerder handelt daardoor tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:71 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-727/DB/OB

    Klacht over beroepsfouten niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn ex artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Voor zover klager in algemene zin beoogt te klagen over het advocatenkantoor “H Advocaten” als geheel is klacht niet-ontvankelijk omdat het tuchtrecht voor advocaten uitgaat van klachten over het handelen van een individuele advocaat. Klacht over verpanding niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang van klager. Klacht in alle onderdelen niet-ontvankelijk.