Zoekresultaten 11-20 van de 44162 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435166 / KL RK 24-56

    Klagers hebben hun woning verkocht en de kandidaat-notaris opdracht gegeven voor de levering. De koper heeft een waarborgsom gestort op de derdengeldenrekening van de notaris. Een maand voor de overdracht heeft koper aan klagers bericht dat zij de koopovereenkomst eenzijdig ontbindt dan wel vernietigd op grond van dwaling dan wel (tevens) bedrog. Klagers hebben bezwaar gemaakt en vragen de kandidaat-notaris om de waarborgsom niet te retourneren aan koper. De notaris heeft bij de KNB advies ingewonnen. De koper heeft laten weten dat zij de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd en daarmee is de grondslag voor verschuldigdheid van de waarborgsom weg. De waarborgsom kan niet worden vastgehouden op grond van artikel 25 lid 4 Wet op het Notarisambt (Wna). Zolang de vernietiging niet wordt teruggedraaid door een rechterlijk oordeel kan de koper de waarborgsom terugvragen. De kandidaat-notaris stuurt klagers een bericht dat ze geen gehoor kan geven aan het verzoek van klagers indien de koper de waarborgsom terugvraagt. Koper verzoekt de kandidaat-notaris nog diezelfde dag om de waarborgsom terug te geven en de notaris heeft aan dit verzoek voldaan. Klagers verwijten de kandidaat-notaris dat zij in strijd heeft gehandeld met haar zorgplicht, door – in strijd met artikel 11.5 van de koopovereenkomst – de waarborgsom uit te keren aan de koper zonder dat zij hiervoor een gezamenlijke opdracht van klagers en de koper had en terwijl zij wist dat klagers het niet eens waren met de ontbinding/vernietiging van de koopovereenkomst door de koper.Bij de beoordeling van de klacht acht de kamer de tijdlijn van de gebeurtenissen van belang.De kamer acht het verwijtbaar dat de kandidaat-notaris het advies vervolgens een week heeft laten liggen en pas een dag voor de overdracht met klagers heeft gedeeld, waarna zij nog diezelfde dag de waarborgsom heeft overgeboekt naar de koper nadat de koper dit had verzocht. De kamer is van oordeel dat deze termijn tussen het delen van het advies met klagers en het overboeken van de waarborgsom, te kort is aangezien de kandidaat-notaris wist dat klagers bezwaar hadden tegen de ontbinding van de overeenkomst en het overboeken van de waarborgsom. Door te handelen zoals zij heeft gehandeld, heeft de kandidaat-notaris klagers de mogelijkheid ontnomen om zich - voordat de waarborgsom zou worden teruggeboekt - juridisch te oriënteren en eventuele vervolgstappen te zetten, zoals het in overleg gaan met de koper of het nemen van stappen om de waarborgsom zeker te stellen. Klacht gegrond en waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425317 / KL RK 23-97

    Klager is directeur van een stichting. Tussen klager en het bestuur van de stichting is een conflict ontstaan over een voorgenomen structuurwijziging van de stichting. De notaris heeft namens het bestuur van de stichting, opdracht gekregen om de statuten en de structuur van de stichting te wijzigen. Klager heeft daar niet mee ingestemd en binnen het bestuur van de stichting bestond inmiddels ook geen overeenstemming meer over de voorgenomen wijzigingen. De concepten zijn nooit definitief gemaakt. Klager verwijt de notaris dat ze 1) fouten heeft gemaakt in voorgaande statuten, waardoor erfenissen niet meer bij de stichting terechtkomen 2) ze haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden 3) zich de opdracht tot het opstellen van nieuwe statuten heeft laten verstrekken, zonder te onderzoeken of deze persoon hiertoe bevoegd 4) de notaris zich niet onafhankelijk en onpartijdig heeft getoond, 5) de notaris klager onder druk heeft gezet en onheus heeft bejegend 6) de notaris zich ten onrechte niet heeft gerealiseerd dat het besluit tot structuurwijziging van de stichting ongeldig tot stand is gekomen 7) de notaris de fout in dreigt te gaan doordat de stichting haar ANBI-status verliest door de voorgestelde structuurwijziging. Klacht wordt deels niet-ontvankelijk verklaard omdat klager geen belanghebbende is en deels ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-083/DB/MN/W

    Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:27 Hof van Discipline 's Gravenhage 240217

    Verweerster heeft haar cliënt, klager, gedurende een lange periode bewust voorgespiegeld dat zij een zaak tegen de ex-partner van klager aanhangig had gemaakt bij de rechtbank, terwijl dat niet het geval was. Vervolgens heeft verweerster klager ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling. De raad heeft verweerster hiervoor de maatregel van schrapping opgelegd, mede gelet op het proberen te verhullen van haar gedrag, het niet geven van een uitleg voor haar handelen en haar tuchtrechtelijk verleden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-941/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familiezaak gedeeltelijk niet ontvankelijk vanwege het verstrijken van de vervaltermijn. De klacht is, voor zover ontvankelijk, kennelijk ongegrond vanwege het ontbreken van een feitelijke onderbouwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:28 Hof van Discipline 's Gravenhage 240186

    Verweerder heeft beroep ingesteld. Verweerder heeft de ex-partner van klager bijgestaan in een familiekwestie. Het hof is, met de raad, van oordeel dat verweerder onvoldoende kritisch is geweest ten aanzien van de ernstige beschuldigingen en niet nader onderbouwde stellingen van zijn cliënte over klager en dat hij zich teveel heeft vereenzelvigd met zijn cliënte, waardoor hij de belangen van klager onnodig heeft geschaad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:29 Hof van Discipline 's Gravenhage 240168

    Klacht tegen advocaat wederpartij. klager verwijt verweerder dat hij een in een vaststellingsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsclausule heeft geschonden door de VSO als productie over te leggen in een procedure met een derde. De raad heeft geoordeeld dat het verweerder niet vrij stond de VSO op 29 november 2022 in een procedure in te brengen. Verweerder had primair toestemming aan klager moeten vragen en, bij gebreke van toestemming, overleg met de deken moeten zoeken. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het hof oordeelt dat zelfs in het geval verweerder geen bemoeienis heeft gehad met het in het geding brengen van de VSO het, na de melding van klager op 13 juli 2020, op zijn weg lag om uit te zoeken hoe de schending van het geheimhoudingsbeding door zijn kantoorgenoot heeft kunnen plaatsvinden en ervoor zorg te dragen dat het niet nog een keer zou gebeuren. Voor het overige sluit het hof zich aan bij het oordeel van de raad. Het hof ziet aanleiding om de zwaardere maatregel van berisping op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7269

    Klacht van nabestaande echtgenoot tegen radioloog deels gegrond. Maatregel: berisping. Er is bij patiënt door een physician assistant een leverpunctie uitgevoerd bij een trombocytenwaarde van 25. De radioloog had de leverpunctie niet zelfstandig mogen laten uitvoeren door een physician assistent en een vorm van toezicht en tussenkomst moeten bieden. Wettelijk kader van taakherschikking en taakdelegatie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:30 Hof van Discipline 's Gravenhage 240154

    Klacht tegen de eigen advocaat. Klager heeft beroep ingesteld. De raad heeft de klacht deels gegrond verklaard en heeft een berisping opgelegd. Het hof is van oordeel dat verweerder, naast de door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen, ook tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zijn facturen aan klager onvoldoende inzichtelijk te maken. De overige beroepsgronden van klager slagen niet. Het hof ziet geen aanleiding om tot een verzwaring van de maatregel te komen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7515

    Klacht van nabestaande echtgenoot tegen physician assistant ontvankelijk en gegrond. Maatregel: berisping. De physician assistant heeft een leverpunctie uitgevoerd bij een trombocytenwaarde van 25. Wettelijk kader taakherschikking en taakdelegatie. De physician was niet zelfstandig bevoegd tot het uitvoeren van de leverpunctie. De physician assistant had zowel bij taakherschikking als bij taakdelegatie het uitvoeren van de leverpuntie bij patiënt moeten weigeren.