Zoekresultaten 13241-13250 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/344853/KL RK 18-160

    Klagers verwijten de notaris dat hij in strijd handelt met artikel 25 Wet op het notarisambt. De kamer heeft de klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:89 Raad van Discipline Amsterdam 18-871/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:90 Raad van Discipline Amsterdam 18-733/A/A

    Klacht over eigen advocaat. Dat verweerder de opdracht niet schriftelijk aan klaagster heeft bevestigd en zijn advies om niet direct een kort geding tot vaststelling van de kinderalimentatie op te starten niet heeft vastgelegd valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. Gelet op het feit dat verweerder zijn beslissing om zich aan de zaak te onttrekken kennelijk tijdens (of vlak voorafgaand aan) de mondelinge behandeling van de zaak van klaagster heeft kenbaar gemaakt, heeft verweerder niet aan zorgvuldigheidseisen voldaan. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/334610/KL RK 18-29

    Uit vaste jurisprudentie volgt dat voor het begin van de vervaltermijn bepalend is het moment waarop een klager redelijkerwijze kennis heeft kunnen nemen van de gebeurtenis of akte waarover hij of zij klaagt, niet het moment waarop klager tot de conclusie komt dat er sprake is van klachtwaardig handelen of nalaten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:91 Raad van Discipline Amsterdam 18-959/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij in verband met beschuldigingen in verweerschrift enquêteprocedure. Uit het verweerschrift volgt dat klager daarin wordt beschuldigd van (onder meer) valsheid in geschrifte, diefstal en verduistering. Bij het uiten van dergelijke beschuldigingen mag van een advocaat worden verwacht dat hij zich er tevoren van vergewist dat hier voldoende grond voor bestaat. Naar het oordeel van de raad had verweerder terughoudend behoren te zijn met het presenteren van dergelijke beschuldigingen als vaststaand feit. Verweerder kan zich niet verschuilen achter zijn cliënten, aangezien verweerder de verdenkingen van zijn cliënten in het verweerschrift zonder voldoende afstand en zonder voldoende voorbehouden als feiten heeft gepresenteerd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder daarmee jegens klager onbetamelijk en niet professioneel gehandeld. Klager is daardoor onevenredig in zijn belangen geschaad. Dat er ten onrechte een strafrechtelijke aangifte tegen klager is gedaan door (een medewerkster van het kantoor van) verweerder kan niet worden vastgesteld. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/338646/KL RK 18-78

    De kamer heeft niet kunnen vaststellen dat klager eerder heeft kunnen beschikken over de voor indiening van de klacht van belang zijnde gegevens. De klacht wordt daarom aangemerkt als tijdig ingediend en klager wordt in zijn klacht ontvangen. De kamer stelt voorop dat de notaris hier is opgetreden als boedelnotaris. Dit gegeven is van invloed op de aard en de omvang van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de notaris. Binnen de per definitie beperkte ruimte die de notaris in deze zaak voor exclusief contact met klager ter beschikking stond, heeft zij zich de belangen van klager voldoende aangetrokken. Van onzorgvuldig of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in dit verband is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:85 Raad van Discipline Amsterdam 19-146/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder hoefde het initiële verzoek van klager om stukken niet op te vatten als een verzoek om inzage in persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Overigens heeft verweerder aan klager laten weten welke persoonsgegevens hij van klager heeft, namelijk zijn naam en e-mailadres. Daarmee heeft verweerder voldoende informatie aan klager verstrekt. Klager deels kennelijk niet-ontvankelijk, klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/342701/KL RK 18-133

    Klager stelt dat de kandidaat-notaris niet had mogen meewerken aan het opstellen van de tweede koopovereenkomst tussen verkoopster en de heer X, terwijl er reeds een eerste koopovereenkomst was gesloten tussen klager en verkoopster, hetgeen ook kenbaar was voor de kandidaat-notaris. De kandidaat-notaris had op grond van artikel 21 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) en artikel 6 Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 zijn dienst moeten weigeren. Dit klemt te meer omdat de kandidaat-notaris, volgens de verklaringen van verkoopster, ook heeft meegewerkt aan het opstellen van een handgeschreven sideletter bij de koopovereenkomst. Voorts had het verschil tussen de verkoopprijs in de tweede koopovereenkomst en de getaxeerde waarde van de onroerende zaak, van welke waarde de kandidaat-notaris volgens klager op de hoogte was, aanleiding voor de kandidaat-notaris moeten zijn om terughoudend te zijn.   De kamer overweegt dat klager – gelet op de betwisting door de kandidaat-notaris – zijn stelling dat de kandidaat-notaris op de hoogte was van de eerste koopovereenkomst ten tijde van het opstellen van de tweede koopovereenkomst onvoldoende heeft onderbouwd. Uit de door klager overgelegde stukken blijkt dat diverse partijen bij de verkoop betrokken waren en dat die over en weer van allerlei dingen al dan niet op de hoogte waren. Nergens blijkt echter uit dat de kandidaat-notaris ten tijde van het opstellen van de tweede koopovereenkomst op de hoogte was, dan wel had moeten zijn, van de eerste koopovereenkomst. Voorts is niet gebleken dat de kandidaat-notaris ten tijde van het opstellen van de tweede koopovereenkomst op de hoogte was, dan wel had moeten zijn, van de getaxeerde waarde van de onroerende zaak. Naar het oordeel van de kamer blijkt uit de afgespeelde geluidsopnamen niet dat de kandidaat-notaris betrokken was bij het opstellen van de gestelde sideletter. Bij gebrek aan feitelijke grondslag heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:86 Raad van Discipline Amsterdam 19-177/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/344153/KL RK 18-156

    Op grond van artikel 21 Wna en artikel 6 Verordening beroeps- en gedragsregels had de notaris zijn ministerie moeten weigeren en niet mogen meewerken aan het opstellen en de inschrijving van de koopovereenkomst waarbij verkoopster de onroerende zaak aan de [ B ] aan de heer [ X ] verkocht. Dit omdat de notaris wist dat de koopovereenkomst betrekking had op een pand dat feitelijk al verkocht was. In het onder 2.1. vermelde koopcontract is weliswaar vermeld dat de koop betrekking had op [ de onroerende zaak ], maar de notaris wist dat ook [ B ] verkocht was omdat dit tot het verkochte complex behoorde.   De kamer overweegt dat de door de notaris opgestelde koopovereenkomst betrekking heeft op [ B ]. Onweersproken heeft de notaris in zijn verweerschrift aangevoerd dat de onroerende zaak aan [ B ] een apart gebouw is met een aparte kadastrale aanduiding. Ook staat vast dat de eerste koopovereenkomst niet is ingeschreven in het Kadaster ten behoeve van [ B ] . Omdat het om een apart pand gaat met een apart kadastraal nummer, behoefde de notaris er naar het oordeel van de kamer niet vanuit te gaan dat ook dit pand betrokken was in de koopovereenkomst tussen verkoopster en klager. De kamer heeft daarom dit klachtonderdeel ongegrond verklaard.