Zoekresultaten 19441-19450 van de 45118 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:34 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.469
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 01-02-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:34
Klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft allereerst aangevoerd dat het Regionaal Tuchtcollege zich op basis van onjuiste en ondeugdelijke gronden bevoegd heeft geacht kennis te nemen van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege zich terecht bevoegd heeft geacht om kennis te nemen van de door klager ingediende klacht. De oorspronkelijke klacht bestond uit zes klachtonderdelen. Deze onderdelen zijn in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege weergegeven onder 3. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel 5, de klachtonderdelen 1 en 6 geheel gegrond verklaard, de klachtonderdelen 2 en 3 deels gegrond verklaard en de klacht voor het overige als ongegrond afgewezen. Voor het gegrond verklaarde deel van de klacht is de tandarts de maatregel van berisping opgelegd. De tweede en derde beroepsgrond van de tandarts zijn gericht tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover de klachtonderdelen 1 tot en met 3 (deels) gegrond zijn verklaard en aan hem de maatregel van berisping is opgelegd. Deze klachtonderdelen betreffen het (ontbreken van) informed consent, het (onvoldoende) onderzoek naar het tandenknarsen en het (niet) lege artis handelen bij de plaatsing van de keramische inlays. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege zijn er (voldoende) aanwijzingen dat de tandarts wel met klager heeft gesproken over de inhoud en de gevolgen van de behandeling en de eventuele risico’s en dat niet geconcludeerd kan worden dat geen sprake was van informed consent. Het Centraal Tuchtcollege is met het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de enkele omstandigheid dat klager tandenknarst geen contra-indicatie is voor het aanbrengen van inlays van keramiek. Wat betreft de plaatsing van de inlays kan het Centraal Tuchtcollege op basis van de bekende gegevens niet vaststellen dat deze inlays te hoog zijn gelegd. Deze klachtonderdelen zullen als (geheel) ongegrond worden afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, voor zover voor zover de klachtonderdelen 1 tot en met 3 (deels) gegrond zijn verklaard en aan de tandarts de maatregel van berisping is opgelegd en opnieuw rechtdoende, wijst de klachtonderdelen 1 tot en met 3 als ongegrond af en legt de tandarts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:201 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16-1110
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 12-01-2018
- ECLI:NL:TGDKG:2018:201
Beslissing op verzet: ogg Beslagvrije voet
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.434
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 01-02-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:41
Klacht tegen een tandarts. Klagers verwijten de tandarts 1) dat hij zich in diverse opzichten jegens hen schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag in het kader van het arbeidsconflict 2) dat de tandarts de behandelrelatie met hen niet had mogen beëindigen door hen onaangekondigd en zonder begeleidende brief de patiëntendossiers toe te sturen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard in het eerste klachtonderdeel en het tweede klachtonderdeel als ongegrond afgewezen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld ter zitting te worden gehoord over het eerste klachtonderdeel. De beslissing in eerste aanleg kan daarom niet worden gehandhaafd. Met toepassing van artikel 73, vijfde lid, van de Wet BIG heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak zelf afgedaan. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verklaart klagers in het oorspronkelijke klachtonderdeel 1 niet-ontvankelijk en wijst het oorspronkelijke klachtonderdeel 2 als ongegrond af.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:35 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.131
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 01-02-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:35
Klacht tegen een tandarts. Klagers verwijten de tandarts dat diens assistente, over de periode dat zij met klaagster heeft samengewerkt bij haar vorige werkgever (2003 tot en met 2008), een schriftelijke verklaring heeft opgesteld, die in een procedure tussen klaagster en haar werkgever is overgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard in hun klacht. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-267
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 12-01-2018
- ECLI:NL:TGDKG:2018:202
Verzet ongegrond. Klacht van opdrachtgever. Verweerder heeft emailbericht van klager wel degelijk ontvangen. Is echter verschoonbare fout.
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:203 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-774
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 12-01-2018
- ECLI:NL:TGDKG:2018:203
verzet ongegrond niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft willen leggen op privégoederen ipv op de VOF
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:204 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-775
- Datum publicatie: 02-02-2018
- Datum uitspraak: 12-01-2018
- ECLI:NL:TGDKG:2018:204
Verzet ongegrond Beslagvrije voet: gerechtsdeurwaarder is passief bij vaststellen BVV: elk jaar huurverhoging en zorgpremie.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2017:43 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/104
- Datum publicatie: 01-02-2018
- Datum uitspraak: 08-12-2017
- ECLI:NL:TDIVTC:2017:43
Dierenarts wordt verweten dat zij een hond een niet voor de eigen diersoort geregistreerd antibioticum (Ampi-dry 5000 5gr/30ml) in een te hoge dosering heeft toegediend, met als gevolg dat de conditie van de hond sterk achteruit ging en moest worden besloten tot euthanasie. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:7 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170287
- Datum publicatie: 01-02-2018
- Datum uitspraak: 26-01-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:7
Verzet tegen beslissing voorzitter dat hoger beroep tegen beslissing raad, waarin het dekenbezwaar gegrond is verklaard en verweerder de maatregel van schrapping is opgelegd, kennelijk niet-ontvankelijk is. Het verzet slaagt. In het beroepschrift van verweerder, waarbij hij beroep instelde tegen de beslissingen van de raad op het dekenbezwaar en de klacht, zijn enkele bezwaren te lezen die betrekking hebben op het dekenbezwaar. De aangevoerde gronden zijn uiterst beperkt en betreffen lang niet alle overwegingen van de beslissing op het dekenbezwaar, maar niet gezegd kan worden dat tegen die beslissing geen gronden zijn aangevoerd. De behandeling van het hoger beroep zal worden voortgezet.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:13 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170219
- Datum publicatie: 01-02-2018
- Datum uitspraak: 26-01-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:13
Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Ook in hoger beroep ongegrond. Niet gebleken dat verweerster de rechter onjuiste feiten heeft voorgehouden. De door verweerster in het verzoekschrift gebruikte kwalificaties zijn stevig maar niet onnodig grievend in tuchtrechtelijke zin. Van stemmingmakerij en het verkondigen van leugens, waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad, is niet gebleken. Niet gebleken dat verweerster steeds een viergesprek heeft afgehouden. Klager heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat verweerster zich onbetamelijk jegens klager heeft gedragen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1944
- Pagina: 1945
- Pagina: 1946
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten