Zoekresultaten 19621-19630 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-163a

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Geen onjuiste behandeling / achterwege blijven van zorg bij patiënte in laatste levensfase. Met name in 2015 is verdere verslechtering bij patiënte opgetreden waarbij het (terminale) hartfalen in combinatie met nierinsufficiëntie zorgde voor steeds weer optredende klachten en noodzaak om op geleide van de klachten de medicatie aan te passen. Foutief of onzorgvuldig handelen daarbij is niet gebleken. Verwijt dat over het medicamenteuze beleid overleg met de specialist had moeten worden gevoerd volgt het College niet. Geen aanwijzingen dat de arts bij de pijnstilling te ver is gegaan, bij de zorg voor decubitus onjuist heeft gehandeld en dat de arts een verwijt kan worden gemaakt over de communicatie. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.237

      Klacht tegen een orthopedisch chirurg, inhoudende dat hij nalatig is geweest c.q. heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens klager behoorde te betrachten door niet goed te reageren op de pijnklachten van klager na de operatie, waardoor de wond ook langer open is gebleven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de postoperatieve infectie bij klager niet het gevolg kan zijn van het gebruik van verkeerde materialen, dat de postoperatieve controles van de wond door de orthopedisch chirurg medisch adequaat zijn verlopen en dat de orthopedisch chirurg geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van de postoperatieve infectie. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:77 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.161

      De klacht is gericht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar te laat heeft doorverwezen, te weinig onderzoek heeft gedaan en niet heeft gereageerd toen de diagnose (cervixcarcinoom) duidelijk was. Regionaal College heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De huisarts komt in beroep; dit wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:51 Raad van Discipline Amsterdam 16-862/A/A

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht houdt o.m. in dat hij gelden die klager tot zekerheid op de derdengeldenrekening van verweerder had gestort, heeft aangewend om zijn eigen declaraties te voldoen. Vraag of een depotovereenkomst tot stand is gekomen. Verweerder heeft bij klager het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat hij instemde met een depotbetaling. Klacht in zoverre gegrond. Berisping. Klacht houdt verder in dat verweerder zich ook zonder de depotovereenkomst had moeten onthouden van verrekening van de ontvangen derdengelden met zijn declaratie, omdat verweerder zijn declaratie bij de Raad voor Rechtsbijstand had kunnen indienen en (verweerder wist dat) klager na de verrekening geen verhaal meer zou vinden voor zijn vordering op die cliënte. Klacht in zoverre ongegrond. Doordat cliënte van verweerder recht had op een proceskostenvergoeding, kon zij geen aanspraak meer maken op de verstrekte toevoeging.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/118P

    Klaagster en haar dochter zijn na een verkeersongeval doorverwezen naar een centrum voor psychotherapie. Zij verwijt verweerder, een psychotherapeut en directeur van het centrum, dat hij geen adequate intake heeft verricht waarna een verkeerde behandeling is ingezet, geen registratie en/of rapportages heeft bijgehouden, geen openheid van zaken heeft gegeven over zijn wetenschap van (volgens klaagster voorgevallen strafbare) feiten door de behandelend therapeut, intimidatie om hetgeen volgens klaagster gebeurd is stil te houden en het niet hebben van een klachten- of geschillenregeling. Verweerder voert verweer. Deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:206 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-872/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; stellingen klagers in het licht van het verweer onvoldoende feitelijk onderbouwd

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:267 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-819/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht van advocaat tegen advocaat, klacht betreft onderwerp van algemeen belang, klager geen belanghebbende

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/83

    Mondelinge uitspraak. Wrakingsverzoek van klagers gericht aan zowel de leden die een beslissing hebben genomen in een andere zaak van klager als ‘de kamer voor het ressort ’s-Hertogenbosch in zijn algemeen’.  De kamer gaat hieraan voorbij, omdat klagers niet nader hebben geconcretiseerd of en tegen welk lid of welke leden van de onderhavige kamer  het verzoek tot wraking is gericht. Klacht m.b.t. verkapte dienstweigering ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:268 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-821/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacth tegen advocaat wederparijt

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/51

    Contante betaling. Notaris verkeerde in de veronderstelling dat deel koopsom giraal was betaald. Mede gelet op de hoogte van de betaling had het op de weg van de notaris gelegen onderzoek te doen naar hoe en wanneer deze betaling is verricht.  De enkele omstandigheid dat een dergelijk groot bedrag contant wordt betaald vraagt om een uitleg en derhalve nader onderzoek door de notaris naar de herkomst van het geld. Daar de notaris heeft verzuimd te onderzoeken hoe en wanneer de betaling is verricht, heeft hij daarmee het risico genomen dat hij heeft verzuimd de herkomst van het geld te onderzoeken. De notaris heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 3 Wwft.