Zoekresultaten 20261-20270 van de 46260 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:47 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-735/DH/DH

    Verweerster was onbereikbaar voor haar cliënt, terwijl de zaak nog niet was afgerond. De dienstverlening van verweerster was ondermaats. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/327

    Klaagster is DES-dochter en bekend met atenatale DES-expositie. De klacht houdt in dat verweerder (gynaecoloog in de zaak 17/328) tijdens de in 2013 verrichte laparoscopische vaginale uterusextirpatie wegens ernstige afwijkingen (VAIN III, CIN III,CIN II) onnodig en zonder haar toestemming een deel van haar vagina heeft weggenomen. Klaagster verwijt beide gynaecologen bovendien dat zij hierover na de operatie onvoldoende met haar hebben gecommuniceerd. Verweerster (gynaecoloog in de zaak 17/327) verwijt zij voorts dat zij een onjuiste de uitslag van de dieptemeting van de vagina in het dossier heeft genoteerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:52 Raad van Discipline Amsterdam 17-745/DH/DH

    Verweerster heeft zich onttrokken aan toezicht door de deken, zij heeft onvoldoende opleidingspunten behaald en zij heeft een factuur van een door haar ingeschakelde collega-advocaat niet voldaan. Bezwaar gegrond, voorwaardelijke schorsing van drie weken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/326021/KL RK 17 -125

    De notaris heeft naar het oordeel van de kamer voldoende en zorgvuldig de wilsbekwaamheid van vader onderzocht. De notaris heeft twee gesprekken met vader gevoerd buiten aanwezigheid van andere personen die hem zouden hebben kunnen beïnvloeden. Er zat geruime tijd tussen de gesprekken en de kandidaat-notaris heeft ook nog met vader gesproken. Niet is komen vast te staan dat er ten tijde van het opstellen van het levenstestament aanwijzingen waren op grond waarvan de notaris had moeten twijfelen aan de wilsbekwaamheid van vader, waardoor hij nader onderzoek had moeten verrichten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-805/DH/DH

    Beroepsfout door tijdig betekende appeldagvaarding niet aan te brengen. Verweerder heeft de fout gemeld bij klaagster. Nadien heeft verweerder niets meer ondernomen naar aanleiding van de beroepsfout en was hij voor klaagster onbereikbaar. De zaak hangt samen met 17-972/DH/DH en 18-139/DH/DH/TUL

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:32 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-331

    Verzet ongegrond. Verweerster mocht als partijdig advocaat de stellingen en feiten namens haar cliënte innemen zoals gedaan in procedure tegen klager. Geen onnodig grievende uitlatingen jegens klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/292

    Klager, die werkzaam is als dakwachtmonteur, verwijt de bedrijfsarts onder andere dat deze hem onterecht en zonder overleg met de behandelend artsen heeft geadviseerd zijn werkzaamheden in eigen werk te hervatten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-972/DH/DH

    Verweerder onttrekt zich aan dekentoezicht. Zaak hangt samen met 17-805/DH/DH en 18-139/DH/DH/TUL

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-381

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft in de correspondentie met klagers niet het vertrouwen gewekt dat het op zijn derdengeldrekening ontvangen bedrag van de garantsteller (ter voorkoming van een faillissement) zou worden doorbetaald aan klaagster sub 1. Geen eigen betalingsverplichting verweerder. Geen misleiding van deken en klagers door verweerder door te stellen dat hij in de door klagers aangegeven periode geen gelden had ontvangen, terwijl verweerder wist op een later moment wel gelden te hebben ontvangen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/328

    Klaagster is DES-dochter en bekend met atenatale DES-expositie. De klacht houdt in dat verweerder (gynaecoloog in de zaak 17/328) tijdens de in 2013 verrichte laparoscopische vaginale uterusextirpatie wegens ernstige afwijkingen (VAIN III, CIN III,CIN II) onnodig en zonder haar toestemming een deel van haar vagina heeft weggenomen. Klaagster verwijt beide gynaecologen bovendien dat zij hierover na de operatie onvoldoende met haar hebben gecommuniceerd. Verweerster (gynaecoloog in de zaak 17/327) verwijt zij voorts dat zij een onjuiste de uitslag van de dieptemeting van de vagina in het dossier heeft genoteerd. Gegrond. Berisping.