ECLI:NL:TNORSHE:2018:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/8

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2018:12
Datum uitspraak: 20-08-2018
Datum publicatie: 27-08-2018
Zaaknummer(s): SHE/2018/8
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de notaris dat hij de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden en stelt hiertoe – samengevat – dat de notaris (1) ten onrechte geen controle op de wilsbekwaamheid van erflaters heeft uitgevoerd; (2) ten onrechte geen controle op de geschiktheid van de benoemde afwikkelingsbewindvoerder heeft uitgevoerd; alsmede dat er (3) geen noodzaak bestond om een afwikkelingsbewindvoerder te benoemen; (4) de notaris een ‘aanwezige’ benoemd heeft en het (5) curieuze optreden van de afwikkelingsbewindvoerder na het overlijden van erflaters.   1) Gelet op het vorenstaande heeft de notaris zich naar het oordeel van de kamer voldoende vergewist van de wilsbekwaamheid van erflaters en is van beïnvloeding van erflaters, afgezien van de insinuatie van klager op dat vlak, niet gebleken. Het enkel kampen met zogenaamde ouderdomsproblemen kan niet leiden tot de conclusie van klager dat erflaters niet meer wilsbekwaam zouden zijn. Dit klachtonderdeel slaagt niet.   2 en 3) De notaris heeft zich, naar het oordeel van de kamer terecht, op het standpunt gesteld dat het niet aan de notaris maar aan de erflater is om te beoordelen of een afwikkelingsbewindvoerder moet worden benoemd en wie voor die taak geschikt is. Dit klachtonderdeel slaagt niet.   4) De notaris heeft verklaard dat de afwikkelingsbewindvoerder op 24 juni 2017 erflaatster weliswaar naar het ziekenhuis heeft gebracht en dat de notaris hem daar kort gesproken heeft, maar dat de testamenten zijn verleden en getekend uitsluitend in aanwezigheid van erflaters en de notaris. De kamer heeft geen redenen om te twijfelen aan deze verklaring van de notaris. Ook dit klachtonderdeel slaagt dan ook niet.   5) Naar het oordeel van de kamer valt niet in te zien hoe het beweerdelijke optreden van de afwikkelingsbewindvoerder na het overlijden van erflaters de notaris verweten kan worden. De notaris was immers slechts betrokken bij het opstellen en passeren van de testamenten en niet bij de afwikkeling van de nalatenschap. Ook dit klachtonderdeel slaagt niet.

Klachtnummer    : SHE/2018/8

Datum uitspraak : 20 augustus 2018

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van:

de heer [naam klager] (hierna: klager),  

wonende in [woonplaats klager],

tegen

notaris de heer mr. [naam notaris] (de notaris),

gevestigd in [vestigingsplaats notaris].

1.         De procedure

1.1.      Klager heeft bij brief van 29 januari 2018 een klacht ingediend tegen de notaris. Het klaagschrift is op 31 januari 2018 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (hierna: de kamer).

1.2.      De notaris heeft op 14 maart 2018, ontvangen op 19 maart 2018, een verweerschrift ingediend, waarna de (plaatsvervangend) voorzitter heeft bepaald dat de klacht ter zitting van de kamer moet worden behandeld.

1.3.      De klacht is behandeld ter zitting van 18 juni 2018. Zowel klager alsmede de notaris zijn in persoon verschenen.

2.         De feiten

2.1.      Klager en zijn zus, [naam zus], zijn de kinderen geboren uit het huwelijk van de heer [naam vader] en mevrouw [naam moeder] (hierna: erflaters).

2.2.      De zus van klager is gehuwd geweest met [naam ex-echtgenoot zus]. Uit dit huwelijk is geboren een zoon, [kleinzoon].

2.3.      Op 14 juni 2017 heeft de notaris met erflaters gesproken over hun op te maken testamenten. Volgend op dit gesprek heeft de notaris op 21 juni 2017 concepten van de testamenten toegestuurd, waarna deze uiterste wilsbeschikkingen op 24 juni 2017 zijn gepasseerd door de notaris. In deze laatste wilsbeschikkingen is, onder andere, een making gedaan aan [kleinzoon] als ware hij een kind van erflaters alsmede het benoemen van [kleinzoon] tot afwikkelingsbewindvoerder.

3.         De klacht

3.1.      Klager verwijt de notaris dat hij de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden en stelt hiertoe – samengevat – dat de notaris (1) ten onrechte geen controle op de wilsbekwaamheid van erflaters heeft uitgevoerd; (2) ten onrechte geen controle op de geschiktheid van de benoemde afwikkelingsbewindvoerder heeft uitgevoerd; alsmede dat er (3) geen noodzaak bestond om een afwikkelingsbewindvoerder te benoemen; (4) de notaris een ‘aanwezige’ benoemd heeft en het (5) curieuze optreden van de afwikkelingsbewindvoerder na het overlijden van erflaters.

3.2.      De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. De inhoud van dit verweer zal hierna nader worden besproken voor zover dit relevant is voor de beoordeling van de klacht.

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 93 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De kamer dient de handelwijze van de notaris te toetsen aan de in dat wetsartikel omschreven tuchtnorm.

Klachtonderdeel 1

4.2.      Ten aanzien van de stelling van eiser dat zijn ouders ten tijde van het ondertekenen van hun testamenten op 24 juni 2017 reeds langdurig kampten met lees-, gehoor- en geheugenproblemen van formaat waarbij hun wilsverklaringen in niet geringe mate zijn beïnvloed door personen in hun aanwezigheid, het volgende.

4.3.      De notaris heeft zich op het standpunt gesteld dat hij de wilsbekwaamheid van erflaters heeft beoordeeld tijdens het gesprek dat hij met hen beiden heeft gevoerd op 14 juni 2017 alsmede ten tijde van het ondertekenen van de akten op 24 juni 2017. De notaris heeft verklaard dat bij dit gesprek en het ondertekenen geen derden aanwezig waren. Naar de mening van de notaris waren erflaters volledig wilsbekwaam. Erflaters hebben de notaris verteld dat er voor hen weliswaar vermogensbewind was aangevraagd, maar dat de aanleiding daarvoor hun fysieke klachten waren. Zij kampten met fysieke ouderdomskwalen, hetgeen de notaris ook zelf heeft vastgesteld. Erflaters hebben de notaris glashelder hun beweegredenen voor het opstellen van testamenten uitgelegd, waarbij alle omstandigheden die van belang waren, zoals het al dan niet onterven van de kinderen, vooroverlijden, plaatsvervulling en de fiscale aspecten, aan de orde zijn geweest. Erflater was ten tijde van het tekenen van de akten opgenomen in het ziekenhuis wegens hartklachten maar hij hoopte op herstel en had met zijn echtgenote nog toekomstplannen om zelfstandig te blijven wonen. Erflaatster woonde ten tijde van de ondertekening van de akten nog zelfstandig.

4.4.      Gelet op het vorenstaande heeft de notaris zich naar het oordeel van de kamer voldoende vergewist van de wilsbekwaamheid van erflaters en is van beïnvloeding van erflaters, afgezien van de insinuatie van klager op dat vlak, niet gebleken. Het enkel kampen met zogenaamde ouderdomsproblemen kan niet leiden tot de conclusie van klager dat erflaters niet meer wilsbekwaam zouden zijn. Dit klachtonderdeel slaagt niet.

Klachtonderdeel 2 en 3

4.5.      Voorts stelt klager dat de notaris ten onrechte geen onderzoek naar de geschiktheid van de te benoemen afwikkelingsbewindvoerder heeft gedaan (onderdeel 2) alsmede dat er geen noodzaak bestond om een afwikkelingsbewindvoerder te benoemen (onderdeel 3).

4.6.      De notaris heeft zich, naar het oordeel van de kamer terecht, op het standpunt gesteld dat het niet aan de notaris maar aan de erflater is om te beoordelen of een afwikkelingsbewindvoerder moet worden benoemd en wie voor die taak geschikt is . Dit klachtonderdeel slaagt niet.

Klachtonderdeel 4

4.7.      Klager heeft het over het benoemen van een “aanwezige”. De kamer begrijpt klager aldus dat klager stelt dat de testamenten van erflaters zouden zijn getekend in aanwezigheid van een derde.

4.8.      De notaris heeft verklaard dat de heer [kleinzoon] op 24 juni 2017 erflaatster weliswaar naar het ziekenhuis heeft gebracht en dat de notaris hem daar kort gesproken heeft, maar dat de testamenten zijn verleden en getekend uitsluitend in aanwezigheid van erflaters en de notaris. De kamer heeft geen redenen om te twijfelen aan deze verklaring van de notaris. Ook dit klachtonderdeel slaagt dan ook niet.

Klachtonderdeel 5

4.9.      Klager schrijft ten slotte dat het optreden van de afwikkelingsbewindvoerder curieus is te noemen.

4.10.    Naar het oordeel van de kamer valt niet in te zien hoe het beweerdelijke optreden van de afwikkelingsbewindvoerder na het overlijden van erflaters de notaris verweten kan worden. De notaris was immers slechts betrokken bij het opstellen en passeren van de testamenten en niet bij de afwikkeling van de nalatenschap. Ook dit klachtonderdeel slaagt niet.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend voorzitter, mr. J.D. Streefkerk, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. S.J.H. Hagemann-Rietbroek, plaatsvervangend notarislid.

Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2018 door mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Hoger beroep tegen deze beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof in Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.