Zoekresultaten 20381-20390 van de 44022 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16143
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:54
Klager verwijt verweer, psychiater, onder meer dat hij een ondeugdelijk rapport over verweerder heeft geschreven, dat verweerder buiten de grenzen van zijn deskundigheid is getreden, onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft verricht en dat verweerder ten opzichte van klager niet voldaan heeft aan de eisen van het inzage- en blokkeringsrecht. Het college is van oordeel dat het door verweerder opgestelde rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft verricht. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:283 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO b
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:283
Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2016:162 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 706.2016
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 04-08-2016
- ECLI:NL:TGDKG:2016:162
Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard vanwege het feit dat de tuchtrechter geen zaak van verzoeker in behandeling heeft.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16196a
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:55
Klager verwijt verweerder, psychiater, dat hij heeft laten gebeuren dat er een vriendschappelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen klager en verweerder en dat deze relatie veel te ver ging. Tevens verwijt klager verweerder dat hij de behandelingsrelatie plotseling heeft beëindigd waardoor klager zich aan zijn lot overgelaten voelde. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:284 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO c
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:284
Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16196b
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:56
Klager verwijt verweerder, psychotherapeut , dat hij heeft laten gebeuren dat er een vriendschappelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen klager en verweerder en dat deze relatie veel te ver ging. Tevens verwijt klager verweerder dat hij de behandelingsrelatie plotseling heeft beëindigd waardoor klager zich aan zijn lot overgelaten voelde. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/607725 DW RK/16/456
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:42
Verzoek tot wraking. Verzoek afgewezen. Het verzoek en de aanvullende gronden leveren, op zichzelf beschouwd noch in onderling verband bezien, een grond op voor de stelling dat de plaatsvervangend-voorzitter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert of dat de dienaangaande bij hem bestaande vrees subjectief dan wel objectief gerechtvaardigd is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:285 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO d
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:285
Beslissing op verzet. Verweerster heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611223 DW RK/16/700
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:43
Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard omdat de rechter niet bij de behandeling van het door klager indiende verzet betrokken was. Onderscheid tussen klacht ingediend in het kader van het tuchtrecht en een klacht van organisatorische aard ingediend in het kader van het klachtrecht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 219/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:84
Fysiotherapeute heeft geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten en vervolgens weer beëindigd voordat de behandeling was begonnen. Op grond van artikel 460 WGBO kan de hulpverlener de behandelingsovereenkomst niet opzeggen, behoudens gewichtige redenen. In richtlijn V.06 “Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst” van de KNMG is uitgewerkt wat onder gewichtige redenen kan worden verstaan. Ter zitting heeft verweerster aangevoerd dat zij bij eerdere behandelingen niet alleen slechte ervaringen had met het betaalgedrag van deze patiënt, maar dat zij zich tijdens die eerdere behandelingen, die plaatsvonden bij patiënt thuis in aanwezigheid van klager, ook geïntimideerd voelde. Patiënt en klager waren zeer dwingend in hun eisen. Verweerster heeft dit als zeer onprettig ervaren en het heeft afbreuk gedaan aan de vertrouwensrelatie die zij met de patiënt onderhoudt. Deze gebeurtenissen, in combinatie met het eerdere betaalgedrag van de patiënt, kwalificeren als gewichtige redenen als bedoeld in artikel 460 WGBO. Hoewel het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst op deze korte termijn ongelukkig is te noemen, is geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. In dat verband is van belang dat verweerster zich er van had vergewist dat er geen sprake was van medisch noodzakelijke hulp, dat zij had uitgezocht dat de patiënt al onder behandeling was van een collega en dat tussen de praktijk van die collega en de praktijk van verweerster de afspraak bestond dat zij patiënten terug verwijzen naar de praktijk waar zij in behandeling zijn. Vast staat verder dat patiënt diezelfde middag nog is behandeld door de collega van verweerster. De klacht is ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2038
- Pagina: 2039
- Pagina: 2040
- ...
- Pagina: 4403
- Volgende pagina zoekresultaten