ECLI:NL:TGDKG:2013:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1021.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:41
Datum uitspraak: 23-07-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet1021.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Een waarnemer kan slechts worden aangesproken op zijn handelen vanaf het moment dat hij waarneemt. Hij kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor misstanden die voorkwamen bij de gerechtsdeurwaarder voor wie wordt waargenomen. Niet is komen vast te staan dat de waarnemer tekort is geschoten jegens klagers. Verzet ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 4 december 2012 met nummer 638.2012 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 1021.2012 ingesteld door:

[     ] en [     ] ,

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 5 december 2012 aan klagers verzonden.

Op 18 december 2012 is het tegen deze beslissing gerichte verzetschrift van klagers bij de Kamer ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 mei 2013. Van de behandeling ter zitting is het aan deze beslissing gehechte proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De feiten

De voorzitter is uitgegaan van de volgende feiten:

-              De gerechtsdeurwaarder voert per [     ] de waarneming over de praktijk van [     ]. De behandeling van de ambtshandelingen, waaronder beslagen, zijn door de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid van waarnemer voortgezet. In casu is eveneens een dossier van klagers verder behandeld, nu hier sprake was van lopende beslagen op de inkomens van beide klagers.

-              Op 16 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder klagers inzage verschaft in de berekening van de beslagvrije voet.

-              Op 19 juli 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een inkomsten- en uitgavenformulier aan klagers doen toekomen teneinde de beslagvrije voet te herberekenen. Klagers hebben hierop niet inhoudelijk gereageerd.

-              De gerechtsdeurwaarder en klager hebben tussentijds met elkaar gecorrespondeerd.

4. De inleidende klacht

De voorzitter heeft de klacht in die zin samengevat dat klagers zich erover beklagen dat:

a: de gerechtsdeurwaarder de verkeerde beslagvrije voet heeft toegepast;

b: de gerechtsdeurwaarder hun geen inzage heeft verschaft in de berekening van de beslagvrije voet;

c: de gerechtsdeurwaarder zich onbeschoft heeft gedragen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen:

4.3 Alvorens in te gaan op de klachten van klagers merkt de voorzitter van de Kamer op dat de gerechtsdeurwaarder niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor misstanden zijdens de gerechtsdeurwaarder [     ]. De gerechtsdeurwaarder kan alleen op zijn handelen worden aangesproken vanaf de datum van de waarneming. De activiteiten van gerechtsdeurwaarder [     ], gelegen voorafgaand aan de waarneming van de gerechtsdeurwaarder, blijven voor rekening van [     ]. De gerechtsdeurwaarder draagt daarvoor als waarnemer geen verantwoordelijkheid.

4.4 Klagers stellen dat de gerechtsdeurwaarder de verkeerde beslagvrije voet toepast. Indien die stelling al juist zou zijn - daarvan is overigens niet gebleken - betekent dat op zichzelf niet dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder. Bijzondere omstandigheden die dat anders zouden kunnen maken, zijn niet gesteld. Indien klagers het thans niet eens zijn met de hoogte van de vastgestelde beslagvrije voet, dienen zij zich te wenden tot de gewone rechter.

4.5 Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties kan worden opgemaakt dat klagers bij brief van 16 november 2011 inzage hebben gekregen in de berekening van de beslagvrije voet.

4.6 Ten aanzien van de onheuse bejegening van klagers geldt het volgende. De gerechtsdeurwaarder heeft het gestelde met betrekking tot de onheuse bejegening uitdrukkelijk ontkend. Nu klagers niet nader hebben onderbouwd waaruit de onbeschofte wijze van te woord staan heeft bestaan, kan niet worden vastgesteld wie hier het gelijk aan zijn zijde heeft. Nu enig klachtwaardig handelen op dit punt niet kan worden vastgesteld, dient de klacht als zijnde kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers samengevat aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder ondanks dat zij de juiste informatie hebben ingezonden de beslagvrije voet niet heeft aangepast.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1       Ter zitting is gebleken dat de klacht met betrekking tot het gebrek aan informatie, dan wel over de onduidelijke informatie, zich voornamelijk richt tegen de advocaat van klagers.  Niet is komen vast te staan dat de gerechtsdeurwaarder aantoonbaar tekort is geschoten jegens klagers.

7.2       Zoals de voorzitter al heeft overwogen kan de gerechtsdeurwaarder niet worden aangesproken op het handelen van gerechtsdeurwaarder [     ]. Voorts kan in deze procedure geen oordeel worden gegeven over het handelen van de advocaat van klagers. Indien de advocaat door klagers aan hem verstrekte informatie niet heeft doorgegeven aan de gerechtsdeurwaarder, kan de gerechtsdeurwaarder daar geen verwijt van worden gemaakt.

7.3       Gelet op vorenstaande is de Kamer van oordeel dat de door klagers in verzet aangevoerde gronden geen nieuw licht werpen op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Deze gronden bieden evenmin aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en

A.M. Maas , leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

23 juli 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.