Zoekresultaten 31911-31920 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2014:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 143/2013

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Verweerster heeft op basis van de informatie van het ambulancepersoneel een wekadvies kunnen geven. Verweerster heeft tevens vangnetadvies gegeven. De ‘Richtlijn opvang patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel’ is op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie tot stand gekomen en met name gericht op patiënten die op de SEH worden gezien met traumatisch hoofd/hersenletsel. De richtlijn is niet geautoriseerd door het Nederlandse Huisartsengenootschap. Evenmin is er een standaard of richtlijn voor de huisartsen betrekking hebben op schedelletsel.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2013:22 Kamer van toezicht Amsterdam 538922/NT 13-21

    De notaris was dus op de hoogte van zowel het belang van Klaagster als mede-eigenares van het pand als van het feit dat tussen partijen kennelijk geen overeenstemming bestond over de vraag of [A] in 2003 conform het bepaalde in de “Regeling Mede-eigendom” zijn aandeel aan Klaagster had aangeboden. Nu bovendien ruim negen jaren waren verstreken na het door [A] gedane aanbod, zonder dat in de feitelijke situatie tussen [A] en Klaagster iets was veranderd, had de notaris rekening moeten houden met de mogelijkheid dat het negen jaar daarvoor gedane aanbod tussen partijen geen betekenis meer had of dat partijen hierover andersluidende afspraken hadden gemaakt. Dit geldt temeer nu [A] aan de notaris uitdrukkelijk had gezegd dat Klaagster niet op de hoogte mocht worden gesteld van de voorgenomen levering. Een dergelijke instructie wijst er immers op dat Klaagster mogelijk een al dan niet gegrond bezwaar tegen die levering had. Dit had de notaris extra alert moeten maken op de mogelijkheid dat de rechtmatige belangen van Klaagster door de levering zouden worden benadeeld. Het is juist dat de notaris op grond van zijn geheimhoudingsplicht niet gerechtigd was om tegen de instructie van [A] in toch informatie bij Klaagster in te winnen. Wel had van de notaris mogen worden verwacht dat hij zijn ministerie geweigerd had, indien hem het inwinnen van informatie bij Klaagster zou worden verboden. Een dergelijk verbod levert onder de omstandigheden van dit geval immers een gegronde reden voor het weigeren van zijn dienst op. Door toch zijn ministerie te verlenen heeft hij willens en wetens het risico genomen dat rechten van Klaagster door de levering zouden worden aangetast. De omstandigheid dat hij op grond van de uitsluitend van de zijde van [A] ontvangen informatie van mening was dat het standpunt van Klaagster onjuist was, maakt dit niet anders. Dit is een beslissing die niet aan hem, maar aan de rechter is, nadat beide partijen daarover zijn gehoord.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2014:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/154

    Klager dient een klacht in namens zijn overleden vader, hierna patiënt genoemd. Klager verwijt de arts, die tevens directeur is van de zorginstelling waar patiënt verbleef, dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door tijdens de procedure bij de klachtencommissie een onjuiste verklaring af te leggen over de behandeling van decubitus bij patiënt. De arts heeft ten onrechte verklaard dat deze behandeling volgens het daarvoor geldende protocol is uitgevoerd. Niet Ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2014:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/227

    Klaagster dient een klacht in namens haar overleden vader, hierna patiënt genoemd. Klaagster verwijt de huisarts, die dienst had op de huisartsenpost, dat hij te weinig diagnostiek heeft gedaan, een niet juiste diagnose heeft gesteld en verkeerde medicatie heeft voorgeschreven. Patiënt is hierdoor overleden. Berisping

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2014:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 144/2013

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Verweerster heeft op basis van de haar bekende informatie en het telefoongesprek met klager en zijn echtgenote het gegeven wekadvies kunnen handhaven. Verweerster heeft kunnen oordelen dat geen signalen waren die een visite dan wel het insturen van klager naar het ziekenhuis noodzakelijk maakten. Verweerster heeft tevens vangnetadvies gegeven. De ‘Richtlijn opvang patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel’ is op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie tot stand gekomen en met name gericht op patiënten die op de SEH worden gezien met traumatisch hoofd/hersenletsel. De richtlijn is niet geautoriseerd door het Nederlandse Huisartsengenootschap. Evenmin is er een standaard of richtlijn voor de huisartsen betrekking hebben op schedelletsel.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2014:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-056

    Verzoeksters verzoeken tot wraking van een lid-beroepsgenoot van het college wegens belangenverstrengeling. De wrakingskamer verklaart verzoeksters niet-ontvankelijk, aangezien het wrakingsverzoek te laat is ingediend. Ten overvloede overweegt het college nog dat ook inhoudelijk het wrakingsverzoek ongegrond zou zijn geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2014:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-069

    Klager verwijt de BMA-arts dat deze een onjuiste rapportage heeft uitgebracht. De arts heeft onder meer de omstandigheden in het land van herkomst niet meegewogen. Het college stelt vast dat de arts uitsluitend dient te beoordelen of er een medische noodsituatie zou ontstaan op korte termijn als de behandeling gestaakt zou worden en of behandeling in algemeen medisch-technische zin op enige plaats in land van herkomst aanwezig is. Ook voor de arts stond vast dat voor klager een strikte behandelnoodzaak bestaat. In het dossier en uitgaande van de door haar erkende behandelnoodzaak van klager had de arts aanleiding moeten zien tot het uiten van gerede twijfel over de beschikbaarheid – of wel effectiviteit – van de zorg voor klager in het land van herkomst. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2014:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-025

    Anders dan klaagster leidt het College uit de adviezen van de bedrijfsarts niet af dat hij in belangrijke mate, en al helemaal niet uitsluitend het belang van de werkgever van klaagster diende, onzorgvuldig heeft geadviseerd en vooringenomen was. Wel had de werkwijze van de arts vlotter en concreter gekund, maar dit maakt niet dat de arts zich zodanig verwijtbaar heeft gedragen dat hij in strijd met artikel 47 lid 1 van de Wet BIG heeft gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet52.2013

    Beslissing op verzet. Opzettelijk gepleegde valsheid in een authentieke akte en opzettelijke schending van wettelijke procesvoorschriften? Nee, omissie gerechtsdeurwaarder. Klacht tegen 16 gerechtsdeurwaarders. Overweging Kamer met verwijzing naar jurisprudentie van het Gerechtshof waarom slechts 1 van hen als beklaagde wordt aangemerkt. De Kamer is het met verbetering van de gronden eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1021.2012

    Beslissing op verzet. Een waarnemer kan slechts worden aangesproken op zijn handelen vanaf het moment dat hij waarneemt. Hij kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor misstanden die voorkwamen bij de gerechtsdeurwaarder voor wie wordt waargenomen. Niet is komen vast te staan dat de waarnemer tekort is geschoten jegens klagers. Verzet ongegrond verklaard.