Zoekresultaten 15371-15380 van de 42242 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329268 KL RK 17-184

      Klager verwijt de notaris dat hij de nalatenschap van moeder onvoldoende voortvarend afhandelt. Klager ontvangt geen reactie van de notaris en wordt doorlopend geconfronteerd met vertragingen en tegenwerkingen. Verder houdt de notaris, volgens klager ten onrechte, een bedrag in depot op zijn derdengeldenrekening totdat de nalatenschap van moeder is afgewikkeld. Voorts verwijt klager de notaris dat hij de reguliere mogelijkheden tot het indienen van klachten frustreert. Dit druist in tegen het rechtsgevoel van klager. Klager voelt zich verre van integer en met minachting door de notaris behandeld.   De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd en de kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 060/2018

      Klacht tegen plastisch chirurg kennelijk ongegrond. Verweerder ontkent hetgeen klaagster aan haar klachten ten grondslag legt. Dossier geeft ook geen steun.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:138 Raad van Discipline Amsterdam 18-341/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Het is niet de taak van de tuchtrechter om een oordeel te geven over het geschil tussen partijen over de vraag welke rechtbank bevoegd is. Voorts is het op zichzelf niet tuchtrechtelijk laakbaar om in twee landen tegelijk te procederen. Daarbij kan niet worden gezegd dat het standpunt dat verweerder namens zijn cliënte heeft ingenomen, luidende dat de Nederlandse rechter bevoegd is, evident in strijd is met hetgeen een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De stelling van klager dat hij niet – althans niet tijdig – is geïnformeerd over het ingediende echtscheidingsverzoek mist feitelijke grondslag. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/326650/KL RK 17-142

      De kamer is verder van oordeel dat de notaris klaagster niet onnodig op kosten heeft gejaagd door zijn advies om de nalatenschap te verwerpen. Gelet op de tekst van het testament in samenhang met de feitelijke situatie is twijfel mogelijk over de vraag of klaagster erfgenaam van erflater is. Nu klaagster heeft aangegeven geen erfgenaam te willen zijn en het saldo van de nalatenschap negatief is, acht de kamer het een juist advies van de notaris om de nalatenschap zekerheidshalve te verwerpen. De keuze van klaagster om hierover aan een andere notaris advies te vragen, dient voor haar rekening te komen.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:135 Raad van Discipline Amsterdam 18-322/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerster in haar hoedanigheid van mediator in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Uit de door verweerster gegeven toelichting blijkt dat de mediation op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden en dat beide partijen de gelegenheid hebben gehad om hun standpunten naar voren te brengen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.500

      Het beraad in raadkamer na de behandeling in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg. Dit betekent dat het beroep zal worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.353

      Klacht tegen een internist. Klaagster verwijt de internist dat 1) hij een verkeerde behandeling heeft toegepast, namelijk een radioactieve slok 2) hij haar niet op tijd naar een oogarts heeft doorgestuurd toen zij visus klachten kreeg 3) hij deze fout heeft gemaakt als gevolg van persoonlijke omstandigheden, namelijk een burn-out 4) het medisch dossier niet compleet is en fouten bevat zoals consulten om 07.00 uur in de ochtend en een dossierstuk van een andere patiënt. De internist heeft haar bij een andere naam genoemd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klacht in al zijn onderdelen afgewezen. Het beraad in raadkamer na de behandeling in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:118 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180004

    Het verzet tegen de beslissing van de voorzitter slaagt nu de ondertekening van de griffier ontbreekt. Het beroep van klager tegen de beslissing van de raad wordt afgewezen, nu  geen rechtsmiddel openstaat (artikel 46h lid 7 Aw) en het beroep op doorbreking van dit verbod niet slaagt.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17213

      Psychiater wordt kort gezegd verweten dat zijn onderzoek en rapportage in het kader van een CBR-keuring ondeugdelijk zijn. De psychiater heeft op onjuiste wijze toepassing gegeven aan de DSM-IV-TR criteria. Blijkens de DSM-IV-TR criteria is pas sprake van voortdurend gebruik van alcohol zoals bij vraag vier bedoeld, wanneer sprake is van een patroon zoals gebleken in de laatste twaalf maanden voorafgaand aan de laatste aanhouding. Dit betekent dat de psychiater, om te kunnen concluderen tot voortdurend gebruik van alcohol, met een onderbouwing moest komen die betrekking had op de periode december 2015 tot december 2016. De vermelde onderbouwing heeft echter betrekking op 2011 en 2012. De psychiater kon niet in redelijkheid tot de diagnose ‘Alcoholmisbruik volgens DSM-IV-TR criteria komen. Deels gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:136 Raad van Discipline Amsterdam 18-321/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over privégedragingen van een advocaat kennelijk ongegrond. Onvoldoende aanknopingspunten met de praktijkuitoefening.